Biologische landbouw moet focussen op sociale bijdrage

Naast ecologie levert biologische landbouw een positieve bijdrage aan de volksgezondheid en de sociale rechtvaardigheid. Daarop moet meer nadruk komen te liggen en ook vastgelegd kunnen worden in concrete cijfers, stellen deskundigen.

Biologische+landbouw+moet+focussen+op+sociale+bijdrage
© Dick Boschloo

'Het is onvoorstelbaar dat we veel geld uitgeven aan nieuwe auto's of kattenvoer, maar nauwelijks iets extra's over hebben voor duurzaam voedsel', vindt directeur Michaël Wilde van Bionext. Hij ziet het als een kenmerk van de overgangsfase van een falend naar een meer verantwoord voedselsysteem.

Wilde filosofeerde onlangs op een symposium, dat was georganiseerd op en door het grote landbouwbedrijf NZ27 in het Flevolandse Zeewolde, over de toekomst van de biologische landbouw met 2050 als perspectief. Hij reageerde op voormalig landbouwminister Cees Veerman en directeur Martien Lankester van Avalon Foundation, die beiden gevraagd waren om hun visie te geven.


Gebaseerd op waarden

Lankester stelt dat de groei van biologische landbouw gebaseerd moet zijn op waarden en niet op regels. De stichting die hij vertegenwoordigt, houdt zich bezig met het stimuleren van biologisch-dynamische landbouw in de Europese Unie (EU). Lankester legt de nadruk op de bijdrage aan de maatschappij. 'Naast ecologie zijn dat volksgezondheid en sociale rechtvaardigheid. Niet voor niets concludeerde de Raad voor Integrale Duurzame Landbouw en Voeding vorig jaar in een wetenschappelijk rapport dat er zonder sociale duurzaamheid geen zicht is op ecologische duurzaamheid.'

Bioboeren zijn comfortabel in hun bedrijfsvoering en hebben minder stress over beleid en marktprijzen

Martien Lankester, directeur Avalon Foundation

Verhalen en cijfers moeten waarden feitelijk ondersteunen, stelt de directeur van Avalon Foundation. Daarvoor is er behoefte aan methoden om zaken als biodiversiteit en gezondheid financieel te waarderen. True cost pricing kan daaraan bijdragen, met als doel het eerlijk beprijzen van bioproducten naast gangbaar.


Bioboeren gelukkiger

Verder ziet Lankester dat bioboeren gelukkiger zijn dan hun gangbare collega's. 'Ze zijn comfortabel in hun bedrijfsvoering en hebben minder stress over beleid en marktprijzen.' Maar dat kan snel genoeg veranderen, waarschuwt directeur Douwe Monsma van NZ27. 'Ook in onze sector is de stemming minder als er weinig wordt verdiend.'

Veerman gelooft niet dat wetgeving de stok achter de deur is om de EU-doelstelling van 25 procent biologisch areaal in 2030 te halen. 'Transitie is onvermijdelijk, maar dat kun je als overheid moeilijk afdwingen. Consequent indruppelen van de meerwaarde van de biologische landbouw is beter om betrokkenen geleidelijk te overtuigen.'


Werk make van gezondheidsclaims

De voormalig landbouwminister adviseert de biologische sector om werk te maken van gezondheidsclaims. 'Als je dat kunt waarmaken, dan komt de afzet vanzelf.' Ook vindt hij dat aanbieders zich moeten verenigen in een gezamenlijk handelsplatform. 'Vorm een grote coöperatie en breng vraag en aanbod bij elkaar. Dat kan eventueel in combinatie met gangbaar. Het is sowieso goed om de kloof kleiner te maken. De kunst van overleven in de landbouw is gebaseerd op samenwerken en elkaar opzoeken.'


Tekst gaat verder onder kader.

