'Breng intensief melkveebedrijf positiever in beeld in de media'

Het bedrijf van de familie Verkleij typeert zich met 35.000 kilo melk per hectare door zijn intensiteit. 'We hebben een megastal en verhoudingsgewijs een hoge productie en veel koeien. In de afgelopen jaren is het debat over bedrijven als het onze in de media vaak opgelaaid. Die zouden haaks staan op duurzaamheid.'

Verkleij vindt dat negatieve beeld zonde. 'Wij werken met twee gezinnen aan dit familiebedrijf en willen het ook doorgeven', geeft de Zuid-Hollander aan. Zo hebben drie van zijn vier kinderen, de drie meiden, aangegeven later in de sector aan de slag te willen gaan. 'Wij willen dat zij een mooie kans krijgen.'

De diversiteit aan bedrijven trok Verkleij aan in het Netwerk Praktijkbedrijven. 'Ook wij werken hard aan duurzaamheidsprogramma's en scoren goed op bepaalde kengetallen. Al zullen dat weer andere kengetallen zijn dan bij bijvoorbeeld de biologische boer.'

Daarnaast bevalt het de ondernemer dat het Netwerk Praktijkbedrijven is opgezet rondom de KringloopWijzer. 'De hoeveelheid mais en gras die je van het land afhaalt, werkt direct door. Dus nu we bezig zijn met netjes bemesten, vers gras voeren en grasland opnieuw inzaaien, zie je dat terug. Je krijgt meer inzicht in je voetafdruk en gaat efficiënter werken.'

Al zeggen cijfers ook weer niet alles, weet Verkleij. 'Vorig jaar kregen we de kans om 40 hectare grasland te huren. Dat hebben we gedaan om meer mest te kunnen plaatsen, maar het zorgde er ook voor dat we slechter scoorden op ammoniak. Je denkt dan te extensiveren en meer land met hetzelfde aantal koeien te hebben, maar op papier betekent het dat we meer mest zelf kunnen plaatsen. En dat wordt toegerekend aan ons bedrijf.'

Ruw eiwit

De melkveehouder is positief verrast door het kijken naar het ruweiwitgehalte. 'Wij zaten best hoog, met 174 gram per kilo droge stof. Daar was winst te behalen. Tegelijkertijd merkten we dat het ureumgehalte in onze melk relatief laag was. Bij aanvang al onder de 20', zegt Verkleij.

Dat riep vragen op. 'Hoe kan die hoge input toch een relatief laag ureum geven in de melk? Uit de cijfers bleek dat het te maken had met de voersoorten die wij voeren. Ontsloten tarwe werkt goed bij ons. Sinds vorig jaar verbouwen we ook mais.'

In het tweede projectjaar is de veehouder ook vers gras gaan voeren. 'Er is een dure machine voor nodig en het is arbeidsintensief. We melken drie keer per dag in een 40-stands buitenmelker, dus we moesten kijken hoe we dat konden inpassen. We willen niet terug.'

De koeien zijn niet meer afhankelijk van weidegang voor vers gras, geeft Verkleij aan. 'Dat komt goed uit, omdat wij met natte percelen van 2 hectare werken, met sloten eromheen. Prima als je 60 koeien melkt. Maar met 230 koeien buiten heb je makkelijk schade.'

Betere kwaliteit gras

Door op deze manier te werken, krijgen de koeien meer en een betere kwaliteit gras, stelt de Zuid-Hollandse ondernemer. 'We hoeven van half maart tot november in principe geen eiwitkrachtvoer en soja aan te voeren. Zo weten we het eiwit in het gras beter te benutten dan in het verleden, toen we veel meer gras inkuilden.'

Zijn blik op de toekomst? 'We hebben onze zinnen gezet op een stikstofkraker. Omdat onze mineralenefficiëntie goed is, hebben we vrij lage gehaltes stikstof en fosfaat in onze mest. Daardoor moeten we ook veel kuubs afzetten om genoeg af te voeren', licht Verkleij toe. 'Helaas raken we ook veel fosfaat kwijt, meer dan erbij komt. Het zou mooi zijn als we fosfaat en stikstof uit elkaar kunnen trekken. Dan kunnen we het fosfaat op ons eigen bedrijf houden en de stikstof afvoeren.'

Tenslotte ziet Verkleij graag dat ook de kennis van dit project wordt doorvertaald naar de politiek en maatschappij. 'Je ziet bijvoorbeeld dat Rabobank nu ook gaat werken met de KringloopWijzer. Dat is mooi', stelt de ondernemer.

En wat betreft de samenleving, zegt Verkleij: 'De gemiddelde burger zegt het percentage eiwit van eigen land waarschijnlijk niets. Duurzaamheid doet denken aan thema's als biodiversiteit en waterkwaliteit. Maar ook efficiënter werken met minder verliezen is belangrijk. Als we die boodschap kunnen overbrengen, ben ik al heel blij.'