Huisvesting Gemert-Bakel goed geregeld

Sanne JansenNette huisvesting bij de boer hoeft niet onder te doen voor externe huisvesting. ‘Veel ondernemers hebben het uitstekend voor elkaar’, zegt Stephanie Gerdes van ZLTO. ‘Dit in tegenstelling tot negatieve voorbeelden die weleens in de media langskomen.’ Ze is het afgelopen jaar als projectleider betrokken geweest bij de pilot in Gemert-Bakel.
Hierin hebben ZLTO en de lokale ZLTO-afdeling samen met ondernemers en de gemeente gewerkt aan een zelfcontrolesysteem voor huisvestingslocaties en de daarbij horende vergunningen. ‘Een van de pluspunten is dat er een checklist is ontwikkeld die is gebaseerd op de landelijke normen van de Stichting Normering Flexwonen (SNF) en het gemeentelijke beleid voor huisvesting van arbeidsmigranten.’ Met die checklist hebben de deelnemers hun eigen bedrijf gecontroleerd.
Aanleiding voor de pilot in Oost-Brabant was dat het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE) en gemeente Gemert-Bakel baan en bed wilden scheiden. Gerdes: ‘Geen gewenste ontwikkeling, vindt ZLTO. Deze pilot levert input voor het gemeentelijke beleid voor huisvesting van arbeidsmigranten. Met een goed beleid zijn ondernemers in staat om kwalitatief goede huisvesting te realiseren en kan er ook gehandhaafd worden.’
Vijf ZLTO-leden uit diverse sectoren en met diverse huisvestingsaccommodaties zijn met de zelfcontrole aan de slag gegaan. Eén van hen is tuinder in de vollegrond, Peter van der Heijden uit Gemert. ‘In de asperge-tijd bied ik op mijn erf woonruimte aan tien tot twaalf seizoenarbeiders. Ze verblijven in stacaravans.’
Hij heeft daarvoor gekozen vanwege de privacy. ‘Ik probeer me altijd in te beelden hoe ik zelf zou willen wonen als ik in het buitenland zou werken. Naast privacy is bijvoorbeeld brandveiligheid een belangrijk aandachtspunt.’

Maar ook vanuit werkgeversperspectief vindt de tuinder het fijn als alles op orde is. ‘Zo hoef je na de controle niet veel meer te verbeteren. Hooguit wat kleine klusjes zoals een extra lamp ophangen.’
ZLTO Gemert-Bakel wil dit jaar een ondernemersgroep starten die de kar gaat trekken voor het vervolg van de pilot. Denk daarbij aan boeren en tuinders die bij collega-bedrijven de controle uitvoeren.
Volgens pelsdierhouder Werner Wijnen uit Gemert, ook deelnemer aan de pilot, is dat gunstig. ‘Ik zie liever een collega-boer langskomen voor controle dan een officiële instantie.’ In piektijden huisvest hij veertig arbeidsmigranten op zijn bedrijf in een stenen gebouw. Voorheen stonden er units, maar de gemeente vond dat te rommelig.
Wijnen heeft positieve ervaringen met de pilot. ‘Ik hoop dat de zelfcontrole straks goed van de grond gaat komen en er bij alle partijen genoeg draagvlak is. Ondernemers moeten erin willen en kunnen investeren.’