Meerwaarde geven aan kruislingkalf op biologische melkveehouderij
Boventallige biologische kalveren ook biologisch tot waarde brengen als rundvlees. Voor melkveehouder Erik van der Velde uit Niehove en vleesveehouder Gert-Jan Stoeten een mooie gedachte. Hoewel het leidt tot veel werk en hogere kosten, levert het hen veel kennis en een goed gevoel op.

Erik van der Velde is enthousiast over zijn biologische bedrijf en laat dat graag zien door regelmatig rondleidingen te geven. Hij heeft naar eigen zeggen 'een goed verhaal'. Toch kan dit verhaal in zijn ogen nog beter. Als tijdens een rondleiding wordt gevraagd waar de boventallige kalveren heen gaan, is de reguliere kalverhouderij het antwoord. Er moet een betere bestemming voor die kalveren zijn, is de mening van de Groningse ondernemer.
Na een gesprek met Daan Tomesen van biologisch vleesvermarkter De Groene Weg werd gedacht aan een samenwerking met een biologische vleesveehouder. Al snel kwam Gert-Jan Stoeten, wiens bedrijf een zevental kilometers verderop ligt, in beeld.
Die laatste zag het wel zitten om een aantal kruislingkalveren van de Procross-kruisingskoeien met een Hereford-stier af te mesten. Dit ras past hem: 'Het is een rustig ras dat goed met gras kan omgaan. Ik ben een natuurboer, sobere dieren passen dan ook prima bij mijn bedrijf. Holstein-kalveren zijn minder geschikt.'
Wat betreft dierdagdosering doen we het beter dan de gangbare kalversector
De klik was er, dus werd de samenwerking bezegeld. Achteraf gezien wat lichtzinnig, blikt Van der Velde terug. 'We wilden het proberen, zonder te kijken naar een risicoanalyse en zonder minutieuze kostenberekening', vertelt de ondernemer.
Later werd duidelijk dat voor zo'n samenwerking vanuit de Europese Unie een subsidieregeling is in het kader van een gezonde kalverketen. Van der Velde en Stoeten besloten hier gebruik van te maken en zo werd de pilot 'Biologische kalveren in een gezonde kringloop' een feit.
'Subsidie was keihard nodig'
Terugkijkend is Stoeten heel blij met deze Europese steun: 'Achteraf gezien hadden we die subsidie keihard nodig. Denk aan de kosten voor de nodige stalruimte, maar ook aan het opdoen van kennis.' Van der Velde vult aan: 'We hebben met de pilot veel geleerd.
Zo kwam bijvoorbeeld naar voren dat er op het bedrijf sprake was van coccidiose. Dat hadden we eerder nooit, of het kwam niet aan het licht omdat de stierkalveren het bedrijf doorgaans veel eerder verlieten. De hokken raakten vol, waardoor de besmettingsdruk hoger werd.'
Om de gezondheid van de dieren op peil te houden, is niet alleen een extra loods voor de kalveren neergezet, maar is ook een extra groot strohok geplaatst voor de in het voorjaar afkalvende veestapel. 'Omdat er te weinig ruimte was in dit strohok, kalfde een deel af in de ligboxenstal. Dat was ik gewend', licht Van der Velde toe.
Toen zijn zoon in het bedrijf kwam, werd direct gekeken naar een groter afkalfhok. 'Ik moet mijn ongelijk toegeven. Alle koeien kalven nu gemakkelijk en bijna altijd zonder hulp af. Daarbij is het hygiënischer. Ook een leermoment. Je ziet het terug in een gezondere veestapel.'
Dieren blijven drie maanden
De opfok op zich is een hele uitdaging, weet Van der Velde. 'We houden de dieren drie maanden en dan gaan ze naar Gert-Jan. Dat is toch een hele periode. Dit kost niet alleen veel tijd, maar ook veel geld. Daarom maken we nu gebruik van een melktaxi om het werk gemakkelijker te maken', legt de ondernemer uit.
Die extra melkgift werkt volgens Stoeten ook kostprijsverhogend tegenover zoogkoeien. 'Als Erik er drie maanden lang biologische melk in stopt, dan moet dat ook op waarde worden gezet. Datzelfde geldt voor de waarde van het kalf bij de geboorte. De melk van mijn zoogkoeien zou niet naar de fabriek gaan, een kalf blijft zeven maanden bij de koe. Bij Erik is dat dus heel anders.'
Het eerste jaar van de samenwerking was, naast de ontdekking van coccidiose, pittig. Op het bedrijf van Stoeten brak pinkengriep uit. 'Het was een natte, klamme winter en de stallen zaten goed vol. De ziekte vloog er in, vooral na het castreren van de stieren onder narcose. De dag erna was het raak', blikt de vleesveehouder terug. Uiteindelijk bleek dat ook op het vleesveebedrijf extra ruimte nodig was om de dieren gezond te houden. Die ruimte is er nu.

