WUR-onderzoekers: 'Goed bodembeheer geeft alternaria stuk minder kans'

Goed bodembeheer is een belangrijke basis voor de beheersing van alternaria in aardappelen. Vooral een goede structuur en voldoende bodemleven zijn daarin cruciaal. Daarnaast kan een gerichte bemestingsstrategie een alternaria-epidemie uitstellen, stellen onderzoekers Brigitte Kroonen en Bert Evenhuis van Wageningen University & Research (WUR).

WUR%2Donderzoekers%3A+%27Goed+bodembeheer+geeft+alternaria+stuk+minder+kans%27
© Job Hiddink

Kroonen en Evenhuis gaven dat dinsdag aan bij de ICM-velddag in het Limburgse Vredepeel. Ze praatten de bezoekers bij over de aanpak van alternaria volgens de Integrated Crop Management (ICM)-strategie, ofwel geïntegreerd gewasbeheer.

Alternaria lijkt de laatste jaren steeds vaker op te treden. Redenen hiervoor zijn beperkingen in het gebruik van effectieve gewasbeschermingsmiddelen tegen de schimmelziekte en klimaatverandering die zorgt voor gunstigere leefomstandigheden voor alternaria.

Een ICM-aanpak bestaat uit vijf pijlers, waaronder bodembeheer. Volgens Kroonen is goed bodembeheer van cruciaal belang bij alternariabeheersing. 'Door de natte lente zijn dit jaar veel aardappelen onder slechte omstandigheden gepoot, met structuurschade tot gevolg. Dan sta je al met 1-0 achter. Een slechte structuur zorgt voor minder intensieve groei, waardoor het gewas minder vitaal is. Hierdoor zijn aardappelen vatbaarder voor alternaria.'

Een BOS moet de aardappelteler inzicht geven, maar de beslissing neem je zelf

Bert Evenhuis, onderzoeker en plantenziektenkundige Wageningen University & Research

Minder intensieve groei

WUR-onderzoeker en plantenziektenkundige Evenhuis wijst op het belang van voldoende bodemleven om gewasresten snel te kunnen verteren. 'Gewasresten gaan na de oogst de bodem in, dus alternaria ook', weet hij. 'Loof verteert snel, maar stengels vinden we een paar jaar later nog terug. Dat kan een grote besmettingsbron zijn voor de volgende aardappelteelt.'

De schimmel kan ook sporadisch op knollen overleven. Vandaar dat de belangrijkste besmettingsbron van alternaria vaak het eigen perceel is. De eerste aantastingen worden meestal gevonden op de onderste bladeren van het gewas.


Verder blijkt uit internationale literatuur dat een gedeelde stikstofbemesting het gewas langer vitaal houdt en daarmee alternaria kan uitstellen. Wel moet daarbij in de gaten worden gehouden dat het onderwatergewicht voldoende op niveau blijft.

Volgens Kroonen is veel organische stof een goede basis voor een ICM-teeltsysteem. 'Door te werken met vaste stalmest, vindt minder afbraak van organische stof plaats. Hierdoor groeien aardappelen langzamer en kan ook op deze manier alternaria worden uitgesteld. Naast vaste stalmest is ook een combinatie van bijvoorbeeld compost en stro een goede bron van organische stof.'


Bezoekers aan de ICM-velddag dinsdag bij proefboerderij Vredepeel konden kiezen uit vijf verschillende rondgangen.
Bezoekers aan de ICM-velddag dinsdag bij proefboerderij Vredepeel konden kiezen uit vijf verschillende rondgangen. © Job Hiddink

Een aanwezige akkerbouwer ervaart dat een ruimer bouwplan een positieve impact heeft op het onderdrukken van de schimmel. Langere rotaties verlagen mogelijk de ziektedruk, maar zijn economisch gezien wel minder interessant. Daarnaast is de raskeuze van invloed. Door te kiezen voor rassen die minder gevoelig zijn voor alternaria, voor zover dat wat betreft afzetmogelijkheden uitvoerbaar is, wordt de infectiekans verlaagd.


Juist spuitmoment

WUR voerde dit seizoen op het aardappelproefveld op de zandgrond in Vredepeel twee bespuitingen uit tegen alternaria, zowel op het gangbare project als het ICM-object. Evenhuis: 'De timing van het eerste spuitmoment, vaak rond de bloeifase, is cruciaal. BOS kan als beslissingsondersteunend systeem helpen om het goede tijdstip te bepalen.'

Door een combinatie van weersvoorspellingen, relatieve luchtvochtigheid en bladnatperiodes kan er worden bepaald op welke momenten alternaria de meeste kans heeft om zich te verspreiden en te vestigen in het gewas en een bespuiting dus het meeste effect heeft.


Aanpak van schimmelziekten in 2023 op de WUR-proefboerderij in Vredepeel.
Aanpak van schimmelziekten in 2023 op de WUR-proefboerderij in Vredepeel. © Job Hiddink

De WUR-medewerker vindt vooral de 'O' van ondersteunend belangrijk. 'Een BOS moet de aardappelteler inzicht geven, maar de beslissing neem je uiteindelijk zelf.' Evenhuis noemt ook het Tipstar-model als hulpmiddel. Dit groeimodel maakt een voorspelling van de groei van de knollen, wortels, stengels en loof. 'Dat kan helpen in de detectie van nutriëntentekorten en droogtestress, die effect hebben op de gevoeligheid van aardappelen voor alternaria', licht hij toe.


Vijf ICM-pijlers

Integrated Crop Management (ICM) bestaat uit vijf pijlers: gewasdiversiteit, robuuste rassen, bodembeheer, gerichte bestrijding en monitoring & evaluatie. Bezoekers aan de ICM-velddag dinsdag in het Limburgse Vredepeel, georganiseerd door WUR Open Teelten en BO Akkerbouw, konden langs de vijf pijlers in het veld. Hierbij konden ze kiezen uit vijf onderwerpen: trips in uien, onkruiden in fijnzadige gewassen, phytophthora en alternaria in aardappelen, bladvlekken in suikerbieten of Meloidogyne chitwoodii. Nieuwe Oogst volgde de rondgang phytophthora en alternaria in aardappelen. De ICM-velddag droeg bij aan de doelen uit Actieplan Plantgezondheid. De dag werd mogelijk gemaakt met kennis en financiering vanuit de projecten PPS Integrale aanpak gewasbescherming voor de akkerbouw op zand, Kennistransfer Plantgezondheid en de praktijkpilot Systeemaanpak met biologische buffering.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Dinsdag
    22° / 10°
    5 %
  • Woensdag
    25° / 11°
    60 %
  • Donderdag
    23° / 13°
    60 %
Meer weer