Integrated Crop Management wijst telers weg naar minder chemie
Milieu-impact verminderen en oplossingen vinden voor het krimpende middelenpakket. Dat is het doel van Integrated Crop Management (ICM) Telers krijgen tijdens velddagen informatie over hoe dat werkt in de praktijk.
De milieubelasting van akkerbouwbedrijven daalde de laatste twintig jaar met 65 procent dankzij toepassing van geïntegreerde teeltmethoden. Dat zegt Geert Pinxterhuis van BO Akkerbouw. Maar voor dit jaar waarschuwt hij voor een trendbreuk. ‘Door de problemen met phytophthora in aardappelen en valse meeldauw in uien zijn akkerbouwers genoodzaakt meer te spuiten dan voorgaande jaren.’
Pinxterhuis is bij BO Akkerbouw projectleider van het Actieplan Plantgezondheid. Hij opende 5 september de ICM-velddag op het proefbedrijf van Wageningen UR Open Teelten in Lelystad. Op deze dag kregen telers uitleg over duurzame teelt van akkerbouwgewassen met minder chemie. Een vergelijkbare bijeenkomst, maar dan gericht op de teelt op zand, is 26 september gehouden bij het proefbedrijf van Wageningen University & Research (WUR) in het Drentse Marwijksoord.
Op de proefpercelen in Lelystad is de ICM-strategie toegelicht voor de teelt op klei. Specifiek voor suikerbieten was er in een rondgang aandacht voor de beheersing van stengelaaltjes, vergelingsvirus, cercospora en onkruiden. Bij elk van de knelpunten gaf een WUR-onderzoeker aanwijzingen om via de bouwstenen van het ICM-schema samen met de bezoekers tot een duurzame oplossing te komen.
Suikerbieten inzaaien naast het perceel van vorig jaar is niet verstandig
Pleksgewijze schade aaltjes
Over stengelaaltjes in suikerbieten vertelt onderzoeker Rik Peters dat de schade in de praktijk vaak alleen heel pleksgewijs voorkomt. Maar omdat de aaltjes goed overleven in de bodem is meer overlast op termijn niet uitgesloten.
Stengelaaltjes veroorzaken koprot in bieten en zijn met rotaties lastig te bestrijden door de vele waardplanten, waaronder grassen, granen, uien en dus ook suikerbieten. Bij veredelaars heeft resistentie tegen deze pathogeen weinig prioriteit, erkent ook rondleider Lisette Staal. Zij is salesmanager bij zaaizaad- en kweekbedrijf KWS.
Volgens Peters is inunderen van besmette percelen voorlopig de meest effectieve bestrijding voor stengelaaltjes op alle grondsoorten. Dat blijkt uit emmerproeven. 'In suikerbieten is gevoeligheid voor rhizoctonia na inundatie wel een aandachtspunt. Het advies is om op de schone grond eerst zo'n 40 ton compost aan te voeren voor herstel van de weerbaarheid van de bodem. Bij twijfel is het altijd verstandig een resistent ras te telen.'
Er zijn drie virussen die in suikerbieten vergelingsziekte veroorzaken. Een daarvan is persistent, een is niet-persistent en een heeft een tussenvorm, vertelt onderzoeker Klaas van Rozen. Het is lastig om de bestrijding daarop af te stemmen, omdat alle drie virussen vaak tegelijk voorkomen op percelen.
'Een standaard bestrijding van perzikluizen, uitgaande van een schadedrempel, is nu nog het meest effectief. Het stimuleren van natuurlijke vijanden vanuit akkerranden of de meerwaarde van het tussenzaaien van stuifgerst met ook de functie van lokgewas, wordt onderzocht', zegt de onderzoeker.
Alternatieve coating
KWS werkt aan toelating van een alternatieve coating, vertelt Staal. Die moet binnen twee jaar beschikbaar zijn. De coating bestaat uit nutriënten en werkt als een biostimulant. 'Het idee is om de beginontwikkeling van bietenplanten zodanig te stimuleren dat ze weerbaarder zijn tegen vergelingsvirussen.' Volgens Staal is veredelen op resistentie lastig, omdat de betreffende virussen sterk van elkaar verschillen.
