Mais van 2023 stemt tevreden

De meeste deelnemers aan het Maismeetnet zijn tevreden over de vorig jaar gewonnen maiskuil. Ook de uitslagen vallen niet tegen, hoewel de hoeveelheid zetmeel, zeker in relatie tot elders, soms wat tegenvalt.

Mais+van+2023+stemt+tevreden
© Jorien Slager

Maar nog niet iedereen heeft ervaring met hoe de mais voert. Bas Fokkert in het Overijsselse Holthone heeft de kuil nog dicht. Over de kuiluitslag is hij niet heel enthousiast. ‘Dat kon beter. Andere mais, die we eerder hadden geoogst, komt uit op 1.000 VEM per kilo droge stof en 400 gram zetmeel. Die goede cijfers werden wel gehaald bij minder tonnen opbrengst.’

Fokkerts Maismeetnet-mais staat op gescheurd grasland. ‘Qua tonnages is het heel best. Ik denk dat er door die opbrengst een verdunningseffect optrad. De kolf was wel even zwaar als op het andere perceel. Door de hoge plantmassa maakt die kolf een kleiner deel uit van de totale kuil.’

Ook Wim Vedder in het Drentse Gasselternijveenschemond heeft nog weinig ervaring met de kuil, hij voert deze nu een week. ‘Ik denk dat de mais een behoorlijk positieve invloed heeft op de melkgift, deze is goed ingekuild.’

We hadden de mais vroeg gezaaid, meestal pakt dat goed uit maar dit keer niet

Corné Rommens, melkveehouder in Hoeven

Corné Rommens in Hoeven had iets meer zetmeel verwacht. ‘Dat was dit keer wat gewoontjes’, zegt de Brabander. ‘We hadden de mais vroeg gezaaid. De regen kwam net te laat voor de pluimzetting. We hebben ook nog beregend voor een goede korrelzetting, het was droog van eind mei tot begin juli.’


Thema Mais

De maisrassen zijn bekend. Boeren in Nederland zijn druk bezig hun maisras voor het komende jaar te kiezen. Gaan ze voor zekerheid of gooien ze het eens over een ander boeg? Kijken ze naar een vroeg of een laat ras? En wat is verstandiger: voor- of nazaai van het ondergewas? Mais blijft een van de belangrijkste gewassen in Nederland. Er valt heel wat te kiezen in deze teelt. Het is uiteindelijk aan de vakman om van seizoen 2024 weer een succes te maken. Dit artikel is onderdeel van het Maismeetnet en het thema Mais in de Nieuwe Oogst van 12 januari.

Dit had in Rommens' ogen effect op de korrelzetting. ‘De kolf zat er wel in, wellicht was het korrelaandeel net iets lager. Meestal pakt vroeg zaaien goed uit. Dit keer bij mij niet.’

Pieter Peters in het eveneens Noord-Brabantse Oirschot deelt die ervaring niet. ‘We hadden enkele percelen later gezaaid dan deze. Daarvan kwamen de kuilen ook boven de 1000 VEM, maar minder hoog dan deze.’ Hij verwacht dat de hoge voederwaarde mede te danken is aan de rassenkeuze. ‘Bij dit ras zitten de cijfers voor de eigenschappen zetmeel als verteerbaarheid erg hoog.’

Provinciegenoot Jolan van Noije uit Escharen is tevreden: ‘Het voert goed, koeien hebben het graag in een rantsoen van kuilgras, snijmais en wat soja. De gehalten blijven mooi op peil.


Zelden onder 1.000 VEM

Gerrit de Jong in Meerkerk is niet verbaasd dat zijn kuil 1.000 VEM heeft. ‘Wanneer de uitslag onder die grens zit, is het laag. Hier gebeurt het nooit dat er geen kolf in komt. De massa was goed, met dus een mooie voederwaarde erbij.’

De Zuid-Hollander had de 40 procent droge stof niet zien aankomen, de plant was zeker nog niet dood. De Jong voert de kuil nu een paar maanden. ‘In het begin hadden we even last van wat broei, dat is er nu uit.’ Zijn koeien krijgen dagelijks 10 kilo mais per dag, naast 12 tot 14 kilo droge stof kuilgras uit de eerste en derde snede. ‘De vertering is goed, dat is ook aan de mest te zien’, vertelt de Meerkerker.

