Wat is een 'goede' boer volgens de boeren?

Boeren en tuinders zijn onderling heel verschillend. Sterker nog, de diversiteit in de sector is de afgelopen jaren toegenomen. Wat maakt de boer of tuinder die aan het roer staat tot een ‘goede’, ongeacht het bedrijfstype? En wat zeggen deze eigenschappen over de boerencultuur in tijden van transitie. Nieuwe Oogst vroeg het aan de boeren en tuinders zelf.

Wat+is+een+%27goede%27+boer+volgens+de+boeren%3F
© Dirk Hol

Hightech, natuurinclusief, biologisch, intensief of multifunctioneel. Iedere boer en tuinder legt andere accenten op de eigen bedrijfsvoering afhankelijk van type ondernemer, bedrijf en omgeving. Maar wat maakt hem of haar nou een 'goede'? Zit het in rendement, mentaliteit, grond, vee, uitgangsmateriaal of opleiding? Wat kenmerkt een 'goede' boer of tuinder, ongeacht de bedrijfsvorm?

Wat boeren en tuinders zien als 'goed' heeft invloed op hun houding ten aanzien van de transitie en de toekomst van de land- en tuinbouw. Uit het onderzoek blijkt dat die zienswijze de kern raakt van de boerencultuur die eveneens aan verandering onderhevig is. En zit die veranderende boerencultuur de transitie in de weg of juist niet?

Nieuwe Oogst onderzocht de culturele normen van de 'goede boer' en 'goede tuinder' door online onderzoek te doen onder bijna 1.200 boeren en tuinders, aangevuld met vraaggesprekken met deskundigen en agrarisch ondernemers uit dat diverse palet aan bedrijfstypen uit verschillende windstreken.


Tekst gaat verder onder kader.

Onderzoeksverantwoording

Speciaal voor het eindejaarsthema van Nieuwe Oogst onderzocht de redactie de culturele normen van de 'goede' boer en tuinder via een gerichte online-enquête onder bijna 1.200 agrarisch ondernemers in het Nieuwe Oogst Opiniepanel. De enquêteresultaten zijn aangevuld met vraaggesprekken met deskundigen en boeren en tuinders uit de verschillende bedrijfstypen en windstreken. De enquête bestond uit twintig meerkeuzevragen. In totaal hebben 1.197 Nederlandse agrarisch ondernemers gereageerd. Deze hoge respons zorgt voor een betrouwbaarheid van meer dan 95 procent, de berekende foutmarge ligt rond de 3 procent. Van de deelnemers aan de enquête is 83 procent man en 15 procent vrouw. 2 procent wilde dit liever niet doorgeven. Ongeveer 7 procent is jonger dan 41 jaar en iets minder dan 36 procent is 61 jaar of ouder. Uit vrijwel alle Nederlandse landbouwsectoren hebben ondernemers de vragen van Nieuwe Oogst beantwoord, waarbij het aandeel melkveehouders (bijna 35 procent) het grootst is. De verschillende provincies zijn redelijk gelijkmatig vertegenwoordigd. De meeste respondenten komen uit Noord-Brabant (19 procent) en Gelderland (16 procent). Naast deelnemers aan de enquête heeft de redactie diverse deskundigen gesproken en andere boeren en tuinders geïnterviewd. Het volledige onderzoek met alle vragen en antwoorden is te downloaden via nieuweoogst.nl/boerencultuur.

Uit dit onderzoek kan worden geconcludeerd dat vooral de mentaliteit de doorslag geeft om 'goed' te zijn. Een goede boer of tuinder is herkenbaar aan zijn overlevingsdrang en aanpassingsvermogen, blijkt uit het online onderzoek dat Nieuwe Oogst eind november uitzette. De Westlandse tuinder Jelle Strijbis verwoordt het als volgt: 'Meebewegen, daar zijn we goed in. We hebben constant te maken met de druk vanuit de maatschappij en afnemers.'