Tegen de bladschimmel cercospora kunnen bietentelers inmiddels veel doen om de druk te beperken. Onderzoeker Bert Evenhuis vertelt dat toen hij begon met het ICM-onderzoek er voor suikerbieten slechts enkele fungiciden beschikbaar waren. Die stonden bovendien op de lijst voor uit te faseren middelen.
'Nu zijn er nieuwe groene middelen die redelijk werken, zeker in combinatie met een goede strategie op basis van waarschuwingssystemen. Een grote meerwaarde is dat er bewuster wordt veredeld op weerbaarheid tegen cercospora. Er zijn inmiddels rassen met een 9 voor bladgezondheid. Die zijn gemakkelijker gezond te houden', licht Evenhuis toe.
Ook het bouwplan heeft invloed op de infectiedruk. Een rotatie van 1 op 6 is beter dan 1 op 4, stelt Evenhuis. Verder zegt hij dat het niet verstandig is suikerbieten te zaaien naast het perceel van vorig jaar. Hij wijst ook op de apii-variant van de bladschimmel die vaker lijkt voor te komen. 'Cercospora apii heeft meer waardplanten, daartoe behoren ook meldes en melganzenvoet. Het maakt het belang van een effectieve onkruidbestrijding alleen maar groter.'
Bouwplanbenadering
Aansluitend gaat onderzoeker Timo Sprangers in op mogelijkheden voor beheersen van onkruid met minder chemie via een ICM-schema. Hij zegt dat voor suikerbieten vaak vier of vijf onkruidsoorten problemen opleveren en pleit voor een bouwplanbenadering om vorming van onkruidzaad tegen te gaan. 'In het najaar kan het verstandig zijn om een voorvrucht te oogsten voordat onkruiden in het zaad schieten.'
Onderdrukken van onkruiden kan door onderploegen of bodembedekkende groenbemesters, stelt Sprangers. Op lichte gronden kiezen telers vaak voor rassen die de bodem vlot bedekken. KWS brengt Conviso Smart-rassen op de markt, die tolerant zijn voor ALS-herbiciden en met twee bespuitingen goed schoon blijven. IRS beveelt deze rassen alleen aan als onkruid echt een probleem is.
Tot slot benoemt Sprangers enkele technieken voor mechanische onkruidbestrijding. Voor de toekomst verwacht hij veel van onkruidrobots voor het schoffelen in suikerbieten.
Uitfaseren van middelen met de meeste milieubelasting
De basis voor de ICM-systematiek zijn de uitdagingen voor de gewasbescherming in 2030 zoals vastgelegd in de Farm to Fork-strategie. Dit betreft een reductie van 50 procent op het gebruik van chemische middelen en het uitfaseren van de middelen met de meeste milieubelasting. Dit zijn de 92 zogeheten CfS (Candidates for Substitution)-stoffen. WUR-onderzoeker Wilfred Huiting legt uit dat ICM een systematische aanpak is voor weerbare teeltsystemen. Het schema bestaat uit vijf pijlers: gewasdiversiteit, ras en teeltwijze, bodem, water en bemesting, gerichte beheersing en monitoring en adaptie. Aan de pijlers zijn bouwstenen gekoppeld met mogelijke oplossingen om ziekten, plagen en onkruiden beheersbaar te maken. Vaak zijn oplossingen gericht op verhoging van weerbaarheid, implementatie van nieuwe technieken, beperking van vermeerdering van de ziekteverwekker en teelt van resistente rassen.Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
New Holland T6.155 AutoCommand
2022, P.O.A.
-
T6.180 DC StageV
Gebruikt, € 144.900
-
John Deere 328A achtermaaier met kneuzer
2012, P.O.A.
-
Fendt Former 10065 zwadhark
2023, P.O.A.
Vacatures
Bestuurslid met voorzitterskwaliteiten
Coöperatie Natuurrijk Limburg - NL
Projectmedewerker waterkwaliteit, NIL, klimaat, bodem en agrarisch natuurbeheer
Agrarische Natuurvereniging Oost-Groningen - Vlagtwedde, Westerwolde
Directeur
KAVB - Hillegom
Accountmanager Binnendienst
AgriPers - Wageningen
Docent-Onderzoeker Innovatieve Plantenteelt
Hogeschool Van Hall Larenstein - Leeuwarden
Weer
-
Woensdag17° / 12°75 %
-
Donderdag14° / 12°95 %
-
Vrijdag12° / 7°50 %