Yesilgöz: 'Overal reële kans op drugscriminaliteit op platteland'

De minister kondigde vorig jaar al aan geld vrij te maken voor het instrument Veilig Buitengebied. Dit instrument wordt gefaciliteerd door het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid. Het houdt in dat gemeenten met lokale publieke en private partners een samenwerkingsnetwerk opzetten om de veiligheid en weerbaarheid van boeren en tuinders te vergroten. Hier wordt ingezet op de oog- en oorfunctie van ondernemers en inwoners in de buitengebieden.

Ook de pilot die loopt bij ZLTO, krijgt navolging. Bij ZLTO is met financiële steun van het ministerie een vertrouwenspersoon aangesteld die gespecialiseerd is in de preventie van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit. De pilot heeft wegens succes verlenging van financiering gekregen tot maart 2026. Bij LTO Noord en de LLTB worden ook vertrouwenspersonen aangesteld.

Drugslabs

De Brabantse gemeenten Meijerijstad, Boekel en Bernheze hebben in samenwerking met ZLTO, het Openbaar Ministerie en de politie een modelcontract opgesteld voor verhuur van schuren en stallen. Dit moet boeren beschermen en voorkomen dat criminelen deze panden gaan gebruiken voor drugslabs of hennepkwekerijen. Yesilgöz noemt dit initiatief 'zeer waardevol'. Zij vindt het wenselijk dat deze overeenkomst voor elke gemeente beschikbaar is, als deze hiermee aan de slag wil. 'Het is wel aan gemeenten en betrokkenen om afspraken hierover te maken en dit in hun gebied toe te passen', zegt ze.

Aanleiding voor de minister om aandacht te schenken aan veiligheid in het buitengebied was onder meer het in oktober 2020 verschenen rapport 'Weerbare boeren in een kwetsbaar gebied'. Hieruit bleek dat ongeveer een op de vijf respondenten weleens iemand aan de deur heeft gehad die het agrarisch vastgoed wilde gebruiken en zijn of haar intenties mogelijk verband hielden met drugscriminaliteit.

Nationaal Programma Landelijk Gebied

Het kabinet wil in het Nationaal Programma Landelijk Gebied ook oog hebben voor de sociaaleconomische effecten die met de transitie gepaard gaan. Zo is vastgelegd dat de gebiedsprogramma's van provincies een sociaaleconomische impactanalyse bevatten waarin de brede welvaartseffecten van het programma in kaart worden gebracht. Hierin wordt ook expliciet in beeld gebracht wat de verwachte effecten van het gebiedsprogramma zijn op de verdiencapaciteit van de agrarische sector.

'Door oog te hebben voor de ontwikkeling van de brede welvaart in het landelijk gebied en in te zetten op een duurzaam verdienmodel voor de blijvende agrarisch ondernemers beoogt het kabinet te voorkomen dat de leefkwaliteit van een gebied achteruitgaat en daar een voedingsbodem ontstaat waar criminele en ondermijnende activiteiten zich kunnen ontplooien', zegt Yesilgöz.