Britten importeren minder varkensvlees, maar exporteren meer

Tussen januari en juni 2025 voerde Groot-Brittannië ongeveer 371.000 ton varkensvlees in — ruim 17.000 ton minder dan in dezelfde periode een jaar eerder. De meeste import betrof vers vlees uit EU-landen, waarbij Denemarken (circa 80.000 ton) en Nederland (circa 72.000 ton) hun positie als belangrijkste leveranciers grotendeels behielden.

Opvallend is de forse daling van de import uit Duitsland, die met bijna 40 procent terugviel van zo’n 70.000 ton naar net onder de 43.000 ton. De oorzaak: een importverbod op Duits varkensvlees, ingesteld na een uitbraak van mond-en-klauwzeer onder waterbuffels in Mecklenburg-Vorpommern.

Sterke groei richting China

Aan de exportkant boekte het Verenigd Koninkrijk een plus van 5,2 procent, vooral dankzij een stijgende vraag naar bevroren varkensvlees, worsten en bijproducten. De uitvoer naar China nam zelfs met 24,6 procent toe, met name door een toenemende belangstelling voor bijproducten.

Tegelijkertijd zit ook de binnenlandse productie in de lift. De AHDB verwacht dat Groot-Brittannië in 2025 zo’n 988.000 ton varkensvlees produceert — een stijging van 2,8 procent ten opzichte van vorig jaar. Voor 2026 voorziet de organisatie een gematigder groei van 1,6 procent, vooral dankzij zwaardere slachtgewichten en een lichte toename van het aantal slachtingen.