Onderzoekers trekken CBS-conclusies ammoniak in twijfel

Onderzoekers trekken de conclusies over ammoniak in onderzoek 'Stikstofverlies uit opgeslagen mest' uit 2019 in twijfel. Dat werd opgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Onderzoekers+trekken+CBS%2Dconclusies+ammoniak+in+twijfel
© APA

De methodiek die het CBS gebruikte voor het bepalen van ammoniakemissies uit gangbare en emissiearme stallen is zeer gevoelig voor onjuistheden in de uitgangspunten. Daarom is deze methode niet bruikbaar in rechtszaken om conclusies te trekken over de werking van emissiearme stalsystemen. Dat stellen verschillende (internationale) emissie-experts die in opdracht van stichting I-VEE de methodiek van het CBS tegen het licht hielden.

Professor Sven Gjedde Sommer van Aarhus University in Denemarken, Carin Rougoor en Frits van der Schans (beiden van CLM Onderzoek en Advies) constateren dat er heel veel variatie zit in bemonstering en analyse van stikstof (N) en fosfaat (P) in dierlijke mest. Verder zit er een hoge mate van onnauwkeurigheid in de CBS-berekeningen van de N- en P-excreties.


Luchtwassers en emissiearme vloeren

De inzichten van de drie onderzoekers zijn relevant, omdat in diverse rechtszaken rondom natuurvergunningen van veehouderijen de werking van technieken als luchtwassers en emissiearme vloeren in twijfel wordt getrokken met het CBS-onderzoek als basis.

Stichting I-VEE constateert dat het CBS-rapport een sterk remmende invloed heeft op de innovatiekracht in de veehouderij. Het vinden van oplossingen voor het reduceren van emissies van ammoniak en broeikasgassen komt daarmee in gevaar volgens de stichting.


Mestanalysecijfers

'Het is twijfelachtig dat het gemiddelde van de mestanalysecijfers van een selectie van stallen garant staat voor het gemiddelde van alle stallen in de betreffende categorie', constateert Sommer. Gezien deze onnauwkeurigheden en variaties mag de stikstof, die in de CBS-berekening niet kan worden toegewezen aan één bron, niet worden beschouwd als enkel ammoniakemissie uit stallen. De professor pleit voor een grondige statistische analyse van de CBS-cijfers. Daaruit moet blijken of er überhaupt sprake is van rest-stikstof (N-rest).

Rougoor en Van der Schans concluderen daarnaast dat intensieve melk- en vleesveebedrijven oververtegenwoordigd zijn in het onderzoek van het CBS. Dat komt omdat volledig grondgebonden bedrijven geen mest afvoeren en hiervan dus geen mestmonsters beschikbaar zijn. Extensieve, niet-mestafvoerende bedrijven zullen waarschijnlijk meer gras in het rantsoen hebben en intensieve mestafvoerende bedrijven meer mais. 'Maisrantsoenen zijn dus oververtegenwoordigd in de CBS-analyse.'


Snijmaisrantsoen

Dit is volgens de CLM-onderzoekers van invloed op het gemiddelde rantsoen van deze groep dieren en daarmee op de stikstof- en fosfaatexcretie. Een snijmaisrantsoen geeft ongeveer een 2 procent lagere N:P2O5-verhouding bij excretie van stikstof en fosfaat. De excretiecijfers voor de groep intensieve bedrijven zal waarschijnlijk nog meer afwijken, omdat deze bedrijven een groter deel van het voer aankopen dan de extensieve bedrijven, beschrijven de onderzoekers.

Als de excretie van stikstof 5 procent lager is dan aangenomen of de excretie van fosfaat 5 procent hoger dan aangenomen, dan komt de N:P2O5-verhouding in de runderdrijfmest op het moment van transport (gemiddeld over alle jaren en alle staltypes) overeen met de berekende waarde. Dat concluderen Rougoor en Van der Schans. In dat geval is er gemiddeld voor runderdrijfmest geen sprake van een onverklaard stikstofdeel (N-rest).


Aanvullend onderzoek

'Het feit dat de CBS-analyse structureel een hogere schatting voor de ammoniakemissie geeft dan op basis van nationale emissiedata wordt verwacht, zonder dat hard kan worden gemaakt waar dit verschil door ontstaat, geeft aan dat aanvullend empirisch onderzoek noodzakelijk is', stelt Rougoor. Een aanvullende gevoeligheidsanalyse geeft volgens haar een bandbreedte en zou daarmee een beter beeld van de resultaten kunnen geven.

Stichting I-VEE is een onafhankelijke organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding. De stichting richt zich vooral op reductie van ammoniakemissie (NH3) en broeikasgassen als methaanuitstoot (CH4) uit veestallen, mestopslag en mestbewerking en -verwerking.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    14° / 7°
    70 %
  • Zaterdag
    15° / 7°
    70 %
  • Zondag
    15° / 5°
    20 %
Meer weer