De respondenten van het onderzoek gaven met hun antwoorden op de vraag 'Waaraan is een goede boer of tuinder vooral te herkennen?' veel inzicht. Volgens henzelf is een goede boer of tuinder vooral probleemoplossend (75 procent), heeft hij doorzettingsvermogen (86 procent) en is hij in alles een ondernemer (72 procent). Daarnaast is een goede boer of tuinder een vakman (68 procent) en veerkrachtig (60 procent), zorgt hij goed voor de grond (67 procent) en heeft hij veel kennis in huis (62 procent).

Schrijver Geert Mak bevestigt dit beeld. In het Oranjehotel in Leeuwarden eind november legt hij uit hoe de boerencultuur nader te duiden. 'Boeren zijn overlevers, aanpassers. Ook nu weer. Ze denken in lange termijnen, in generaties.' In 1996 verscheen zijn bekende boek 'Hoe God verdween uit Jorwerd'. Hij deed voor het schrijven van dat boek een studie naar boerenculturen over de hele wereld.

Mak ging in het Friese dorp Jorwerd wonen dat halverwege de jaren negentig aan een doodlopende weg lag. 'Ik verwachtte dat ik meters moest graven om bij de boerencultuur te komen, maar het lag al 10 centimeter aan de grond. Het lag aan de oppervlakte. Inwoners zijn goede vertellers.'

Overlevingsgemeenschappen

De schrijver heeft veel opgestoken van het onderzoek dat antropoloog Robert Redfield deed naar boerencultuur. Daarin worden kenmerken genoemd als omgang met de natuur en omgeving, verantwoordelijkheid voor de bodem, het werken in boerenfamilies en het doorgeven van het bedrijf aan familie. Boeren leven in overlevingsgemeenschappen en zijn van nature zuinig. Ze zijn geen verspillers.

Volgens Mak worden er pas sinds de jaren vijftig grote schulden gemaakt door boeren in verband met investeringen voor schaalvergroting. 'Daarvoor werd er altijd eerst gespaard. De houding ten opzichte van geld is dus veranderd. Nu moet een boer lenen en investeren. De boer is terechtgekomen in een systeem waarin geen ommekeer meer is. In het uiterste geval worden ze 'gewurgd' door de bank. Dit gaat in tegen een eeuwenlange boerencultuur. Boeren zijn in wezen duurzaam, maar van hun diepste zijn verwijderd geraakt.' De wal gaat het schip nu keren, is de overtuiging van Mak.

Duurzame levensstijl

Die duurzaamheid en verantwoorde manier van met geld omgaan wordt ook herkend door boeren en tuinders zelf. 'De manier van leven van boeren is zoveel duurzamer dan die van de stedeling', schrijft een van de deelnemers aan het onderzoek. 'Hard werken, niet tien keer in het vliegtuig per jaar, leven met de seizoenen, afzien, risico's dragen, familiebedrijven generaties lang overeind houden.'

Volgens het onderzoek 'Kan een goede boer natuurinclusief zijn?' van Wageningen University & Research (WUR), gepubliceerd in maart 2020, is begrip van de rol van culturele normen in de landbouw van groot belang voor partijen die beslissingen van boeren zouden willen beïnvloeden. Denk aan overheden, natuurorganisaties, ketenpartijen en agrarische collectieven. Culturele normen onder boeren kunnen een belangrijke rol spelen in bijvoorbeeld de transitie naar natuurinclusieve landbouw.

Goede boer en goed landschap

'Het onderzoek bevestigt beelden van 'goede boer' en 'goed landschap' die in de literatuur zijn beschreven', constateren de onderzoekers. 'Een goede boer zorgt goed voor zijn of haar land, vee en grond en is herkenbaar aan een net landschap, vrij van onkruid, strak onderhouden, evenals een goed bijgehouden erf.'

WUR-onderzoeker Judith Westerink, die deze studie naar culturele normen ten aanzien van 'goede boer' en 'goed landschap' leidde, voegt daar nog enkele aspecten aan toe: een goede boer neemt ook verantwoordelijkheid ten aanzien van milieu, biodiversiteit en maatschappij, is sociaal, werkt niet te hard en is gelukkig.

