Maakt das jongvee onrustig?

LTO Noord-afdeling Bronckhorst trok aan de bel over de overlast die dassen veehouders bezorgen. De boeren vermoeden een verband met het vaker uitbreken van jongvee. De vraag is of het dier rundvee aan het schrikken brengt.

Ton MeijerMet verbazing las ik het artikel over de zorgen die veehouders hebben over dassen (Nieuwe Oogst 16 augustus, editie Midden).
De kop stelt ‘Onrust onder vee door das.’ In het artikel staat dat LTO Noord-afdeling Bronckhorst ‘het idee heeft’ dat dassen voor onrust zorgen onder jongvee en dat de afdeling nader onderzoek wil doen als er een verband bestaat tussen de mate van onrust en de verspreiding van de das. De kop van het artikel wekt dus ten onrechte de indruk dat zou zijn aangetoond dat het verband bestaat.
Voor zover mij bekend blijkt nergens uit de (semi)wetenschappelijke dassenliteratuur dat elders in Noordwest-Europa, of waar dan ook ter wereld, zo’n verband bestaat. Voor de goede orde: ik heb circa 2 meter aan dassenboeken op de plank. Enkele van die boeken geven een overzicht van de wetenschappelijke kennis. Andere geven vele nauwkeurige beschrijvingen van dassengedrag in lange perioden.
Nergens wordt het vermoeden genoemd van een dergelijk verband. Ook in dassenleefgebieden in Groot-Brittannië, waar de dichtheid aan dassen vele malen groter is - en zeer waarschijnlijk zal blijven - dan in het oosten van Nederland, is voor zover mij bekend nooit melding gemaakt van zo’n vermoeden of van waarnemingen van dassen die onrust onder jongvee veroorzaken.
Integendeel: herhaaldelijk is waargenomen dat de diersoorten niet op elkaar reageren, maar rustig vlak langs elkaar heen lopen. En waarom zouden ze dat niet doen? Die dassen zoeken in de weilanden doorgaans rustig naar regenwormen (de helft van het dieet), die ze meestal vanaf het gras ophappen zonder sporen of schade na te laten. Ze hebben wel wat anders aan het dassenhoofd dan jongvee onrustig maken; dassen zijn géén loslopende honden.
Verder is het waar dat het graafwerk van een das overlast of schade kan veroorzaken voor een boer. Vergeleken met andere diersoorten die graag in boerenland vertoeven, is die schade erg klein. Vaak is er slechts sprake van geringe overlast, die eenvoudig kan worden verholpen, al of niet met hulp van vrijwilligers. Natuurlijk kan dat een boer wel ergeren, want die is zuinig op zijn of haar land, als het goed is.
Het is daarnaast aannemelijk dat de dassenpopulatie niet zal blijven groeien en dat die (tijdelijke) groei vooral wordt veroorzaakt doordat de das zich weer verspreidt naar de streken waar hij van oudsher thuishoort. Het is dan ook aannemelijk dat de schade of overlast na een beperkt aantal jaren niet verder zal toenemen per oppervlakte-eenheid.
Mijn conclusie is dan ook dat het aannemelijker is dat het artikel onrust veroorzaakt onder boeren dan dat dassen onrust veroorzaken onder jongvee. Van dassen hoeven boeren in Nederland niets te vrezen.
Tot slot zou ik heel graag willen weten op welke waarnemingen van dassengedrag de boeren hun vermoeden baseren dat er een verband bestaat tussen de verspreiding van de das en het uitbreken van jongvee. Wellicht is het dassengedrag in oostelijk Nederland uniek in de wereld?

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    12° / 3°
    30 %
  • Zaterdag
    17° / 7°
    70 %
  • Zondag
    18° / 11°
    50 %
Meer weer