Energiefondsen helpen boeren en tuinders met verduurzaming

Agrariërs die willen investeren in verduurzaming kunnen in veel gevallen terecht bij een provinciaal energiefonds. Voor zowel kleine als grote investeringen zijn deze fondsen een aantrekkelijke optie, met rentes aan de onderkant van de markt en een laagdrempelig financieringsproces.


Energiefondsen+helpen+boeren+en+tuinders+met+verduurzaming
© Ron de Haer

Op Zeeland na hebben alle provincies een provinciaal energiefonds. Elk met een eigen reglement en financieringsaanbod maar met één doel: de energietransitie versnellen. De fondsen ontstonden toen provincies naast het verstrekken van subsidies ook financiering wilden aanbieden aan ondernemers die willen verduurzamen.

Veel van deze ondernemers zijn boer of tuinder, zegt André van Moock. Hij is projectfinancier bij het Groningse fonds Nieuwe Doen en het energiefonds Drenthe. 'Bijvoorbeeld in de provincie Drenthe is 60 tot 70 procent van alle aanvragers agrariër.'

Welke investeringen in aanmerking komen voor financiering van een fonds, verschilt per provincie. Zo ligt in Drenthe de ondergrens op 5.000 euro en de bovengrens op 2,5 miljoen euro, terwijl Overijssel nu alleen nog grote projecten financiert. 'Dat zijn veelal politieke keuzes van de provincies', legt Van Moock uit. Het geld in de fondsen is grotendeels provinciaal geld, al zijn er ook fondsen die deels gebruikmaken van Europees geld.

Wij financieren eigenlijk alle investeringen, mits ze leiden tot CO2-reductie

André van Moock, projectfinancier bij Fonds Nieuwe Doen Groningen en Energiefonds Drenthe

Investeringen die in aanmerking komen zijn bijvoorbeeld batterijen voor energieopslag, zonnepanelen en warmtepompen, maar ook isolatie en ledverlichting. 'Eigenlijk alles op de energie-investeringsaftrek (EIA)-lijst', geeft Van Moock aan. 'Dus ook kleine windmolens of het vervangen van dieselvoertuigen door elektrische. Zolang het maar leidt tot CO2-reductie.'

Dat de provinciale energiefondsen sinds 2012 bestaan is geen toeval. De bankencrisis in 2009 heeft het speelveld veranderd, banken zijn risicomijdend geworden. 'Kleine' financieringen, tot een ton of drie, zijn voor banken vaak een no-go. Het voordeel van een energiefonds is dan juist dat ook voor kleinere bedragen een lening kan worden afgesloten en dat het financieringsproces eenvoudiger is dan bij een bank.

Van Moock: 'Het is laagdrempelig, niet te ingewikkeld. Juist ook omdat de investeringen bijdragen aan het behalen van provinciale duurzaamheidsdoelstellingen. Maar wil je als ondernemer een monomestvergister of een moderne stal, dan kun je voor die investeringen terecht bij de bank in combinatie met een energiefonds.'


Geen eisen

De fondsen stellen geen eisen aan de kwaliteit van de toe te passen techniek. Dat is de verantwoording van de boer zelf. Voor de fondsen is het van belang dat het om technieken gaat die leiden tot een reductie van CO2-uitstoot in de betreffende provincie. 'Maar uiteraard gaan wij ervan uit dat een installateur een kundig apparaat aflevert', verduidelijkt de projectfinancier.

Wel geldt bijvoorbeeld in Drenthe een rentekortingsregeling voor de aanleg van batterijen. Deze is ingesteld met het oog op het verdwijnen van de salderingsregeling en de netcongestieproblematiek. 'Daardoor gaat het verdienmodel voor zonnepanelen achteruit. Om de aanleg van batterijen te stimuleren, betaal je als ondernemer maar 1 tot 2 procent rente bij financiering hiervoor', aldus Van Moock.

Sowieso ligt de rente op leningen bij een provinciaal energiefonds vaak lager dan bij een bank. Van Moock: 'We vragen marktconforme rentes, wat ook moet met het oog op staatssteun, maar het is wel aan de onderkant van de markt.' Hoeveel rente wordt gevraagd kan per provincie verschillen. In de noordelijke provincies gelden verschillende tarieven, afhankelijk van het te lenen bedrag. Bij grote bedragen wordt daarbij ook een kredietrating gedaan om te bepalen hoe groot het risico is.