Zorg voor bodem

Bij goede boeren rinkelen volgens Mak 'al lang de bellen' dat het anders moet. 'Je ziet het bijvoorbeeld in de zorg voor de bodem waar op dit moment veel aandacht voor is. Ook dat is in de geschiedenis altijd het wezen van de boerencultuur geweest. Van de bodem moet je het hebben. Het besef dat je onderdeel bent van de natuur.'

Omgaan met weers- en natuurinvloeden raakt de kern van het boerenbestaan. Melkvee- en schapenhouder Heidi van der Pol is er duidelijk over: 'De beslissingen die we dagelijks nemen voor onze dieren, gewassen en grond zijn bijna altijd het gevolg van wat er buiten gebeurt. Als boer ben je dagelijks bezig met datgene wat het weer, de natuur en de omgeving ons bieden.' Ze heeft met haar man Paul Schram een bedrijf met 180 koeien, 120 stuks jongvee en 80 schapen in het Limburgse Altweerterheide.

De culturele normen die bepalen wat een goede boer of tuinder is, zijn veelzeggend over waar de boerencultuur voor staat. 88 procent van de deelnemers van het Nieuwe Oogst Opiniepanel vindt dat er een boerencultuur bestaat. Ze zien de boerencultuur het meest terug in het omgaan met wisselende seizoenen en weersomstandigheden (65 procent).

Andere zaken waar je de boerencultuur het meest in terugziet volgens de boeren en tuinders: zelfstandigheid (55 procent), ondernemerschap (53 procent), samenwerken en ondernemen binnen een familie (52 procent), saamhorigheid/noaberschap/dorpsleven (46 procent) en rentmeesterschap (42 procent).

Boerencultuur is volgens de deelnemers geen vaststaand begrip. Het is aan verandering onderhevig. 88 procent van de ondervraagden is ervan overtuigd dat de boerencultuur verandert. Volgens 47 procent gaat dat zelfs in rap tempo. Als belangrijkste oorzaak (81 procent) wordt de afname van het aantal boeren genoemd. Daarnaast denkt 55 procent van de geënquêteerden dat de boerencultuur verandert door een toename van 'bewoners van buiten'.

Mak ziet wel botsingen tussen de boerencultuur en de huidige dominante en politieke cultuur. 'Boeren kijken naar de lange termijn. Daarom worden ze zo gek van de overheid, want die maakt juist geen beleid voor de lange termijn. Dat druist enorm tegen de boerencultuur in.'

De stikstofdiscussie dwingt boeren tot nieuwe en andere prioriteiten. Dat is onvermijdelijk, zegt Mak. Tegelijkertijd begrijpt hij heel goed waarom sommige boeren zoveel moeite hebben met een mogelijke gedwongen uitkoop. 'Dan snijd je iets af wat in generaties is opgebouwd.'

42 procent van de boeren en tuinders denkt dat boeren meer op zichzelf zijn dan vroeger, wat ook maakt dat de boerencultuur verandert. Volgens 51 procent is de sector zakelijker geworden en 40 procent ziet dat de functie van het platteland anders wordt door bijvoorbeeld natuurontwikkeling, aanleg van wegen en de bouw van bedrijven en woningen.

Oud-FrieslandCampina-voorzitter en Groningse melkveehouder Frans Keurentjes licht zijn kijk op een 'goede' boer toe in het Van der Valk-hotel in Assen. Hij meent ook dat de boerencultuur onder druk staat. 'We zijn als sector in een kwetsbare, nieuwe fase beland', zegt hij. 'De verdiensten staan onder druk, de beschermende structuur waar zolang op is geleund, verdwijnt. De overheid beschermt de boeren niet meer en er komt bemoeienis van de omgeving die niet altijd voorspelbaar is.'

