Kringloopwijzer nog onbekend terrein

Het instrument geeft een overzicht van hoe stikstof- en fosfaatstromen gedurende een jaar door het melkveebedrijf gaan, maar ook de emissies van gassen als ammoniak. ‘Het brengt in beeld hoe dit proces door het bedrijf loopt en bij welke processen verliezen of overschotten optreden en hoe die zijn te beïnvloeden’, legt Meerkerk uit. Doel is het uitrekenen van de verliezen aan mineralen om zo die verliezen aan te kunnen pakken.
De Haan brengt de wetenschappelijke onderbouwing in, waarbij overheid en industrie ervan uit kunnen gaan dat het ook klopt. Het systeem is dus borgbaar en betrouwbaar. ‘Heel belangrijk’, vindt de projectleider.
Tussen de onderdelen voeding, bodem en bedrijf zitten grote verschillen qua benutting van stikstof en fosfaat. De stikstofefficiëntie voor voeding is zo’n 25 procent, voor het bedrijf circa 35 procent en voor de bodem is dit een stuk hoger. Daarbij loopt de stikstofefficiëntie uiteen van 50 procent tot 80 procent, afhankelijk van de grondsoort. ‘Voor fosfaatefficiëntie gaat het om respectievelijk 35, 80 en 80 procent’, aldus Meerkerk en De Haan.
Het effect van de bodem op de mineralenbenutting van het bedrijf is groter dan die van de veestapel. Volgens De Haan denken melkveehouders bij verbetering van de efficiëntie vaak eerst aan het verhogen van de levensduur van de koeien. Niets mis mee, maar er zijn andere maatregelen met grotere effecten op de bedrijfsefficiëntie.

Ongrijpbare bodem

‘De bodem is voor veel veehouders ongrijpbaar. De bodembenutting heeft een erg groot aandeel op de bedrijfsbenutting’, zeggen De Haan en Meerkerk. Veel melkveehouders weten niet hoe de bodem werkt. Het ene perceel doet het bijvoorbeeld veel beter dan het andere. ‘Organische stof is hierbij een belangrijke sleutel.’
Het komt vaak voor dat de melkveehouder het organische stofgehalte niet op peil weet te houden. ‘Het bodemleven heeft een belangrijke rol bij het beschikbaar komen van voedingsstoffen voor de plant’, legt Meerkerk uit.

Bemesten

Toch is er veel resultaat te behalen bij de bodem: bijvoorbeeld niet te laat in het seizoen bemesten. Na half augustus stoppen met drijfmest in verband met de benutting van de mest, dus zorgen voor voldoende opslag. En denken aan een perceelsgerichte bemesting; het doorrekenen van de bemesting en daarna bemesten naar de behoefte van het perceel en onttrekking van het gewas: maaien of weiden.
‘Melkveehouders schermen dan vaak met de invloed van het weer’, stelt het duo. ‘Soms is dit excuus niet terecht.’ Verder niet te laat maaien, of zoals dit voorjaar voorkwam, te vroeg maaien. ‘Niet op 12 april al zenuwachtig worden of de eerste snede er wel af komt’, zegt Meerkerk.
Ook is het beter om de eerste snede in gedeelten te maaien om groeitrappen te krijgen en het gras beter te kunnen benutten. En het is goed om, als er minder is geoogst en wel flink is bemest, rekening te houden met de bemesting voor de volgende snede voor een goede mineralenbenutting.
Andere onderdelen van de Kringloopwijzer zijn voeding en een niet te hoog gehalte aan ruw eiwit. 150 tot 160 gram per kVEM in het rantsoen is goed hanteerbaar. ‘De stikstof uit voer is duurder dan de stikstof uit kunstmest’, stelt Meerkerk. Ook is het een goede mineralenbenutting bij de veestapel in West- en Noord-Nederland lastiger dan op het zand in Oost- en Zuid-Nederland. Er is vaak veel gras en te weinig maïs beschikbaar in het rantsoen.
Een melkveehouder die niet zelfvoorzienend is, kan gemakkelijker bijsturen op het gebied van eiwit en energie, omdat zijn bedrijf afhankelijker is van de aankoop van ruw- en krachtvoer. Ook zijn niet-zelfvoorzienende melkveehouders gemotiveerder en scherper om hogere gewasopbrengsten van een hectare te halen dan veehouders die wel zelfvoorzienend zijn. ‘Dan hoeven ze minder voer aan te kopen.’
Verder raden Meerkerk en De Haan aan om de kuilen te analyseren op stikstof en fosfor. ‘Je moet weten hoeveel kuub kuilvoer het in totaal is.’ Dit is voor het uitrekenen van hoeveel ruw eiwit en fosfor er in het rantsoen zit. Volgens Meerkerk is 3,5 tot 3,6 gram fosfor per kilo droge stof voldoende. Daarnaast is niet te veel jongvee aanhouden van belang om verliezen te beperken, net als het letten op voerefficiëntie, dus hoeveel de koeien uit het voer kunnen halen.
Ook is goed inkuilen van belang (goed vastrijden), voorkomen van broei en netjes uitkuilen zonder verliezen. ‘Haal er vanwege de gebruiksnormen aan de opbrengstkant het maximale uit. Zorg ervoor dat wat je hebt geoogst ook voor het voerhek terechtkomt’, luidt het advies.

Bex

Het verbeteren van de efficiëntie met bedrijfsspecifieke excretie (BEX) gaat vrijwel synchroon op met de verhoging van het saldo. ‘Het levert dus geld op’, beweren de adviseurs.
‘Snap eerst hoe de kringloop werkt. Zie eerst de verbanden en neem dan pas actie’, besluiten Meerkerk en De Haan.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    14° / 8°
    20 %
  • Zondag
    15° / 6°
    20 %
  • Maandag
    11° / 7°
    95 %
Meer weer