Meer dan een zak geld

Doordat de energiefondsen zijn gekoppeld aan provincies, wordt meer aangeboden dan alleen financiering. Of zoals Van Moock zegt: 'We zijn wel iets meer dan alleen een plek waar je een zak geld kunt ophalen.' Vaak wordt bijvoorbeeld in gezamenlijkheid met provincieambtenaren gekeken hoe een project deels kan worden gesubsidieerd en gefinancierd.

In Flevoland krijgen ondernemers gratis acht uur hulp van een energie-expert. Het Energie Expertisecentrum Flevoland (EEF) neemt boeren bij de hand gedurende het proces. 'Wij zullen nooit zeggen waar ze iets kunnen kopen, wij kijken alleen naar de techniek. De boer is slim genoeg om dat zelf te bedenken', stelt relatiemanager Peter Klein Heerenbrink van EEF.

Het Flevolandse energiefonds heeft twee soorten leningen: een standaard financiering en een maatwerkfinanciering. De standaard optie gaat tot 100.000 euro met een maximum van 75 procent van het investeringsbedrag. De rente hiervan is op dit moment 2,75 procent.


Terugverdientijd batterij langer

Bij de aanschaf van een batterij is de looptijd van de lening tien jaar, in plaats van de gebruikelijke vijf jaar. Dit komt door de langere terugverdientijd van een batterij. Daarnaast biedt EEF maatwerkfinanciering aan. Hierbij is een lening mogelijk vanaf 100.000 tot 1 miljoen euro. Daarbij is het rentepercentage afhankelijk van de stand van zaken binnen het bedrijf.

'Als wij weinig risico lopen, is de rente 2,75 procent. Anders zal het percentage iets omhooggaan. Niet veel, want wij zijn geen bank', zegt Klein Heerenbrink met een knipoog. 'Wij zijn er om de ondernemer te helpen en te ondersteunen in de energietransitie. Wij hoeven er niet aan te verdienen.'


Mond-tot-mondreclame

De energiefondsen zijn behoorlijk bekend in de agrarische sector, schat Van Moock in. 'Al zijn mensen soms ook nog verrast dat deze bestaan. Het zijn ook kleine organisaties. In Groningen werken we met 1,2 fte, in Drenthe met 2,5. Wat ik merk is dat veel onderling wordt gepraat, zeker in de agrarische sector. Natuurlijk promoten alle provincies de fondsen en wijzen partijen als LTO erop, maar meer nog dan in andere sectoren werkt mond-tot-mondreclame voor agrariërs het best.'

In Flevoland weten agrarisch ondernemer de weg naar EEF volgens Klein Heerenbrink al redelijk te vinden. 'Onlangs hadden wij een stukje in een lokaal boerenblad. Daar is ontzettend goed op gereageerd. Daarnaast sturen leveranciers van bijvoorbeeld batterijen agrariërs vaak onze richting op.'


Groen gas

Momenteel zijn onder agrariërs vooral batterijen in trek. Ook liggen er veel plannen voor monomestvergisters en zijn er clusters van boeren die gezamenlijk groen gas willen produceren. Ondanks de stikstofimpasse, waardoor vergunningen lastig worden verleend, is de belangstelling hiervoor groot. Aanleiding is de bijmengverplichting van groen gas die in 2027 ingaat.

Hoe hoog die verplichting is, is nog niet bekend. Welk verdienmodel de productie van groen gas met zich meebrengt, is daardoor ook nog onzeker. 'Ook banken vinden het nu nog te risicovol, waardoor investeringen nog niet worden doorgezet. Maar het is wel iets dat gaat komen', besluit Van Moock.



Marco van Veldhuisen, pluimveehouder en akkerbouwer in Biddinghuizen
Marco van Veldhuisen, pluimveehouder en akkerbouwer in Biddinghuizen © Eigen foto

'Als het financieel niet voordelig was, dan had ik het niet gedaan'


Marco van Veldhuisen is pluimveehouder en akkerbouwer in het Flevolandse Biddinghuizen. Hij heeft 30.000 pekingeenden en 30 hectare voor onder andere tulpen en bieten. Van Veldhuisen wekt met duizend zonnepanelen zijn eigen stroom op.