Een ander leermoment was dat er aanvankelijk zowel vaars- als stierkalveren naar Stoeten gingen. Dit jaar komen er enkel stierkalveren. 'Als je kijkt naar het gewicht, dan groeien ossen net iets beter. Daarbij worden de vrouwelijke dieren tochtig en dat geeft onrust in de koppel. Dat kost groei', legt hij uit.
De samenwerking is niet alleen vrijheid-blijheid. De kostprijs moet ook kloppen. 'Die was 7 euro per kilo geslacht gewicht. Maar nu er de laatste maanden een hogere prijs voor vee en melk wordt betaald, kan die iets hoger liggen. Anderzijds moeten we rekening blijven houden met de meerwaarde', zegt Van der Velde. Voor de ondernemers zit meerwaarde ook in de een-op-eenrelatie. 'Zo blijf ik betrokken bij hoe de kalveren het op het vleesveebedrijf doen.'
Er is niet alleen extra werk rondom het langer aanhouden van vee, ook zijn er de extra werkzaamheden wat betreft het nemen van mest- en bloedmonsters. Die monsters worden gebruikt om te zien of de dieren gezond zijn. Iets wat beide ondernemers leerzaam vinden, om te kijken naar de dierdagdoseringen en in het kader van een gezonde kalverketen. Stoeten: 'Uit een analyse blijkt soms dat je bepaalde behandelingen niet nodig hebt. Denk aan een leverbotbehandeling, ze lopen immers in natuurgebieden.'
Lage dierdagdosering
Het onderzoek en de een-op-eenrelatie zorgen voor een lage dierdagdosering. Waar dit in de reguliere vleeskalverhouderij dicht bij de 15 dierdagdoseringen per dier per jaar zit, is het streven van Van der Velde en Stoeten om onder de 0,2 te komen. Dit doel is met 0,22 dierdagdosering per dier per jaar vorig jaar net niet gehaald.
Stoeten: 'We hadden last van blauwtong. Hierdoor zakte de weerstand, met een aantal ontstoken ogen en een paar navelinfecties tot gevolg. Ondanks dat het resultaat heel netjes is, denken we nog scherper te kunnen zijn. Daarbij heeft het blauwtongvirus ons ook een paar maanden groei gekost.'
De Groningse ondernemers denken dat veel biologische boeren hun samenwerking een mooi concept vinden. 'Wel zullen veel collega's zeggen dat de grond te duur is voor vleesbeesten, ook bij grond van terreinbeherende instanties', aldus Stoeten. Zelf kan de vleesveehouder goed overweg met de terreinbeherende organisatie waar hij mee samenwerkt.

Stoeten klaagt niet, maar ziet wel dat er meer ruimte nodig is voor verdere uitrol. 'Wij zijn op directeursniveau langs verschillende instanties geweest. Zij hoorden veel nieuwe informatie. Ze wisten niet dat zo'n keten mogelijk was en dat biologische kalveren het reguliere circuit in gaan. Ze vinden ons concept goed passen bij de natuurlijke gedachtegang en achtergrond van hun organisatie. Toch is het volgens hen lastig voor dit concept grond te vinden, vanwege de druk op de grondmarkt. Op grotere schaal speelt de beurs vaak ook een rol.'
Anderzijds vindt Stoeten dat voor dit bijzondere biologische vlees ook moet worden betaald, zodat de meerkosten uit de markt komen. 'Bij het drinken van melk hoort een stukje vlees. Daarnaast is De Groene Weg bezig met vlees dat volledig in Nederland is geproduceerd en het concept van korte, lokale ketens. Daar is dit een prima voorbeeld van. De koeien zijn grasgevoerd, hebben een hoge gezondheid, een lage milieu-impact en we hebben aandacht voor dierenwelzijn.'
Kwaliteitsvlees leveren
Volgens de vleesveehouder zou het mooi zijn het concept zo te laten groeien dat alle boventallige kalveren van Van der Velde op deze manier kunnen worden vermarkt. Stoeten: 'Belangrijk daarbij is een stukje kwaliteitsvlees dat wordt gewaardeerd. De vleesveehouder speelt in die afstemming tussen vraag en aanbod een belangrijke rol voor De Groene Weg. Stel dat die een goede match vindt met de retail en foodservice, dan is het aan hen om te zorgen dat daar het stukje kwaliteitsvlees komt te liggen dat wordt gevraagd.'
De ondernemers gaan voorlopig verder met hun samenwerking. 'We zijn hier destijds zomaar ingestapt. Als het tegenzit, kijken we elkaar aan, maar als het meezit doen we dat ook. We vinden dat we een goed verhaal hebben en hebben vertrouwen', aldus Stoeten.
Van der Velde vult aan: 'Om het geld hoeven we het niet te doen, het is goed dat ik er een melkveetak bij heb. Maar we zouden het jammer vinden als we moeten stoppen. Daar is dit concept veel te mooi voor.'

Bedrijfsgegevens
Erik van der Velde houdt in het Groningse Zuidhorn 150 Blaarkop- en Hereford-runderen, waaronder 49 kruislingen van Van der Velde. Ook zijn er 50 schapen en 40 Nederlandse Landgeiten. Het bedrijf omvat 140 hectare, waarvan 128 hectare natuurgrond. Erik van der Velde houdt in het Groningse Niehove op 80 hectare 120 melkkoeien, met een productie van 7.700 kilo met 4,30 procent vet en 3,50 procent eiwit.Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners

Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
ST1620
Gebruikt, € 2.500
-
Lemken Ploeg Juwel 8 (MM) #29138
Gebruikt, P.O.A.
-
John Deere Zitmaaier / tuintrekker X167 (HG) #692194
Gebruikt, € 5.247
-
John Deere Zitmaaier / tuintrekker X107 (BS) #692286
Gebruikt, P.O.A.
Vacatures
Toezichthouder Stikstof
Recruitment Marketeers - NL
Weer
-
Dinsdag23° / 10°10 %
-
Woensdag21° / 9°10 %
-
Donderdag20° / 9°10 %