Volgens Keurentjes is er een transitie aanstaande 'met allemaal nieuwe factoren' die maken dat boeren zich verloren voelen. 'En dus gaan ze op zoek naar hun identiteit.'

De oud-FrieslandCampina-voorzitter ziet het omgaan met de seizoenen als iets wat de boerencultuur typeert. 'Geen zomer zonder een winter te hebben gehad, omgaan met leven en dood, de betrekkelijkheid van het leven. Een zekere hardnekkigheid en volhardendheid is typerend voor boeren. Niet lullen maar poetsen, probleemoplossend zijn.'

Familiegeschiedenis

De boerencultuur hangt volgens Keurentjes ook nauw samen met de familiegeschiedenis. 'Dat wordt er met de paplepel ingegoten. Ik zie dat zelf bij mijn kleinkinderen die op de boerderij opgroeien. Het gaat ook om het doorgeven van het familiekapitaal. De boerenwereld is in zekere zin ook een gesloten wereld, omdat er nauwelijks nieuwkomers in de sector zijn.'

Boerencultuur wordt in de sector soms te veel gecultiveerd, vindt Keurentjes. 'Boeren vinden zichzelf dan heel bijzonder. Dan wordt de boerenidentiteit als voedselproducent gebruikt om een uitzonderingspositie te behouden. De realiteit is dat we in een stadstaat leven waar de democratie het voor het zeggen heeft. Voorheen beschermende maatregelen brokkelen af. We waren als landbouw altijd erg oververtegenwoordigd in de politieke en maatschappelijke organisaties. We moeten onder ogen zien dat dit is veranderd.'

Tegelijkertijd is de oud-FrieslandCampina-voorzitter optimistisch over de toekomst, juist door de sterke eigenschappen in de boerencultuur. 'Boerencultuur heeft eigenschappen die maakt dat we de toekomst wel aankunnen. We zijn innovatief en modern. En we hebben goed opgeleide boeren, een goede infrastructuur en een vruchtbaar land. Dat zal ons helpen.'

Rouwverwerking

De landbouw als geheel gaat het redden, stelt Keurentjes. 'Die past zich aan en volgt wat de maatschappij vraagt. Maar niet iedere individuele boer kan mee. Een deel wil vasthouden aan iets wat er niet meer is. Dat zorgt voor ketelmuziek, demonstraties, noem maar op. Een soort van rouwverwerking.'

Hoewel de boerencultuur volgens een overgrote meerderheid van de deelnemers aan het Nieuwe Oogst-onderzoek verandert, zijn er ook factoren die er volgens hen voor zorgen dat deze cultuur juist standhoudt. Doorzettingsvermogen (70 procent) wordt daarbij als een van de belangrijkste factoren genoemd. Ook de sterke onderlinge relaties in de agrarische wereld (67 procent), het ondernemerschap (55 procent), het aanpassingsvermogen (48 procent), de boerenslimheid (44 procent) en het economisch belang van de land- en tuinbouw (40 procent) komen vaak naar voren.

'Eten blijft belangrijk', zegt een van de geënquêteerden. 'En daar zorgen wij voor en niemand anders.' Tegelijkertijd benoemt deze deelnemer ook een 'donkere' kant van het doorgaan met boeren. 'We moeten door, hoe je het ook wendt of keert. Met mijn financiering moet ik wel door, anders blijf je met een enorme schuld achter. Gelukkig stijgt de grond in waarde zodat ik later een appeltje voor de dorst heb.'

Schrijver Mak is er ook van overtuigd dat de boeren in Nederland het gaan redden en dat de boerencultuur daarbij helpt. 'Ik denk juist de Nederlandse boeren. Juist zij gaan het redden. De geschiedenis heeft geleerd dat Nederlandse boeren altijd, ook in vroegere eeuwen, innovatief zijn geweest. Ze hebben de kunde en kennis om de slag te maken in de transitie, om zich aan te passen. Ze zullen kijken welk soort landbouw dan wel werkt. Ook nu weer. Veel boeren zien de problemen ook wel.'