Van Veldhuisen wil louter met deze energie zijn pekingeenden van licht voorzien, alleen 's nachts lukte dit nog niet. Anderhalf jaar geleden zorgde een batterij van 100 kilowattuur voor de oplossing. De pluimveehouder heeft de aankoop gedaan met hulp van het Energie Expertisecentrum Flevoland (EEF).


Hoe bent u terechtgekomen bij het EEF?

'Ik ben getipt door een collega-boer. Hij vertelde mij over de kundigheid en het advies dat ze geven.'


Waarom heeft u hulp gezocht?

'Ik had al langer het idee om een batterij te kopen, maar ik wist niet zo goed hoe of wat. Het EEF heeft de accu van 60.000 euro gefinancierd. In Flevoland waren er mogelijkheden om dit tegen een gunstig rentetarief te doen. De opgewekte stroom is puur voor eigen gebruik, ik zie het niet zo zitten om op de energiemarkt te handelen.'


Hoe verloopt de procedure?

'Een relatiemanager komt bij je langs voor een inventarisatie. Vervolgens kijken ze naar de mogelijkheden. Zo kreeg ik voorlichting over subsidie- en financiermogelijkheden. Ik ben begeleid tot aan de aanschaf van de batterij.'


Kreeg u ook advies over de batterij?

'Dat heb ik zelf geregeld, want binnen dit wereldje heb ik al wat connecties.'


Waarom heeft u de investering gedaan?

'Het is voor mij puur bedrijfseconomisch. Ik wil er gewoon geld mee verdienen. Zo simpel is het. Het is aan de ene kant natuurlijk mooi dat het allemaal duurzaam is, maar als het financieel niet voordelig was dan had ik het niet gedaan. De aanschaf was ook belastingtechnisch interessant.'


Zou u het EEF ook aanraden aan andere boeren in Flevoland?

'Ja, zeker. Het advies wat ze geven wordt betaald vanuit de provincie. Normaal kost een adviseur 100 of 200 euro per uur. Dat is altijd mooi meegenomen.'



© Jan Anninga

Batterijen voor opslag in opmars


Niet alleen in de agrarische sector, maar in heel Nederland zijn batterijen voor energieopslag in trek. Het aantal thuisbatterijen verdubbelt dit jaar, stelt Dutch New Energy Research (DNE Research) in een jaarlijks rapport over zonnepanelen en energieopslag.

Daarmee wordt volgens DNE Research voorgesorteerd op het verdwijnen van de salderingsregeling in 2027 waardoor opgewekte stroom niet meer voordelig aan het net kan worden geleverd. Met een thuisbatterij kunnen zowel bedrijven als particulieren meer met zonnepanelen opgewekte stroom voor eigen gebruik inzetten.

In het rapport spreekt DNE Research de verwachting uit dat eind dit jaar 89.200 nieuwe batterijopslagsystemen zijn geïnstalleerd, een stijging van 130 procent ten opzichte van een jaar eerder. Onder particulieren is de groei zelfs 260 procent.

De onderzoekers zien de totale opslagcapaciteit richting 2030 groeien naar zo'n 37 gigawattuur. Daarvan ligt 12 gigawattuur bij bedrijven, 10 gigawattuur bij netbeheerders en stroomproducenten en 15 gigawattuur bij huishoudens.


Koploper in Europa

Hoewel de interesse om zonnepanelen op daken te leggen afneemt, is Nederland wel koploper in Europa. Zo'n 40 procent van alle woningen heeft zonnepanelen op het dak liggen. Ondertussen professionaliseert de markt voor zonnepanelen, concluderen de onderzoekers. Het aantal installateurs neemt af, en de focus ligt steeds vaker op andere technologieën als thuisbatterijen en warmtepompen.

Volgens voorzitter Mark Harbers van Techniek Nederland zijn we op weg naar een toekomst waarin de consument geen omkijken meer heeft naar het eigen energieverbruik. 'Zonnepanelen, warmtepompen, elektrische auto's en huishoudelijke apparaten zijn nu al in staat om samen te werken via een energiemanagementsysteem. Dat systeem bepaalt wanneer het slim is om stroom op te slaan, te verbruiken of terug te leveren.'

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Dinsdag
    7° / 0°
    50 %
  • Woensdag
    5° / 1°
    10 %
  • Donderdag
    7° / 2°
    55 %
Meer weer