Uireka focust in bewaarproeven op CO2 en temperatuur

In de proef van afgelopen seizoen (2020-2021) onderzocht Uireka in vijf uienrassen wat de gevolgen zijn van een gekoelde bewaring (0,5 graden) en een ULO-bewaring. Daarna is een transportsimulatie uitgevoerd, waarbij de uien vier weken lang bij een hogere temperatuur (6 graden) zijn bewaard.

Uit het onderzoek bleek dat de ULO-bewaring zorgde voor een betere spruitremming dan alleen een gekoelde bewaring. Verder concludeerden de onderzoekers dat het aangelegde percentage CO2 effect heeft op de mate van spruiting.

De transportsimulatie bleek een minder groot succes. Zodra de uien in de buurt kwamen van de hogere temperatuur, nam de spruiting toe. Op dat punt is MH in het voordeel, schrijft Uireka. Het effect van de behandeling is nauwelijks afhankelijk van de bewaarconditie en is vast.

In de nieuwe bewaarproef voor het seizoen 2021-2022 ligt de nadruk op variatie in condities bij gekoelde bewaring. Uireka kiest daarvoor omdat ULO-bewaring in de praktijk kostbaar is. Naast de temperatuurvariatie in de bewaring wordt het effect van verhoogd CO2 onderzocht.

Daarnaast gaan onderzoekers experimenteren met chemische producten die nu vooral worden ingezet in de spruitremming bij aardappelen, omdat de transportsimulatie een kritische periode is. Binnenkort worden in de uien van de proef van afgelopen seizoen nog kwaliteitsmetingen uitgevoerd.

Na het onderzoek van komend jaar hoopt Uireka een beeld te kunnen schetsen van oplossingsrichtingen voor lange bewaring van zaaiuien die niet zijn behandeld met MH.