'We moeten de Nasonovia-luis begrijpen om schade in ijsbergsla te voorkomen'

Bestrijding van de Nasonovia-luis, oftewel groene slaluis, in ijsbergsla moet echt op een andere manier worden aangepakt, is de stellige overtuiging van Ronald Hendriksen, teeltspecialist vollegrondsgroenten bij Agrifirm. 'Tot nu toe wordt het probleem te veel als losse puzzelstukjes gezien; we zochten naar deeloplossingen. Onze nadruk ligt nu op het begrijpen van de levenscyclus en voorspellen van de luizendruk. Als je vooraf weet wanneer de luizendruk hoog wordt, kun je als teler gerichte maatregelen nemen.'

%27We+moeten+de+Nasonovia%2Dluis+begrijpen+om+schade+in+ijsbergsla+te+voorkomen%27
Agrifirm
© Agrifirm

Speciaal voor telers die dit jaar meewerkten aan een monitoringsproject van luizen in ijsbergsla, organiseerde Agrifirm een informatiemiddag in het Zuid-Hollandse Ridderkerk. De afgelopen jaren zorgde de luis voor grote problemen in de sector. 'Er zijn telers die hun hele perceel hebben omgeploegd vanwege een aantasting. De economische schade is echt enorm', verwoordt Hendriksen de impact van de luizen op individuele teeltbedrijven.

'Het teeltrisico wordt alleen maar groter, nu belangrijke middelen uit het bestaande pakket vanaf 2026 niet meer mogen worden gebruikt. De nieuwe generatie producten laat nog even op zich wachten', zegt de teeltspecialist.


Lessen uit andere sectoren

Reden voor Agrifirm om op een andere manier naar beheersing van het luizenprobleem te kijken. Daarbij kunnen de teeltspecialisten uit de vollegrondsgroenteteelt terugvallen op ervaringen van Agrifirm bij de teelt van pootaardappelen en bloembollen.

'Voor die sectoren is een model gecreëerd waarmee de luizendruk met 95 tot 97 procent nauwkeurigheid is te voorspellen. Als we dat in de teelt van ijsbergsla ook realiseren, dan kunnen telers veel gerichter maatregelen nemen', licht Hendriksen toe.


Veel data verzamelen

Om het voorspellingsmodel te 'voeden met data', stonden het afgelopen seizoen op zes teeltbedrijven in totaal acht luizenvangbakken opgesteld. In de periode van mei tot en met oktober werden de bakken twee keer per week afgetapt. Vervolgens werd per bak het aantal luizen geteld en gedetermineerd. Ondertussen maakte het voorspellingsmodel een inschatting van de luizendruk.

'Op dit moment is de voorspelling nog niet nauwkeurig genoeg om breed uit te rollen in de praktijk. We moeten nog minimaal twee jaar gegevens verzamelen om tot een goede voorspelling te komen', vertelt de teeltspecialist. 'Gelukkig hebben de betrokken telers aangegeven dat ze ermee door willen gaan. Sterker nog, we gaan het aantal vangbakken en telers in 2026 uitbreiden om snel een grotere dataset te creëren.'


Nasonovia-luis van dichtbij
Nasonovia-luis van dichtbij © Agrifirm


Afwijkend gedrag

Een van de redenen waarom de luizendruk in de teelt van ijsbergsla moeilijk is te voorspellen, is het afwijkende gedrag van de groene slaluis ten opzichte van andere luizen. Zo is de levenscyclus anders en gaat de vermeerdering veel sneller. Daarnaast zoekt de luis bij voorkeur beschutte plekken op. Bij ijsbergsla is dat diep in de bol. 'Ze gaan op zoek naar het jongste blad en beschadigen daarmee de hele bol. En met zo'n honderd nakomelingen per luis, breidt die aantasting zich supersnel uit', licht Hendriksen toe.

Een van de manieren om de schade te beperken, is de stikstofgift verlagen, zodat er minder nitraatstikstof in het jonge blad zit. 'Daarnaast sturen we op fosfaat, kalium en op de pH van de bodem', vertelt de teeltspecialist. 'Hoe beter de bodem zelf nutriënten levert, des te minder aantrekkelijk is de ijsbergsla voor luis. Die balans tussen stikstofgift, luisgevoeligheid en gewasgroei moet je als teler echt in de vingers hebben.'


