Meer ruimte in Noord-Holland

Mike Schellart‘Dit is mooi succes’, reageert beleidsadviseur Ard Mooij op de aanpassingen die het Noord-Hollandse provinciebestuur in de Ruimtelijke Verordening wil opnemen. Binnenkort moeten de Statenfracties een klap op de voorstellen geven.
Als dit gebeurt, zijn tijdelijke gaas- en boogkassen toegestaan tijdens het groeiseizoen. Dat is een vooruitgang voor telers van vollegrondsgroenten, bloembollen en zomerbloemen. Met name met het oog op de vruchtwisseling komt er meer ruimte. Nu zijn tijdelijke kassen alleen toegestaan op bouwpercelen.
Ook hoeven loonwerkers niet te verkassen naar bedrijfsterreinen als ze uitbreiden. Vooral brancheorganisatie Cumela had hiervoor gepleit. De provincie vindt dat de loonwerkers vanwege het zware materieel in het landelijk gebied thuishoren.
‘Loonwerkers blijven zo dicht bij de boeren. Ook voor de verkeersveiligheid is dit beter. Je moet er niet aan denken dat ze door dorpen moeten rijden’, zegt de beleidsadviseur.

Concentratie glas

De provincie heeft verder de concentratiegebieden Aalsmeer, Alton, Het Grootslag en Agriport A7 aangewezen voor glastuinders die uit willen breiden. Noord-Holland wil tuinders met solitaire bedrijven stimuleren naar deze locaties te verkassen om zo verrommeling van het landschap te voorkomen.
De verplichting eerste de oude kassen te saneren, zien tuinders echter als een drempel. Mooij: ‘Hiervoor is flankerend beleid nodig. De Ruimte voor Ruimteregeling is onlangs geschrapt. Wij willen dat daar iets voor in de plaats komt.’
Ten slotte kunnen kennisinstituten en warmte-, CO2- en energieleveranciers zich in de concentratiegebieden vestigen. Voorwaarde hierbij is dat de bedrijven wel aan de glastuinbouw zijn verbonden en deze sector versterken en verduurzamen. Dit gebeurt al op Agriport A7.
Wat Mooij betreft zijn deze wijzigingen de opmaat naar meer fundamentele aanpassingen. ‘Wij zetten in op voldoende ontwikkelingsruimte voor de landbouw. Onder meer naar de mogelijkheid om de grote droogmakerijen te betrekken bij het gebied voor grootschalige landbouw.’
Ook wil LTO meedenken over leegstand, schaalgroei en de landschappelijke inpassing van bouwpercelen. ‘Niet zozeer dat er per saldo stallen bijkomen, maar dat meer concentratie plaatsvindt zodat er geen negatieve impact op de omgeving is.’