Roemeense veehouderij wil moderniseren en exporteren

In vergelijking tot andere voormalig Oostbloklanden is Roemenië minder verkend, maar voor veehouders niet minder kansrijk, zegt landbouwattaché Sophie Neve. Het land telt 19 miljoen inwoners en is met 238.397 vierkante kilometer in de regio het op één na grootste land.

Roemenië heeft veel kwalitatief goede grond en een goed klimaat, maar is voor veel producten een netto-importeur, zoals voor zuivel, vlees, groenten, bloemen en fruit. Het land vertegenwoordigt ongeveer 33,5 procent van het aantal landbouwbedrijven in de Europese Unie. Het gros daarvan is met gemiddeld 4,4 hectare echter wel klein.

'We hebben 1,4 miljoen koeien, maar hun productie is laag: 4.000 tot 5.500 kilo melk per koe. We hebben zeker nog 50.000 vaarzen nodig om aan de binnenlandse vraag naar consumptiemelk te kunnen voldoen. Wij gaan de melkvee- en varkenshouderij versterken', aldus de Roemeense landbouwminister Florin-Ionut Barbu onlangs.

Een woordvoerder van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur beaamt dat. 'De Roemeense regering streeft naar verdere ontwikkeling en modernisering van de voedselproductie, met als doel meer toegevoegde waarde creëren in het land. Ze wil de voedselzekerheid verbeteren, maar ook exporterend worden. Daar is het beleid op gericht en worden de gelden uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid voor ingezet.'

Grootste melkveehouder

In Roemenië zijn al langer Nederlandse melkveehouders actief. De bekendste is Jan de Boer. Met DN Agrar Group is hij de grootste melkveehouder van de Europese Unie. Een nieuwkomer is Pascal Cazemier. Sinds 2021 runt hij met twee compagnons een melkveebedrijf op een uur rijden van de stad Cluj in Transsylvanië.

Voordat Cazemier zich definitief in Roemenië vestigde, werkte hij twee jaar bij Nederlandse melkveehouders om vertrouwd te worden met de taal en cultuur. 'Dat raad ik iedereen aan.' Het drietal nam een voormalig staatsbedrijf over en begon zonder koeien. Inmiddels melken ze er driehonderd, met de ambitie om door te groeien. Cazemier: 'Groeien en tegelijkertijd het management organiseren is uitdagend. Het is hard werken, maar dat wisten we.'

Volgens Cazemier laat emigreren naar Roemenië zich niet vergelijken met bijvoorbeeld Denemarken. 'Je moet hier veel zelf kunnen. Je bent je eigen monteur, maar ook je eigen dierenarts. Een periferie zoals in Nederland is er niet', vervolgt de ondernemer. Gelukkig heeft hij in zijn omgeving een netwerk van zo'n vijftien Nederlandse melkveehouders die elkaar bijstaan.

Meer varkens

De varkensvleesproductie moet in de komende jaren ook fors groeien. Minister Barbu wil het land volledig zelfvoorzienend maken. Dat betekent dat de biggenproductie omhoog moet en de varkensstapel moet groeien naar 8,7 miljoen dieren. Voor de periode 2025-2026 heeft de overheid hiervoor 560 miljoen euro gereserveerd.

'In de varkenshouderij liggen zeker kansen', zegt ook dierenarts en varkenshouder Adrian Balaban. Hij heeft zo'n twintig jaar ervaring in de landstreek Muntenië en is ook voorzitter van de Romanian Association of Pigmeat Producers. Deze organisatie vertegenwoordigt ongeveer 75 leden die samen goed zijn voor 75 procent van de nationale varkensvleesproductie.

Roemenië telt zo'n vierhonderd commerciële varkenshouderijen met circa 150.000 zeugen. Jaarlijks worden in het land ongeveer 3,5 miljoen vleesvarkens geslacht. 'Onze zelfvoorzieningsgraad voor varkensvlees ligt op 30 tot 35 procent. De rest wordt geïmporteerd', zegt Balaban. De grootste bedreiging voor de groei van de varkenshouderij is Afrikaanse varkenspest. 'Het buiten de bedrijfsdeuren houden van dit virus is een uitdaging.'

Internationale gemeenschap

Wie snel aan de slag wil in Roemenië kiest voor de aankoop van een bestaand bedrijf. Al liggen de prijzen van deze bedrijven inmiddels wel een stuk hoger dan enkele jaren geleden. Het alternatief is een bedrijf van de grond af aan opbouwen. Volgens ingewijden ben je dan met het doorlopen van alle procedures wel zeker een jaar of twee bezig.

Degene die zich in Roemenië vestigt, treft een internationale agrarische gemeenschap. In de melkveehouderij zijn naast Nederlanders vooral Duitsers en Italianen actief. In de varkenshouderij voeren Denen en Hongaren de boventoon, maar wordt ook fors geïnvesteerd door Nederlandse bedrijven.