10 procent bieten zit in de grond, uitzaai deze week hervat

Door de neerslag van de afgelopen tijd konden akkerbouwers vorige week maar beperkt bieten zaaien. Uit cijfers van Cosun blijkt dat begin deze week zo'n 10 procent van het areaal in de grond zat. De ondergrond is op veel plaatsen nu bekwaam genoeg om suikerbieten te zaaien.

De gemiddelde zaaidatum van de afgelopen vier jaar is voor 2023 niet meer haalbaar. In 2019 en 2020 noteerde de gemiddelde zaaidatum 7 april, in de jaren erna respectievelijk 6 en 1 april. De meeste bieten tot dusver zijn in het noorden gezaaid.

Op noordelijke kleigronden zat in de week van 11 tot en met 17 april al bijna 32 procent in de grond. Daarna volgen de noordelijke dal- en veengronden (13 procent), Limburg (10 procent) en de noordelijke zandgronden (9,4 procent). De inzaai blijft vooral in de Noordoostpolder (0,9 procent) en in zuidwestelijke regio's (krap 2 procent) nog achter.

Emelten

Verder meldt Cosun dat op eerder gezaaide percelen de eerste vraatschade door emelten wordt waargenomen. Volgens bieteninstituut IRS is de aanwezigheid van emelten te controleren door verspreid over het perceel in het voorjaar grondmonsters te nemen van 10 bij 10 centimeter van de bovenste 10 centimeter van de teeltlaag.

Het IRS zegt dat het bij meer dan honderd emelten per vierkante meter niet verstandig is om bieten te zaaien, omdat de kans op schade dan te groot is. Op proefvelden is in het verleden zelfs al schade constateerd bij twintig emelten per vierkante meter.