NVWA vreest voor welzijn pluimvee, sector vindt dat onterecht

De recente definitieve uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) oordeelt dat een keuring van pluimvee na het slachtproces voor het bepalen van vangletsel niet kan. Deze keuring kan niet onomstotelijk vaststellen dat de letsels tijdens het vangen zijn ontstaan of in de daaropvolgende keten van transport, of het slachtproces.

Door deze uitspraak kan de NVWA bij de slachthuiskeuring nu niet meer handhaven op het ontstaan van letsel. In de ogen van de autoriteit raken veel dieren daardoor onnodig gewond. Naar eigen zeggen hebben de slachthuiskeuringen ertoe geleid dat het aantal vangletsels bij pluimvee gevangen in Nederland flink is gedaald. De organisatie bestudeert de uitspraak en gaat zoeken naar methoden om het vaststellen van vangletsels wel mogelijk te maken.

Inzet pluimveehouders en vangploegen

De forse daling van het aantal vangletsels in Nederland is volgens De Jong vooral te danken aan de inzet van pluimveehouders en vangploegen. 'Het keuren en boetebeleid hebben hier weinig invloed op gehad, want pluimveehouders en vangploegen krijgen vaak pas na lange tijd te horen dat er schijnbaar iets mis was gegaan en er veel letsels waren. Daar kun je dan niet op sturen. Vrezen voor het welzijn van het pluimvee nu hierop niet meer wordt gekeurd, is niet nodig. Pluimveehouders hebben alleen maar nadelen van letsel bij de kippen, dus willen ze sowieso dat er netjes met de kippen wordt omgegaan. De pluimveehouders en vangploegen zullen niet ineens anders gaan werken', reageert hij.

'We willen graag samen met de NVWA zoeken naar een methode die daadwerkelijk vaststelt of letsels tijdens het vangen op het pluimveebedrijf ontstaan', vervolgt de vakgroepvoorzitter. 'Dat moet een methode zijn die dit direct aantoont, zodat je daarop kunt sturen.’