Veel verborgen leed

Johan Weerkamp is boerenzoon uit de Achterhoek en expert op het gebied van psychosociale therapie en conflictbemiddeling in de agrarische sector. Hij legt zijn standpunt uit in zijn praktijkruimte in Ede. Hij meent dat een deel van de boeren in deze tijd uit balans is. 'Er is veel verborgen leed.'

Weerkamp heeft zelf drie artikelen geschreven waarin onder meer de boerencultuur wordt beschreven. Wat de kracht van boerencultuur is, is vaak ook de valkuil, merkt hij in de praktijk. Hij haalt ook de Amerikaanse psycholoog en boer Michael Rosmann aan, die in 'The Agrarian Imperative' (2010) het 'construct van de dwingende onontkoombaarheid' beschrijft. Hij beschrijft de geslotenheid van mensen in de boerenwereld, het vertrouwen op eigen kracht en de afwijzing van het afhankelijk zijn.

Boeren en tuinders willen volgens Rosmann niet afhankelijk zijn van anderen en ook niet van doktoren en hulpverleners. Het bovengemiddelde aantal zelfmoorden in de agrarische sector verklaart hij vanuit dit construct.

Kwetsbaarheid is lastig

'Boeren vinden het lastig om hulp te zoeken', meent Weerkamp. 'Een boer kan zich niet veel kwetsbaarheid veroorloven. Dat past niet in het 'almaar doorgaan'. De zorg voor planten en dieren staat voorop. Een boer gaat niet snel naar de huisarts, laat staan naar yoga of een psycholoog. Daardoor raken ze met zichzelf in de knoop.' Weerkamp ziet hierdoor ook dat er ruzies ontstaan tussen families die onder een dak wonen over bijvoorbeeld bedrijfsopvolging. 'Relaties worden daardoor verstoord. Dat kleinkinderen hun grootouders niet meer mogen zien, is hartverscheurend.'

Uit het Nieuwe Oogst-onderzoek blijkt dat deelname aan demonstraties voor agrarisch ondernemers geen reden is om als 'goede boer' te worden gezien. Slechts 7 procent vindt dat belangrijk. Daarentegen is plezier in het werk wel typerend voor een goede boer, stelt 64 procent.

Boeren hebben volgens Weerkamp veel last van de 'paradox tussen de overlevings- en vooruitgangscultuur'. 'Met een been staan ze in de overlevingscultuur, met het andere in de vooruitgangscultuur.'

Geboorte, groei, bloei, verval en dood

Boeren en tuinders hebben te maken met geboorte, groei, bloei, verval en dood, somt Weerkamp op. 'Ze moeten overleven. Daarnaast drijft de belofte van een betere toekomst vanuit de Verlichting van de industriële revolutie tot groei, ontwikkeling en concurrentie. Dat is verwarrend.'

Van binnen weet de boer van de levenscyclus, terwijl hij de regie op vooruitgang vaak kwijt is, stelt Weerkamp. 'De reflex van altijd maar hard werken en doorgaan werkt in de vooruitgangscultuur niet meer. Boeren zetten altijd het land, het werk, het vee en het bedrijf op de eerste plaats en de persoon op de laatste. Eerst de koeien, dan de kinderen.'

Een ander belangrijk kenmerk van het boerenbestaan is volgens Weerkamp dat boeren en tuinders gebonden zijn aan een plek. Ze blijven meestal generaties in dezelfde streek. Dat is volgens hem al zo sinds de jagers en verzamelaars tienduizend jaar geleden boeren werden op een vaste plek. Bescherming en verdediging werd voor hen een levensvoorwaarde.

Juist vooruitstrevend

Hoewel boeren nog weleens het imago hebben van traditioneel en conservatief, is het opvallend dat ze zichzelf niet behoudend vinden. Slechts 9 procent van de deelnemers aan het Nieuwe Oogst Opiniepanel vindt van wel. Ook maar 9 procent zegt dat het vroeger beter gesteld was met de boerencultuur dan nu. Boeren en tuinders zijn juist innovatief en vooruitstrevend, geeft 35 procent aan. Deze boeren en tuinders vinden dat dit goed aansluit bij de transitie die de landbouw de komende jaren gaat doormaken.

