Tomassen Duck-To houdt volop vertrouwen in eendensector

Is er door alle vergunningprocedures geen toekomst meer voor de slachterij en daarmee het houden van eenden in Nederland? IJzerman blijft geloven in een oplossing. Al zouden morgen alle vergunningen worden ingetrokken, dan nog is er volgens hem voldoende hoop dat het gaat lukken om de slachterij en daarmee de eendensector overeind te houden.

De start van de problemen ligt in 2016. Eendenslachterij VSE stond op omvallen. Om te voorkomen dat de eenden van de leden van de toenmalige coöperatie opeens niet meer zouden kunnen worden geslacht en het personeel op straat kwam te staan, heeft Tomassen Duck-To per direct het personeel overgenomen en is het bedrijf de eenden in Ermelo gaan slachten. Daarmee werd een groot deel van de Nederlandse eendensector gered.

IJzerman: 'We hebben de overname gemeld bij de gemeente. Omdat het een acuut probleem was, was onze vergunning nog niet aangepast. De vergunning die we vanuit 1992 hadden omschreef wel hoeveel uren we per dag mochten slachten, maar niet om hoeveel dieren dat ging of hoeveel vrachtwagens.'

Om meer zekerheid te krijgen, werd in 2018 een revisievergunning ingediend. 'Daarin stond wel duidelijk vermeld om welke aantallen dieren, werkuren en vervoersbewegingen het ging. Met daarbij in eerste instantie nog de aanvraag om 10 miljoen eenden per jaar te mogen slachten', legt IJzerman uit.

Letter of intent

Dat aantal is tijdens het proces verlaagd naar eerst 6,3 miljoen en toen 6,1 miljoen dieren per jaar. De revisievergunning is na al die jaren nog steeds niet verleend. Wel is vorig jaar een 'letter of intent' getekend door slachterij en gemeente. In die brief staat het voornemen om de vergunning te verlenen. Met daarbij de mogelijkheid dat de slachterij later zou worden verplaatst naar het nog te ontwikkelen bedrijventerrein Horst aan de A28 in Ermelo.

Maar nu lijkt het college niet meer voornemens een revisievergunning te verlenen en ziet het er zelfs naar uit dat het de oude wil intrekken. Het college stelt dat er uit een zogeheten Bibob-onderzoek strafrechtelijke zaken naar voren komen bij Tomassen Duck-To.

Volgens IJzerman en de advocaat van de onderneming is dat absoluut onjuist. 'Het intrekken van de vergunning is gebaseerd op flinterdun bewijs en in strijd met het evenredigheidsbeginsel', aldus IJzerman. 'Genoeg reden om ertegen te procederen, mocht het zover komen.'

De adjunct-directeur zegt er alle vertrouwen in te hebben dat Tomassen Duck-To door kan. 'We komen niet zomaar per direct stil te liggen, waardoor eendenhouders hun dieren niet meer zouden kunnen afleveren. En dat gaat wat ons betreft ook nooit gebeuren. We hebben alle vertrouwen in het product dat we leveren en de houderij zoals we die in Nederland en Duitsland hebben.'

Als het bedrijf 6,1 miljoen eenden mag slachten, kan het samen met alle circa dertig eendenhouders die overblijven en de circa vijftien eendenhouders uit Duitsland verder, rekent IJzerman voor. 'We investeren dan ook door. Vorig jaar nog hebben we de eerste automatische ontbeenmachine voor eendenfilet ter wereld geïnstalleerd. Ook hebben we ons zonnepark vergroot naar 14.000 panelen en een upgrade uitgevoerd aan onze luchtwasser.'

'Het blijft mensenwerk'

Dat dierenrechtenorganisatie Animal Rights vorig jaar belastende beelden toonde, ontkent IJzerman niet. 'Het blijft mensenwerk. De vangploegen zijn overigens de verantwoording van de pluimveehouders. Die spreken we er ook op aan.'

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit controleert dagelijks op de slachterij op onder meer vangschade. IJzerman laat zien dat er vrijwel geen afwijkingen worden geconstateerd. In het laatste halfjaar van 2024 was er geen enkele boetewaardige overtreding. 'Er was één niet-vaststaande boetewaardige overtreding en geen schriftelijke waarschuwing op dierenwelzijn. Ook tijdens de hitte van deze zomer was er niet of nauwelijks vangschade.'

'Ons doel is kwaliteit te leveren op alle vlakken', zegt de adjunct-directeur van Tomassen Duck-To. 'Daardoor kunnen we concurreren met de pekingeenden uit Hongarije en Polen. Als we geen kwaliteit zouden leveren, waren we allang op prijs uit de markt gedrukt.'

Dat Tomassen Duck-To vooral produceert voor export naar Azië verwijst IJzerman naar het land der fabelen. 'Hooguit 3 tot 5 procent van onze export gaat buiten Europa. Azië is voor de Nederlandse pluimveesector een lastige afzetmarkt. Als er vogelgriep is, gaan die markten direct op slot. We exporteren wel, maar dat is naar Duitsland, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Scandinavië, waar veel meer eend wordt gegeten dan in Nederland.'