Bij Dedde Jan Tilma in Hantumhuizen krijgen de koeien de mais met de eerste snede gras. ‘Bij een snel verteerbare graskuil past een rustige mais. De droogte had ik niet verwacht. Wel is een toevoegmiddel gebruikt, dat doen we de laatste jaren standaard. De opbrengst was goed, ik was blij dat de laatste wagen van het land kwam. Ik wist niet waar ik de mais moest laten’, geeft de Friese veehouder aan.


Mooie combinatie met bieten

Bert Wissels in het Gelderse Hengelo is ook tevreden over de mais. ‘Ze vreten het goed. Een mooie combinatie met de bieten. Deze week had ik nog een bedrijfsbegeleiding met de dierenarts; de koeien staan mooi op de mest, de vruchtbaarheid is goed. Alles loopt lekker’, laat de melkveehouder weten.

Wissels hoopt de bieten in het rantsoen te kunnen houden, maar nog niet alles is binnen. ‘Het zou mooi zijn als we alles kunnen rooien’, zei hij vorige week.

Maandag werd een nieuwe poging ondernomen. Niet met rupsen. ‘Die zitten voorlopig vooral in de suikerbieten. Bieten die meer opleveren, waarbij ondernemers meer baat hebben bij de oogst. De grond is niet heel hoog, dus die laatste loodjes vormen nog een uitdaging’, aldus de ondernemer.


Mais in balen

Guido Frijns in Reijmerstok heeft zijn mais in grote balen laten verpakken en die vervolgens verkocht. ‘Qua voederwaarde is rond de 35 procent optimaal. Voor pakken mag dit een procentje droger. Dat was vorig jaar, toen bleven de balen mooier in vorm. Maar we waren voor de regenval en dat is ook belangrijk.’

De timing was uitstekend, blikt de Limburger terug. ‘We hebben vervolgens het graan nog kunnen zaaien, dat staat er redelijk mooi op.’ Wel ziet hij dat ook hier plassen hebben gestaan, ook al ligt de grond 200 meter boven nap. Op die plekken is het graan verdwenen.

‘De grond is verzadigd. Normaal staat er even een plas water en dat is snel weg. Dat kan het graan nog wel weerstaan. Maar enkele dagen natte voeten is funest’, stelt Frijns.



Marco Heijblok, melkveehouder in Hippolytushoef
Marco Heijblok, melkveehouder in Hippolytushoef © Johan Wissink

‘Koeien doen het goed op mais van vorig jaar’


Marco Heijblok kijkt tevreden terug op het vorige maisseizoen. De opbrengst was prima, de plant bleef mooi groen en de maiskuiluitslag laat goede zetmeelcijfers zien. ‘De koeien doen het er goed op.’

De melkveehouder in het Noord-Hollandse Hippolytushoef startte direct na de oogst met vers voeren, na zes weken werd de grote kuil opengemaakt. Hier kiest de ondernemer voor een mengkuil met voederbieten.

‘Eerst leggen we een laag mais in de sleufsilo. Vervolgens worden met een extra shovel laagsgewijs de bieten over de kuil gereden. Dit jaar heb ik de bieten niet versnipperd, dat is toch wat prijzig. Doordat de shovel over de bieten rijdt, wordt een aantal bieten toch kapotgereden’, legt de ondernemer uit.

Belangrijk is wel dat de kuil wordt toegedekt met een behoorlijke laag grond, weet Heijblok. ‘De bieten krimpen iets, ze worden door de maiszuren wat zacht en beter verteerbaar. Verse bieten zijn mokerhard, deze zijn zachter en worden makkelijker gepakt. Ik voer met de blokkendoseerwagen en de koeien pakken de bieten er het eerst uit.’


Bedrijfsgegevens: 46 hectare gras, 11 hectare mais, 2,6 hectare voederbieten, 3,5 hectare veldbonen, 9 hectare wintertarwe, 75 melkkoeien, 9.100 kilo melk, 4,50 procent vet, 3,60 procent eiwit

Heijblok teelt al zeven jaar voederbieten. ‘Het is een gemakkelijk gewas. Je moet er in het voorjaar twee dagen aandacht aan besteden en in het najaar één. De teelt levert een massaal gewas op.’ Om tot de juiste verhouding te komen, worden van de mais twee wagens gewogen en vergeleken met de opbrengst aan voederbieten.

Dit jaar deed de veehouder voor het eerst ook ervaring op met veldbonen. ‘De opbrengst was goed, maar binnen de studiegroep varieerde dat van heel slecht tot heel goed.’ Na de oogst wordt dit gewas gemalen, verpoederd en in een sleufsilo gedaan.



