Biogassector wil snel certificering

‘Als je als burger niets van de sector weet, dan krijg je de indruk dat het een zootje is’, aldus BBO-voorzitter Aike Maarsingh dinsdagmiddag op de studiedag van BBO en Acrres (onderdeel van Wageningen UR) in Lelystad. De werkelijke risico’s voor mens, milieu en dier vallen volgens hem erg mee. Commotie en onrust bij omwonenden is echter niet goed voor de sector en daarom is actie nodig. ‘Het gaat om behoud van co-producten en het imago van de sector’, vindt Maarsingh.

Verontreinigingen

Bij de controle door de NVWA ging het om co-producten die op de zogenoemde G-lijst staan. Deze lijst bestaat sinds april 2012 en maakt duidelijk welke producten zijn te gebruiken om in een co-vergister bij te mengen. Het gaat om ruim tachtig stoffen, die niet te hoge gehalten zware metalen en organische microverontreinigingen mogen bevatten.
‘De ontvanger van de co-producten moet er zeker van zijn dat ze aan de eisen voldoen. Nu overschrijden de co-producten de normen te vaak. De producten moeten van de G-lijst tot ze goed zijn. Het is niet nodig de hele lijst te schrappen. We moeten als sector de G-lijst koppelen aan certificering’, stelt Maarsingh.
Voor Dijksma en Mansveld is het geen kwestie van vrijwilligheid. Ze willen de hele G-lijst schrappen, tenzij bedrijven gecertificeerd zijn. ‘We zijn het eens met de staatssecretarissen’, zegt Maarsingh. ‘We willen ons werk goed doen en producten op een verantwoorde manier tot waarde brengen. Met certificering hebben we een grotere zekerheid dat het co-product deugt.’
Een deugdelijk systeem van certificering kan voor de NVWA reden zijn om de controles te verminderen. Bij een certificeringssysteem, waaraan de biogassector al enkele jaren werkt, is het volgens Maarsingh zaak om de sector niet met onnodig veel regels en kosten op te zadelen.

Financiële zorgen

Het winnen van biogas in Nederland is financieel gezien niet meer zo aantrekkelijk, zo werd duidelijk op de studiedag van BBO en Acress. Dat heeft vooral te maken met de gewijzigde subsidievoorwaarden en de stijgende kosten voor biomassa. De twee organisaties maken zich zorgen over de toekomst van de sector.
Is SDE-subsidie aanvragen voor de ‘verlengde levensduur’ van een bestaande vergister wel aantrekkelijk? Hans van den Boom van Rabobank Nederland: ‘Ja, maar niet voor het aantal vergisters dat we graag zouden willen. Bij misschien de helft van de vergisters is het kansrijk. Belangrijk is de huidige kostprijs van biogas en de hoeveelheid warmte die is te benutten.’
Wie kiest voor verlenging of voor een nieuw project moet zorgen dat alles klopt, benadrukt Van den Boom. ‘Het gaat daarbij niet om maximale stroomproductie, maar vooral om warmtebenutting. Je moet de warmte er maximaal uitpersen, dat levert het meeste op. Het gaat namelijk om het totaal aan energie dat je uit biomassa produceert.’
Als een ondernemer de warmte optimaal kan benutten, kunnen de subsidiebijdragen vanuit de MEP en de SDE dicht bij elkaar komen. ‘Het hangt af van de uitgangspositie’, zegt Van den Boom. Of verlenging rendabel is, heeft ook te maken met de noodzakelijke vervangingsinvesteringen. En de vraag of de schuld aan het einde van de MEP-periode volledig is afgelost. Volgens Van den Boom is dat bij maar weinig installaties het geval.
De productie aan biogas was de afgelopen jaren stabiel dalend. Voor de komende jaren verwacht de Rabobank weer een lichte stijging. Dat komt door de komst van nieuwe projecten en het wegvallen van bestaande vergisters. ‘De kosten van biomassa remmen de groei. De grondstofkosten zijn gestegen van 7,3 cent per kilowattuur in 2009 naar 9 à 9,4 cent in 2013’, geeft Van den Boom aan.
Gezien de gestegen kosten voor biomassa zijn de SDE-basisbedragen krap, vindt Van den Boom. Bij nieuwe projecten moeten ondernemers daarom vooral kijken naar laagwaardige biomassa zoals bermgras, een maximale warmtebenutting en zo mogelijk ruw biogas lokaal benutten voor verwarming van gebouwen. ‘De kostprijs laag houden is belangrijk in de energiewereld. Optimaliseren levert in Nederland meer op dan maximaliseren.’

Energieprijzen

De sectormanager duurzame energie van de Rabobank denkt niet dat de energieprijzen de komende jaren zullen stijgen. De belangrijkste ‘concurrenten’ van vergistingsinstallaties zijn volgens hem kolencentrales, zonnepanelen en windmolens op zee. ‘De kostprijs van zonnepanelen is al fors gedaald en dat zal nog doorgaan. Na 2020 gaat de prijs van wind op zee naar beneden.’
Van den Boom denkt dat het budget voor de SDE-subsidie voor 2014 tot de laatste fase voldoende zal zijn. In 2015 zal een deel van het budget naar windenergie op zee gaan en naar het bijstoken van biomassa in kolencentrales. ‘Verruiming van het budget door de overheid is nodig om het doel van 14 procent duurzaam geproduceerde energie in 2020 te halen. Met 4,5 procent duurzame energie bungelt Nederland binnen Europa nu onderaan in de ranglijst.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    11° / 1°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
  • Dinsdag
    10° / -1°
    20 %
Meer weer