Overijssel betreurt onrust over bufferzones en geeft duidelijkheid

Overijssel heeft net als andere provincies in het PPLG overgangsgebieden bij Natura 2000-gebieden en bufferzones langs beekdalen opgenomen in het PPLG. Dit is in lijn met wat er vanuit het landelijke NPLG wordt gevraagd.

Von Martels: 'In ons ontwerp-PPLG Overijssel 2023 definiëren we deze gebieden als 'uitwerkingsgebieden'. Hiervoor hebben we onder meer gebruik gemaakt van waterkwaliteitsgegevens van het waterschap. Uitwerkingsgebieden zijn zoekgebieden voor maatregelen die bijdragen aan natuurherstel, waterkwaliteit en emissiereductie.'

De aanpak van Overijssel omvat een gezamenlijke aanpak op basis van feiten, stelt Von Martels. 'Zoals ook benadrukt in het coalitieakkoord Schouder aan Schouder. In onder meer de koploperprojecten leren we door te doen. We voeren ook open gesprekken over de toekomst voor ons platteland. Daarbij is onderbouwing met gezamenlijk feitenonderzoek altijd ons uitgangspunt. We zoeken samen met grondeigenaren, waterschappen en andere experts naar de beste aanpak per uitwerkingsgebied; dus per overgangsgebied voor Natura 2000 en per beekdal.'

Landbouw belangrijkste landgebruiker

Volgens de BBB-gedeputeerde is de landbouw de belangrijkste landgebruiker in de uitwerkingsgebieden. Het is ook de bedoeling dat dat in de toekomst zo blijft. Er zijn dan ook geen maatregelen op alle landbouwgronden in een uitwerkingsgebied nodig. Waar wel, dat wordt nu onderzocht.

'We werken dus niet met vooraf bepaalde bufferzones van 100 tot 250 meter zoals benoemd in het NPLG', benadrukt Von Martels. 'We houden vast aan onze Overijsselse aanpak door samen met betrokken partijen te werken aan het behalen van de doelen. Dat is per gebied maatwerk.'