Grote rol stress bij verenpikken

Ilona LesscherTer Heerdt volgde op tien bedrijven koppels met behandelde en onbehandelde snavels. En vond dat onbehandelde kippen heftiger reageren op veranderingen in de staldan onbehandelde hennen. Veranderingen waar onbehandelde hennen een hogere uitval lieten zien waren: wormen, ziektes (E-coli), direct zonlicht, voersamenstelling, strooiselmateriaal en staltemperatuur.
‘Onbehandelde hennen richten met hun scherpe snavel door pikkerij meer schade aan dan de dieren met behandelde snavels’, zegt Janne van Rooij van Ter Heerdt. ‘Wij hebben zelf het idee dat er ook fysiologische aspecten een rol spelen, omdat er bij de uitgevallen dieren vaak geen zichtbare verenschade is.’

Serotonine

Om meer inzicht te krijgen in die fysiologische aspecten moet volgens Van Rooij meer onderzoek gedaan worden naar het serotoninegehalte in het bloed van kippen. Serotonine wordt gevormd uit het tryptofaan in het voer. Het stuurt de passagesnelheid in de darmen en de algehele gemoedstoestand van de kip.
Heeft een kip stress, dan maakt ze cortisol aan, wat de aanmaak van serotonine negatief beïnvloedt. Daardoor wordt onvoldoende serotonine aangemaakt. Een tekort van serotonine zorgt voor een verstoorde passagesnelheid in de darmen, waardoor voedingstoffen niet goed worden opgenomen. Tegelijkertijd worden lage serotoninegehaltes gerelateerd aan ongewenst gedrag zoals pikkerij.
Serotonine speelt ook een rol bij de aanmaak van endorfine. Bij lage endorfinegehaltes ervaart een kip meer pijn, redeneert Van Rooij. ‘Het lijkt erop dat een kip in een soort vicieuze cirkel raakt: stressfactor - lagere serotoninegehaltes - verminderde opname voedingstoffen - gestoord gedrag in de vorm van pikken - nog meer stress - nog lagere serotoninegehaltes - verlaging endorfinegehaltes - meer pijnprikkels - nog meer stress, enzovoorts.’