Geïntegreerde aanpak

Hoewel het voorspellingsmodel nog een aantal jaar op zich laat wachten, hoeven telers van ijsbergsla niet lijdzaam toe te zien hoe de luizen hun gewas aantasten. Via een programma van geïntegreerde teeltmaatregelen helpen teeltspecialisten van Agrifirm hun telers bij het beheersen van het probleem. Dat begint met een goede raskeuze met resistentie voor biotype N1 van de luis.

'Helaas leg je met resistente rassen wel iets toe op andere teelteigenschappen', zegt Hendriksen eerlijk. 'Verder moet je de waard- en overwinteringsplanten – bijvoorbeeld in de berm of in de vorm van onkruiden – zoveel mogelijk maaien of onderploegen. Zo doorbreek je de levenscyclus van de luis.'

Alternatieve maatregelen zijn het gebruik van klimaatnetten of luisgaas en het stimuleren van de hoeveelheid nuttige insecten op het perceel. Volgens de teeltspecialist houden gaas en netten een aantasting effectief buiten de deur, maar vormt de sla wel een totaal andere en lossere krop. Bovendien ontstaan onder het net andere ziektes door het vochtige en warme microklimaat.


Nuttige insecten en groene middelen

In verschillende praktijkproeven onderzoekt Agrifirm het bestrijdingseffect door nuttige insecten zoals de gaasvlieg, al dan niet in combinatie met een klein percentage Lobularia door het gewas. Deze plant is in de bloeifase een voedingsbron voor gaasvliegen en fungeert daarmee als bankerplant. Tot slot is het effect van groene (biologische) beschermingsmiddelen in de proefopzet onderzocht.

'Mijn conclusie: je moet het allemaal doen om het negatieve effect van een luizenaantasting te voorkomen. Het gaat echt om de geïntegreerde aanpak', benadrukt Hendriksen. 'Als we straks beschikken over een goed luizendrukvoorspellingsmodel, dan kun je als teler veel gerichter ingrijpen. Daarmee zetten we als vollegrondsgroentesector echt een stap vooruit.'


Levenscyclus van de Nasonovia-luis

Aan het begin van de levenscyclus overwintert de Nasonovia-luis als ei op bessenstruiken (Ribes spp). Gedurende het voorjaar komen de eitjes uit en ontwikkelen zich tot ongevleugelde vrouwtjes. Deze heten stammoeders. Elke stammoeder produceert tientallen nakomelingen die op hun beurt weer nieuwe generaties voortbrengen. Vanaf de tweede generatie ontstaan gevleugelde luizen die uitvliegen naar zomerwaardplanten. Dit zijn vaak kruidachtige planten, leeuwenbekachtigen en nachtschadeachtige planten. In de zomerperiode produceert een luis ongeveer tien nakomelingen per dag, met een maximum van honderd per levensperiode van acht tot twaalf dagen. Deze luizen vormen kolonies op waardplanten en handhaven zich op beschutte plekken, bijvoorbeeld in de bol van ijsbergsla. Aan het einde van het seizoen migreert de luis terug naar de winterwaardplant. Hier vindt de voortplanting plaats, waarbij opnieuw eitjes worden afgezet op de knoppen van de bessenstruik.

Meer weten over Nasonovia-luis in ijsbergsla?

Heb je vragen of wil je advies over de bestrijding van de groene slaluis? Neem gerust contact op met Agrifirm: plant@agrifirm.com | 088 488 12 10


Dit artikel is gecreëerd door onze kennispartner Agrifirm

Agrifirm

Agrifirm is een coöperatie waarin meer dan 10.000 Nederlandse veehouders en telers hun krachten hebben gebundeld. Zo behalen we maximaal inkoopvoordeel op...

Lees verder »

Meer van Agrifirm

Lees ook

Meer artikelen van Agrifirm »

Artikelen over Agrifirm