Tuinbouwbedrijf in hoger beroep tegen bestraffing voor 'nepstagiairs'

Beuker werd zwaar bestraft. De Groningse rechtbank nam het oordeel van de minister grotendeels over, maar matigde de opgelegde boetes iets omdat de kwestie al lang speelt. De ondernemer vindt verdere matiging noodzakelijk, omdat hij zijn leven heeft gebeterd en zich van zijn goede kant heeft laten zien, stelt de advocaat van het bedrijf. Woordvoerders van het ministerie veegden dat verweer van tafel tijdens een hoger beroep dinsdag bij de Raad van State.

'Het leerelement stond voorop bij de stagiairs', stelde de advocaat van Beuker. 'Ze kwamen voor het vergroten van kennis en werkervaring opdoen in het buitenland. Daarbij hebben ze ook regulier en eenvoudig werk verricht.' Daarom heeft het ministerie volgens haar onterecht geoordeeld dat er sprake was van een arbeidsovereenkomst en dus een dienstverband. Het leverde Beuker een boete op van bijna 40.000 euro, die door de rechtbank werd verlaagd tot 30.000 euro.

Tussenpersoon

'Hij is te goeder trouw afgegaan op informatie van anderen', stelde zijn advocaat. Waaronder tussenpersoon Agri-Job die de stageplekken regelde met de universiteiten in Polen en Oekraïne. Dat nu niet meer bestaande bedrijf was in handen van de huidige partner van Beuker, meldde de advocaat. Dat deed de wenkbrauwen van de staatsraden fronsen.

Het ministerie keek naar de feiten en concludeerde dat er sprake was van een dienstverband waarvoor minimumloon en minimumvakantiebijslag moeten worden betaald. Maar ze kregen een stagevergoeding. De opleidingen van de stagiairs hadden inhoudelijk niets te maken met de werkzaamheden die de studenten verrichtten. Uit verklaringen van de studenten bleek ook dat ze niet voor hun opleiding bij Beuker werkten. Het was gangbaar werk voor de tuinbouwsector.

Nabetaling

De ondernemer kreeg ook opdracht om achterstallig loon volgens het dienstverband na te betalen. Zou dat niet of niet tijdig gebeuren, dan kwam er een boete van 40.000 euro.

Beuker voldeed niet aan die plicht en heeft volgens de advocaat intussen de volledige boete moeten betalen. Volgens de advocaat bleken de studenten niet meer te achterhalen. Maar de woordvoerders van het ministerie stellen dat Beuker te weinig heeft gedaan om contact te leggen. Het bedrijf had al hun gegevens moeten hebben.

Vanwege het ontbreken van de vereiste werkvergunningen voor de Oekraïense studenten kreeg Beuker ook nog eens een door de rechtbank verlaagde boete van ruim 20.000 euro. Verder kreeg het bedrijf van het ministerie een waarschuwing dat stillegging een volgende stap zal zijn.

De Raad van State moet nu beoordelen of de minister misschien toch te streng is geweest. De uitspraak volgt binnen enkele maanden.