Veerman pareert verwijt over gebrek aan lef en visie

In de discussie over het stimuleren van de biologische landbouw wordt Nederland vaak vergeleken met Oostenrijk. In Oostenrijk is het aandeel biologisch in het landbouwareaal nu al 25 procent, terwijl dat van Nederland blijft steken op 4 procent. Volgens een biologische teler op het symposium heeft dat alles te maken met de vooruitstrevende visie van de Oostenrijkse overheid. 'Daar is de biologische landbouw altijd stevig ondersteund, ook financieel. Bij ons ontbreekt het wat dat betreft bij het landbouwministerie aan lef en ook aan visie als het gaat om de richting die de landbouw moet kiezen. Dat was in de tijd van minister Veerman niet veel beter', stelt de kritische ondernemer. Veerman is het niet met hem eens. 'Voor de transitie van de landbouw is bio een van de oplossingen, maar niet de enige oplossing. Dat is ook visie. Bovendien hebben we, toen ik in het kabinet zat, wel degelijk een campagne gevoerd om biolandbouw te stimuleren en dat heeft toen ook wel een positief effect gehad. Verder is het goed om erop te wijzen dat de landbouw in Oostenrijk kleinschaliger is en wat betreft structuur geschikter om over te schakelen op biologisch. Dat maakt de vergelijking lastig.'

Gericht op de toekomst is het de vraag hoe biologische producten beter vermarkt kunnen worden en ook in hoeverre biologisch nog onderscheidend moet zijn. Naast Wilde deelden korteketenondernemer Gerjan Snippe van het biologische teelt- en handelsbedrijf Bio Brass en vegan-teler Joost van Strien hierover hun inzichten.


Verplicht marktaandeel

Wilde verklaart dat hij blij is met het streven van de EU dat 25 procent van het landbouwareaal biologisch moet worden. 'Maar een verplicht biologisch marktaandeel van 25 procent was nog beter geweest. Dan stuur je op vraag. Nu legt de politiek de verantwoording voor de groei van de sector bij de vrije markt.'

Zowel Wilde als Snippe vindt het goed dat biologische ondernemers meer rechtstreeks contact onderhouden met supermarkten. 'Wij proberen ons verhaal te vertellen en luisteren naar de wensen vanuit de markt', zegt Snippe. 'Zo hebben we van een oubollige groente als rode biet een veelgevraagd biologisch product kunnen maken.'


Vastleggen in KPI's

Als het gaat om onderscheidend vermogen, dan wijst Van Strien op zaken als klimaatneutraal zijn, de bijdrage aan de kringlooplandbouw, de stikstofuitstoot, biodiversiteit en diervriendelijkheid. 'Het is maar de vraag in hoeverre wij hierop beter scoren dan de gangbare landbouw. Dit moeten we kunnen vastleggen met bijvoorbeeld KPI's (kritieke prestatie-indicatoren) om de consument te overtuigen.'

Monsma en voorzitter Jules van der Weerd van stichting NZ27 zijn als organisatoren van het symposium tevreden over de gevoerde discussie. Monsma vindt het net als Van Strien belangrijk dat de biologische sector waarmaakt wat ze belooft. 'Het zou daarvoor goed zijn als het Europees biologische keurmerk meer lading krijgt.'

Van der Weerd tot slot hoorde Wilde zeggen dat verduurzaming van de landbouw beleidsmatig verder moet gaan dan alleen het landbouwministerie. 'Vanwege de impact op volksgezondheid en sociale zaken moeten hier andere ministeries bij betrokken zijn. Dat was voor mij echt een eyeopener.'


Tot in lengte van jaren biologische landbouw op NZ27

NZ27 is een landbouwbedrijf in Zuidelijk Flevoland dat door de toenmalige Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders in 1970 al chemie- en kunstmestvrij in cultuur is gebracht. Dit was destijds geïnspireerd op het rapport 'Grenzen aan de groei' van de Club van Rome. De naam NZ27 verwijst naar de oude kavelaanduiding die het bedrijf bij de uitgifte meekreeg en de oorspronkelijke omvang was 500 hectare. In 1996 is NZ27 geprivatiseerd en voortgezet als een stichting met een exploitatie-bv. Douwe Monsma is als directeur verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering en Jules van der Weerd is de voorzitter van het stichtingsbestuur. Primair doel van de stichting is het tot in lengte van jaren in stand houden van een biologische bedrijfsvoering op NZ27. Het bedrijf is daarmee biologisch vanaf de oorsprong. Het huidige areaal van NZ27 is 210 hectare en het bouwplan bestaat uit aardappelen, granen, uien, rode bieten, pompoenen, erwten, bonen, suikermais en grasklaver. Monsma legt uit dat vooral de goede kwaliteit van de grond in Zuidelijk Flevoland het bedrijf geschikt maakt voor biologische landbouw. 'Goede grond is een absolute voorwaarde om met succes biologische gewassen te kunnen telen.'

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    10° / 6°
    70 %
  • Zaterdag
    10° / 5°
    30 %
  • Zondag
    11° / 4°
    30 %
Meer weer