LTO deelt zorgen GVE per hectare

Dat stelde LTO-directeur Hans Van den Heuvel donderdagavond in het Brabantse Deurne tijdens een bijeenkomst van ZLTO en BAJK over het Landbouwakkoord en de GVE-norm. In de Peelregio zijn zorgen over het Landbouwakkoord. Bij de onderhandelingen hierover zou worden gesproken over een GVE-norm per hectare of per hectare grasland. In deze regio is een groot aantal melkhouders intensief als het gaat om het aantal koeien en daarmee aantal grootvee-eenheden per hectare.

Van den Heuvel zit samen met LTO-voorzitter Sjaak van der Tak aan de hoofdtafel van het Landbouwakkoord: 'De kritiek van hier over de GVE-norm brengen we zelfs in. Zelfs het meest krachtig van alle partijen. We proberen met heel wat alternatieven hiervan af te komen. Maar de wens van de politiek is er', zegt hij.

Bart Voet, melkveehouder, voorzitter van ZLTO-afdeling Uden en adviseur kan zich deze zorgen voorstellen. 'Van de 14.000 melkveebedrijven in ons land zitten er 2.800 boven de 2,6 GVE per hectare of ze hebben geen cultuurgrond en dat is al een ruime norm. Ook een graslandnorm van bijvoorbeeld 0,3 hectare per GVE is een lastige. '

Grond vinden lastig

Daarbij is het vaak lastig om grond te vinden. 'Je hebt concurrentie met woningbouw en natuur. En de akkerbouw. Het saldo van akkerbouwgewassen is hoger dan van bijvoorbeeld gras', legt Voet uit.

De melkveehouder rekende drie opties uit voor een bedrijf van honderd koeien en 40 hectare. Dat heeft voor 1,7 GVE-norm, wat in de media wordt genoemd, in totaal 75 hectare nodig. 'Met het pachten van 35 hectare grond om aan die norm te voldoen is het al moeilijk om nog een inkomen uit het bedrijf te halen. Dat is nog lastiger wanneer de veestapel wordt verkleind om aan die norm te voldoen en onmogelijk wanneer die grond moet worden gekocht.'

Geen voorstander

Ook voorzitter Erwin Wunnekink van LTO vakgroep-Melkveehouderij is geen voorstander van een GVE-norm per hectare. 'Dat dient geen enkel doel boven de regels die er toch komen. Ik ben ook zeker geen voorstander van een norm per hectare gras, maar dat kan dan nog het doel van de waterkwaliteit dienen', zegt hij.

Maar moet je wel of niet tekenen voor het Landbouwakkoord? 'Voordat er sprake was van een Landbouwakkoord, hadden we al veel regelgeving waar we al mee hadden te dealen. Johan Remkes zei nog: 'Kom met een akkoord om aan te geven hoe met die regelgeving om te gaan', vervolgt Wunnekink.

Enorme opgaven

Voor de melkveehouderij lagen hier enorme opgaven. 'Ik vroeg nog binnen LTO waarom we als melkveehouderij hieraan mee moeten doen. Er waren zoveel regels op komst dat daarmee de hele sector zou worden afgebrand. Hoe kun je daar nog een akkoord over sluiten? De doelen stonden immers al vast', zegt de voorzitter van LTO-vakgroep Melkveehouderij.

'Mensen betalen geen contributie aan een organisatie als LTO om niets te doen. Je kunt beter overal op tegen zijn, dan hoef je geen apparaten in werking te stellen. Maar met dat apparaat aan mensen kun je ook meepraten en bijsturen. Doe je dit niet, dan ben je 'af' in de ogen van de samenleving. We kunnen altijd een poging wagen, dan heb je wel je best gedaan', vervolgt Wunnekink.

Voorspelbaar overheidsbeleid

Wat is voor de vakgroep een belangrijk doel om mee te onderhandelen over het Landbouwakkoord? 'We willen naar een voorspelbaar overheidsbeleid. Niet dat we straks ineens een generieke korting over ons heen krijgen, net als in 2016. Stel dat je net hebt geïnvesteerd, dan is je verdienmodel weg. Ook hangt een toekomstperspectief nauw samen met een voorspelbare overheid', licht de voorzitter van LTO-vakgroep Melkveehouderij toe.

Van den Heuvel zegt dat met het onderhandelen over het Landbouwakkoord wordt gestopt wanneer de partijen er niet uit komen of wanneer LTO denkt dat het geen perspectief oplevert voor de boeren. 'We kijken naar het overallplaatje. Het is niet zo dat we bijvoorbeeld een breekpunt hebben waarop we het laten afketsen. Het totale plaatje moet perspectiefvol zijn voor onze achterban.'

Maar daarmee staat er nog niet direct een handtekening van Van der Tak, benadrukt de LTO-directeur. 'Pas wanneer we dit perspectief zien, gaan we hiermee langs onze leden. Zij mogen vervolgens hierover stemmen en hebben daarmee het laatste woord. Dat hebben we zo met elkaar afgesproken.'