Voldoende budget voor alle aanvragers Lbv en Lbv-plus, geen ranking meer

Vrijwel alle aanvragers voor de Lbv voor varkens, melkvee, kippen of kalkoenen krijgen voor 1 juni de beschikking thuis. Voor een aantal veehouders, waarbij nog om aanvullende informatie is gevraagd, kan het nog wat langer duren, maar volgt de beschikking zo snel mogelijk.

Binnen de Lbv was er een ranking. Bedrijven met de hoogste uitstoot kwamen het eerst aan de beurt en er waren schotten tussen de sectoren varkens, pluimvee en melkvee. Voor melkvee was er 270 miljoen euro beschikbaar en voor varkens en pluimvee beide 115 miljoen euro. Door de ophoging van de budgetten in april werd het budget voor de Lbv verhoogd van 500 miljoen euro naar een bedrag van 1,102 miljard euro en waren schotten niet meer nodig.

Goed nieuws

'Het is goed nieuws voor alle aanvragers dat ze kunnen stoppen', zegt Marco Hol van DLV Advies. 'Dat geldt vooral voor de varkenshouders. Met de 115 miljoen euro die er in eerste instantie voor de varkensbedrijven was, hadden maar zo'n zestig varkenshouders kunnen stoppen, terwijl er veel meer aanvragen zijn. Ook bedrijven die ver van een natuurgebied zitten of 'dure' bedrijven weten nu dat ze in aanmerking komen.'

RVO heeft volgens Hol, die veel bedrijven heeft begeleid bij de aanvraag voor Lbv en Lbv-plus, alle aanvragen goed beoordeeld en daar waar nodig in overleg met de aanvrager aangepast. 'Voor pluimveebedrijven met uitloop moesten bijvoorbeeld de vierkante meters stal worden aangepast. Andere bedrijven hadden bijvoorbeeld niet het juiste concentratiegebied aangegeven, dus bijvoorbeeld overig, terwijl het zuid moest zijn of andersom en soms was ook niet het juiste dichtstbijzijnde natuurgebied ingevuld.'

Indienen voor Lbv-plus kan nog

Voor de Lbv-plus is na de ophoging in april in totaal 1,820 miljard euro beschikbaar. Voor deze regeling kunnen nog tot en met 20 december 2024 aanvragen worden ingediend door bedrijven met varkens, melkvee, kippen, kalkoenen of vleeskalveren. Die laatste groep viel dus niet onder de Lbv.

Of alle veehouders die een aanvraag voor de Lbv of Lbv-plus hebben ingediend daadwerkelijk gaan stoppen, is nog niet zeker. 'Maar zeker is wel dat de aanvraag wordt gehonoreerd', zegt Hol. 'Het is nu aan de ondernemer om te beslissen of ze inderdaad stoppen als veehouder.'

Bij die beslissing kan het nog een rol spelen welke mogelijkheden er zijn op de locatie die vrijkomt. Het is voor de ondernemer in ieder geval uitgesloten om nog met varkens, melkvee, kippen, kalkoenen of vleeskalveren verder te gaan. Of er een andere onderneming of woningbouw mag op de locatie, moet de ondernemer met zijn gemeente en/of provincie regelen.

Ondernemers kunnen ook nog niet beslissen of ze echt helemaal stoppen of op een andere locatie verder willen of de emissie van hun bedrijf met innovatie aanpakken. De verplaatsingsregeling en innovatieregeling die zijn aangekondigd, zijn er nog steeds niet.

Voor de Lbv-regeling zijn 506 aanvragen ingediend. Bij de Lbv-plusregeling staat de teller op 746 aanvragen. Er zijn nog 167 aanvragen waarbij het nog niet geheel duidelijk is of die onder de Lbv of Lbv-plus vallen.

Er zijn in totaal 548 aanvragen ingediend door varkenshouders. Welk deel Lbv of Lbv-plus is, maakt RVO niet bekend. Na de varkensbedrijven volgen de melkveehouders met de meeste aanvragen, 383 in totaal. Er zijn 221 pluimveebedrijven die een aanvraag hebben ingediend, 179 kalverhouders en 88 bedrijven met meerdere diersoorten.