Meer bescherming beperkt boer

Douwe KortingMaandag gaven waterbedrijf Vitens en de provincie in Enspijk een toelichting op de plannen. Daar kregen aanwezigen onder meer te horen waarom de begrenzingen van de beschermingszones rond een aantal drinkwaterputten aangepast moeten worden. Kort samengevat: nieuwe inzichten in hoe het grondwater zich beweegt vragen om een andere begrenzing. Onder andere de beschermingszones rond de winning Velddriel en Kolff bij Waardenburg komen er anders uit te zien.
Volgens voorzitter Linda de Groot van ZLTO-afdeling Maasdriel en haar collega Henri Groeneveld van LTO Noord Zaltbommel is dat slecht nieuws voor agrariërs. ‘Meer boeren en tuinders worden straks beperkt in hun bedrijfsexploitatie en hun bedrijfsontwikkeling’, stelt De Groot.
Hoeveel ondernemers rond Velddriel en Rossum precies door de nieuwe begrenzing worden geraakt, weet De Groot niet. ‘Maar de verkaveling is behoorlijk versnipperd en dat zegt wat over het aantal ondernemers.’
Binnen de beschermingszone gelden strenge voorwaarden aan het grondgebruik en worden beperkingen opgelegd aan de omvang van het bouwblok. ‘Volgens de provincie mag een nieuwe bestemming geen groter risico opleveren voor het grondwater dan de bestaande bestemming. Als dat toch het geval is, dan moet dat gecompenseerd worden door in hetzelfde grondwaterbeschermingsgebied een bestemmingswijzing te realiseren die een vermindering van het risico oplevert’, vertelt De Groot.
Bovendien zijn veel ondernemers gehouden aan het Activiteitenbesluit, waarbij water dat op het erf valt opgevangen moet worden. Groeneveld: ‘Een gemiddeld bedrijf zal moeten investeren in een vloeistofdichte vloer rond een dieseltank. Mogelijk krijgen ondernemers ook te maken met periodieke controles.’
Het grote aantal fruittelers in de Bommelerwaard wordt extra geraakt door de uitdijende beschermingszone. Een aantal veelgebruikte middelen tegen fruitmot, perenbladvlo en meeldauw wordt straks verboden.

Duurdere middelen

‘Een groeiend aantal leden wordt verplicht andere, duurdere middelen te gebruiken wat niet bevorderlijk is voor hun concurrentiepositie’, stelt De Groot.
De ontwikkelingen zijn voor de bestuurders reden om een zienswijze in te dienen op de plannen die nog tot 17 februari ter inzage liggen.