Groot verschil foerageergebieden

Tienke WoudaEen lage uitschieter is Vereniging voor Agrarisch Natuurbeheer Tusken Skarren en Marren in Sneek waar 1.500 hectare is beoogd. Hier stemde 55 procent van de boeren voor de regeling. Provincie Fryslân moet uiteindelijk beslissen of dat goed genoeg is voor voldoende omvangrijke gesloten foerageergebieden.
Andere gebieden waar de handhaving een bedreiging van foerageergebieden vormt, zijn onder meer de Oosthoekpolder bij It Heidenskip en het middengebied in Weststellingwerf.
Dat in de voormalige gemeente Skasterlân veel boeren niet een foerageergebied willen, heeft volgens voorzitter Herman Lenes van Tusken Skarren en Marren te maken met de ‘onbetrouwbaarheid van de politiek’ en het grote aantal overzomeraars in het gebied. ‘De politiek houdt zich niet aan afspraken. Veel boeren vinden de schadevergoeding te laag.’
Provincie Fryslân durft nog geen uitspraak te doen wat de provincie met deze versnipperde gebieden gaat doen, reageert projectleider Klaas Talma. ‘We hebben de gegevens net gekregen en gaan voor onszelf bepalen hoe groot een foerageergebied moet zijn.’ Volgens Talma blijkt uit de eerste positieve resultaten dat boeren vertrouwen hebben in het voorgestelde beleid.
De projectleider vermoedt dat de financiële prikkel boeren uiteindelijk ook over de streep heeft getrokken. ‘De ganzen zitten er toch. Als je er niet aan mee doet, krijg je geen beheervergoeding en heb je meer kosten.’
Als laatste reden voor het grote draagvlak noemt Talma het feit dat de ontzorging in foerageergebieden groter is. ‘De gebieden worden automatisch getaxeerd. Boeren hebben minder administratieve lasten.’
De deelnemersbereid van de boeren van ANV Kuststripe ligt met 94 procent boven het gemiddelde. Voorzitter Jorrit Postma verklaart: ‘Met dit alternatief voor twee jaar kunnen de meesten leven. Het is een rekensommetje dat iedere boer maakt: wat voor kosten komen er achterweg als ik niet meedoe? We hebben hier veel last van ganzen en er is geen ander alternatief.’
Op de Waddeneilanden is de deelnamebereidheid nog niet gepeild. De boeren zijn nog in overleg met de provincie over hogere vergoedingen omdat zij de ganzen twee maanden langer moeten gedogen.
Secretaris Nerus Sytema van BoerenNatuur ten slotte: ‘Of het ganzenbeleid slaagt, er uiteindelijk vanaf of de ganzenschade wordt gereduceerd. Buiten de foerageergebieden zijn minder gunstige vergoedingsregelingen. Dat blijft lastig te verteren.’