Wisselend beeld bodemverbeteraars

Onderzoeker Derk van Balen van Praktijkonderzoek Plant en Omgeving (PPO) gaf tijdens de open dag van proefbedrijf Kollumerwaard uitleg over de proeven met bodemverbeteraars. De proef begon in 2010. Op vijf locaties onderzoekt PPO de effecten van bodemverbeteraars in drie herhalingen. Moeilijkheid is dat de geteste middelen allemaal anders werken. Er zijn middelen die nutriëntenbinding vergroten, organische stof verhogen, bodemleven stimuleren of sporenelementen aanvullen.
Om een bemestingseffect uit de proef te halen corrigeren de onderzoekers de bemesting. De behandeling met enkel kunstmest is de controlegroep. De acht bodemverbeteraars liggen daarnaast ter vergelijking. Gekozen is om de bodemverbeteraars volgens het advies van de producent te geven, maar dan wel zo vaak en veel mogelijk.
De onderzoekers willen liefst snel resultaat zien, maar dat gebeurt dus nog niet. ‘Als onderzoeker vind ik geen resultaat ook resultaat’, zegt Van Balen. Telers kunnen zich de uitgaven aan bodemverbeteraars besparen als resultaat uitblijft. ‘Maar ik denk dat er toch middelen uit zullen springen’, zegt Van Balen. ‘Door het onderzoek weet je waar ze op werken en kan je het beter combineren.’

Combineren

Combineren doen boeren ook. Van Balen hoort van boeren dat ze de werking van een middel zien. ‘Maar het blijkt vaak dat ze meerdere dingen gebruiken. Ze gebruiken een bodemverbeteraar en geven meer organische stof.’
Het hangt van bodem en bouwplan af of een teler voordeel heeft van een preparaat dat bodemleven stimuleert. Het kan gunstig zijn als bacteriën de ondergewerkte stoppels sneller afbreken. ‘Je ziet bijvoorbeeld wel dat een uiengewas bij droogte de kop laat hangen. Dan beletten stoppelresten onder de grond vaak de doorworteling. Dat gaat beter als die resten verteerd zijn. Je hebt dan dus profijt van die bacteriën.’ Op armere Franse gronden halen telers mogelijk daardoor resultaat uit bacteriepreparaten, denkt Van Balen.
Resultaten van het onderzoek zijn in vrij lijvige rapporten te lezen op www.kennisakker.nl. Praktischer en sneller is het volgen van de nieuwsbrieven van het project op die internetpagina. Daarvan verwacht Van Balen in augustus de volgende.
Omdat de werking van de bodemverbeteraars zo verschillend is, zoeken de onderzoekers meetmethoden die meer zeggen over de effecten. Metingen aan opbrengsten, bodemleven, organische stof en beschikbare nutriënten passen ze toe naast metingen met de penetrometer om de bodemweerstand te bepalen. ‘Meten aan de agregaatstabiliteit zegt bijvoorbeeld wat over de kans op verslemping.’ Stabielere bodemdeeltjes voorkomen dat de bodem dichtslaat bij regenval.
Op dergelijke structuureigenschappen spelen boeren in de praktijk al in. Ze gebruiken bijvoorbeeld gips om de rooibaarheid van aardappelen te verbeteren. Het gaat dan dus niet om hogere opbrengsten maar om werkbaarder grond. Natuurlijk is het wel gunstig om knollen of wortels gemakkelijk en zonder schade aan de oogst en de bodem binnen te halen.
Dat iedere regio in de proef zijn eigen bouwplan heeft maakt het praktische gehalte van de proef hoog. Wel is de vergelijking tussen behandelingen lastiger, want gewassen en voorvruchten verschillen. Volgend jaar kiezen de onderzoekers er daarom voor om in alle regio’s aardappelen te poten. Van Balen hoopt dat daaruit een scherper beeld komt van de effecten van bodemverbeteraars.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    10° / 6°
    70 %
  • Zaterdag
    10° / 5°
    30 %
  • Zondag
    11° / 4°
    30 %
Meer weer