Inundatie bestrijdt wortelknobbelaaltjes maximaal

Onderzoek heeft aangetoond dat een goed uitgevoerde inundatie maximale bestrijding kan geven van zowel de genoemde wortelknobbelaaltjes als van aardappelmoeheid. Melden bij de NVWA van inundatie als bestrijdingsmaatregel betekent dat de beperking op het betreffende perceel wordt beëindigd. Voorwaarde is wel dat de eerste aardappelteelt volgend op de inundatie door de NAK vrij bevonden wordt van beide wortelknobbelaaltjes.

Het perceel verliest daarmee zijn risicostatus en de plicht voor onderzoek van de daaropvolgende aardappelteelt vervalt. Aardappeltelers die vanwege besmetting met M.chitwoodi en M.fallax de afgelopen jaren een perceel hebben geïnundeerd, kunnen dit melden bij de NVWA. Het perceel moet bekend zijn als besmet en er mag na de inundatie maximaal één keer aardappelen op geteeld zijn.

Bewijsstukken aanleveren

De NVWA vraagt de aardappeltelers wel of ze de inundatie kunnen aantonen. Zij moeten onder meer details vermelden van de inundatie en bewijsstukken, als foto's of rekeningen voor loonwerk of een getuigenverklaring van de NAK, aanleveren. NVWA beoordeelt de melding. Als in de aardappelteelt na inundatie al een onderzoek heeft plaatsgevonden en die is vrij bevonden, dan vervalt de onderzoeksplicht voor de volgende aardappelteelt.