Kamperen bij de boer populair

Bas van Mill van Stichting Vrije Recreatie (SVR) herkent de populariteit. 'We zien absoluut een toename. Dat begon vijf jaar geleden al en de coronaperiode heeft die versneld. Rust en ruime vinden mensen steeds belangrijker.' De ouders van Van Eijden begonnen de camping voor extra inkomsten. Gemeente Tytsjerksteradiel werkt in principe goed mee. 'De laatste jaren doet ze soms wat moeilijk over kleine dingen, maar voor de rest is onze gemeente heel welwillend.'

Een aantal jaar geleden bestond de Wet op de openluchtrecreatie, legt Van Mill uit. 'Daarin werd alles van bovenaf bepaald en gemeenten moesten zich conformeren. Dat is teruggedraaid en nu draait het om het beleid van de gemeente, maar niet elke gemeente heeft dat beschreven.'

Kaasverkoop

Camping Johanna Hoeve is goed voor 12 tot 15 procent van de inkomsten van Van Eijden. Daarnaast heeft hij melkvee, een pensionstalling voor paarden, maakt en verkoopt kaas, handelt in ruwvoer, doet aan weidevogelbeheer en loonwerk en onderhoudt bomen.

De interesse in het boerenleven verschilt volgens hem nogal per campinggast. 'Er zijn mensen die er na tien dagen pas achter komen dat er koeien zijn, maar dan hebben ze er in elk geval geen last van gehad', lacht de melkveehouder. 'De meeste mensen vinden het erg leuk om het hoekje om te kijken.'

Natura 2000-gebied

Johanna Hoeve zit dicht tegen een Natura 2000-gebied aan, wat gelukkig niet altijd een nadeel is. Van Eijden: 'Het is gelukkig niet als stikstofgevoelig aangemerkt. Dus het heeft geen negatieve gevolgen, maar wel een zekere aantrekkingskracht op de gasten.'

Het aantal boeren in Nederland neemt af, maar het aantal boerencampings zeker niet, stelt Van Mill. 'Ze vinden hun camping zo gezellig en leuk, dat ze die wel aanhouden als het boerenbedrijf stopt.'