Tripspuzzel is vanaf 2026 moeilijk te leggen

'Problemen met trips ontstaan vooral als het gewas niet goed groeit, zoals bij droog en warm weer. Vandaar dat deze plaag vooral in de laatste fase van het huidige groeiseizoen schade heeft aangericht op niet-beregende of droge percelen in Nederland', verklaart uienspecialist André Boot van Hazera.

Technisch specialist Ruud van de Sande van middelenfabrikant Corteva sluit zich daarbij aan: 'De omstandigheden voor trips waren dit seizoen gunstig. In 'schimmel-jaren' als 2023 en 2024 zie je vaak juist minder schade van trips.'

Vanaf 2026 kunnen uientelers niet meer de insecticiden Batavia, Benevia en Karate inzetten. Volgens Van de Sande is door het wegvallen van deze belangrijke chemische middelen de tripspuzzel moeilijk te leggen.

De inzet van natuurlijke vijanden lijkt voorlopig geen oplossing en biostimulanten kunnen chemische middelen niet vervangen. Biostimulanten kunnen er wel voor zorgen dat de plant weerbaarder is of beter in staat is gewasbeschermingsmiddelen op te nemen. Vanaf nu wordt daarom de juiste toepassing van het beperkte aantal overgebleven middelen cruciaal.

'Het biologische middel Tracer schuift naar voren in het spuitschema. Voor een goede contactwerking is het van belang om een hulpstof zoals Attracker toe te voegen', adviseert de Corteva-specialist. Deze stof lokt de trips uit schuilplaatsen en verbetert de blootstelling aan insecticiden.

Spuiten bij dauwvorming

Naast vier toepassingen van Tracer kunnen telers volgend jaar nog wel de pyrethroïden Decis en Sumicidin Super inzetten. Het nadeel van pyrethroïden is dat ze ook natuurlijke vijanden doden. Van de Sande stelt dat bespuitingen tegen trips 's avonds laat of 's morgens vroeg het effectiefst zijn. 'Insecten zijn vooral in die periode actief en dauwvorming zorgt voor een betere opname van middelen.'

Vanwege het wegvallen van de genoemde middelen wordt het extra belangrijk om op tijd te beginnen met preventieve tripsbeheersing. Daarvoor zijn alle aspecten rondom de uienteelt belangrijk, stellen Van de Sande en Delphy-akkerbouwadviseur Anton van der Velde.

'Focus op een ongestoorde groei van het gewas. Dat kan ervoor zorgen dat trips veel minder schade aanricht', zegt Van der Velde. Hij wijst uientelers erop beregening, druppelirrigatie of fertigatie sterk te overwegen. 'Vooral in een droog jaar kan het gewas dankzij deze maatregelen goed blijven groeien. Daarnaast is in meerdere jaren bewezen dat zeker fertigatie een plus geeft op de uienopbrengst.'

Het voordeel van beregenen met een haspel is dat het de tripsdruk kan verminderen, omdat door het water een deel van de tripsen van het gewas spoelt. De larven en volwassen tripsen zijn namelijk vooral te vinden in de bladoksels van de jongste bladeren in een uiengewas.

Ook de inzet van een innovatie als de spotsprayer heeft een positief effect op een ongestoorde groei, ziet Van de Sande. 'Dankzij een plaatsspecifieke bespuiting op alleen het onkruid wordt het cultuurgewas niet geraakt en kan het bij een herbicidebespuiting niet in de groei worden geremd.' Verder zegt de specialist van Corteva dat aangrenzende gewassen van invloed kunnen zijn op de tripsdruk.

Vooral uientelers in het zuidwesten van het land die ook graszaad in het bouwplan hebben, moeten rekening houden met hun perceelkeuze. 'Trips kan ook schade aanrichten in graszaad en het is dus ook een waardplant voor dit insect', zegt de Corteva-specialist. 'Na de oogst van graszaad half juli zien we soms de tripsdruk in een naastgelegen uienperceel flink toenemen.'