Albert van Egdom, melkveehouder in Woudenberg
Albert van Egdom, melkveehouder in Woudenberg © Johan Wissink

‘Perspulp combineert mooi met droge mais’


Albert van Egdom in het Utrechtse Woudenberg voert zijn mais sinds begin december. Hij heeft dit gewas met 25 procent perspulp ingekuild.

Om genoeg zetmeel in de kuil te krijgen, oogst Van Egdom de mais wat droger. ‘Dit jaar met 37 tot 38 procent. Met de perspulp wordt die vochtiger. Daarme lijkt de mais lijkt iets ingeweekt, waardoor deze beter verteert.’

Normaal gesproken heeft de perspulp een drogestofpercentage van 27 procent. Dit keer ging het om 25 procent, maar dat is nu geen probleem. De maisopbrengst is goed, de kuil is dit jaar 20 procent hoger dan andere jaren.

Een groot voordeel van het mengen is dat de ondernemer hierdoor geen extra perspulpkuil hoeft open te houden. ‘Het is een stukje gemak. En ik moet toch voer aankopen, dan is perspulp een prima optie’, vertelt hij.


Bedrijfsgegevens: 38 hectare gras, 8 hectare mais, 100 koeien, 10.600 kilo melk, 4,30 procent vet, 3,40 procent eiwit

De perspulp is niet alleen smakelijk, maar bevat ook veel energie. ‘Daarbij rekent dit product gunstig in de BEX om de mestafzet te verlagen. Momenteel heb ik een ureumgetal van 15 tot 16 en het melkt lekker, de koeien geven gemiddeld 33 kilo per dag.’

Van Egdom haalde vorig jaar een gemiddeld ureumgetal van 18. ‘Vroeger durfde je niet onder de 20 te gaan. Het is een kwestie van gras droger inkuilen en zo zorgen voor veel darmverteerbaar eiwit en voldoende energie.’

De koeien krijgen naast mais de eerste vier sneden gras. De herfstsnede is voor het jongvee en de derde en vierde snede gaan ook naar de droogstaande koeien. Dit betekent dat de veehouder drie graskuilen open heeft. ‘Ik heb ruimte genoeg. Daarom maak ik liever wat langere kuilen, zodat ik toch voldoende voersnelheid kan houden.’




‘Mais was net op tijd binnen, nog voor de regen’


Roelof de Jong in het Friese Abbegea blikt terug op een ‘vreemd jaar’. Door het vochtige voorjaar ging zijn mais laat de kuil in en werd deze ook laat geoogst.

Over het algemeen werd de mais dit voorjaar enkele weken later gezaaid dan normaal. Bij De Jong ging de mais op 29 mei de grond in. Guido Frijns in het Limburgse Reijmerstok was zelfs nog een dag later.

Door het uitgestelde zaaimoment was de mais bij De Jong ook vrij laat rijp. De oogst was op 18 oktober, tien dagen later dan vorig jaar. Met een drogestofpercentage van 32,2 procent is de mais een tikkie vochtig.

De oogst werd mede ingegeven door de voorspelde regen. ‘Als ik had gewacht, waren we verder van huis geweest’, vertelt De Jong. Hoewel de hoeveelheid VEM in de kuil goed is, blijft het zetmeel iets achter.


Bedrijfsgegevens: 54 hectare gras, 10 hectare mais, 120 melkkoeien, 10.000 kilo melk, 4,40 procent vet, 3,50 procent eiwit

De mais werd over de vijfde grassnede heen gekuild. Dit wordt nu vier weken gevoerd naast de eerste grassnede. ‘Dat gaat goed, de koeien geven gemiddeld 33 kilo per dag. In mei is deze op en dan start ik met de overstap naar de andere maiskuil. Ik probeer altijd voor dertien maanden mais te oogsten. Dan heb ik iets ruimte voordat ik aan de nieuwe kuil begin’, legt de Jong uit.

De oogst viel overigens iets tegen. Werd vorig jaar 50 ton per hectare geoogst, dit jaar stokte de weegschaal bij veertig ton.

De Jong doet mee aan het project Koe & Eiwit, waarbij melkveehouders de uitdaging aangaan om gemiddeld maximaal 155 gram ruw eiwit per kilo droge stof te voeren. Voor De Jong was dat dit jaar een hele uitdaging. ‘De voorjaarskuil bevat weinig eiwit, maar wanneer die op is, begin ik aan de eiwitrijke zomerkuilen.’

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    15° / 10°
    50 %
  • Maandag
    17° / 6°
    20 %
  • Dinsdag
    21° / 10°
    60 %
Meer weer