Volgens melkveehouder en zorgboer Thomas de Vries uit het Friese Oenkerk is vakmanschap zeker onderdeel van de boerencultuur en essentieel in de landbouwtransitie. 'Daar heb je absoluut vakmanschap voor nodig. Als je anders wilt gaan boeren, moet je dat wel in je hebben.'

40 procent van de geënquêteerden stelt dat een goede boer met de tijd meegaat. Ook moet een goede boer aandacht voor zijn omgeving hebben. Slechts 4 procent kruiste aan dat een goede boer zich weinig aantrekt van zijn omgeving. Aan opleidingsniveau wordt weinig waarde gehecht als het gaat om de kwalificatie van een 'goede' boer of tuinder. Slechts 4 procent vindt dat een goede boer universitair geschoold is en 19 procent geeft aan dat een goede boer een hbo-opleiding heeft.

Het familiaire

Volgens professor Rurale sociologie Han Wiskerke van WUR zijn het familiaire, het streven naar autonomie en het wantrouwen ten opzichte van de overheid typerend voor de boerencultuur. Hij ziet wel dat de boer eenzamer is geworden. 'Vroeger was het boerenbedrijf onderdeel van de omringende gemeenschap. Nu is het meer een gesloten sociaal netwerk.'

Boeren hebben volgens Wiskerke een divers beeld van de toekomst van de landbouw. 'Sommigen hebben nog geen afscheid genomen van het traditionele groeimodel, anderen zien geen perspectief en ontwikkelen hun bedrijf in een andere richting.'

Veel creativiteit

De positieve kanten van de boerencultuur zijn volgens Wiskerke dat er veel creativiteit is en verantwoordelijkheidsgevoel richting de omgeving en natuur. De boerencultuur staat voor hard werken, niet bij de pakken neer gaan zitten en leren omgaan met tegenslagen. Boeren hebben veel veerkracht.

Wiskerke ziet internationaal wel verschillen in boerencultuur. 'De Nederlandse boerencultuur is deels anders dan de Zuid-Europese. Daar is de landbouw meer ingebed in de regionale cultuur. De landbouw vervult daar samen met de omgeving een meer sociale functie. Burgers kopen er regionaler, sommigen zijn zelfs mede risicodragend. Er is meer sprake van een solidaire economie. In Nederland is dat minder omdat we meer voor de wereldmarkt produceren dan in andere landen.'

Meer boeren nodig

De Nederlandse landbouw staat, als het aan de politiek ligt, voor een grote transitie. Die wordt ingegeven door de druk op ruimte, milieu en natuur. Oud-rijksbouwmeester Floris Alkemade gaf in een eerder interview in Nieuwe Oogst al aan dat er juist gebruik moet worden gemaakt van de boerencultuur om die transitie mogelijk te maken. 'We hebben eerder meer boeren nodig dan minder', zegt hij.

Stoppende boeren zijn in Alkemades ogen dan ook een verlies, met het oog op de grote opgaven die er liggen voor het platteland. Hij roept boeren op het voortouw te nemen in de transitie. 'Wees radicaal en verzet je niet tegen verandering. Nieuwe boerentrots is nodig.'

Alkemade doelt op taken als het in stand houden van de natuur, de energietransitie, het tegenaan van verdroging en klimaatadaptatie, zorgtaken en het onderhoud van de productielandschappen. 'Het kan niet zo zijn dat in een generatie een eeuwenoude prachtige boerencultuur in Nederland wordt uitgegumd.'

Uit de reacties van boeren en tuinders op het Nieuwe Oogst-onderzoek blijkt wel dat zij zich hier zorgen over maken. Naast boerentrots laten de deelnemers ook hun zorg en verdriet zien in hun antwoorden. En ze voelen een gebrek aan waardering. 'Alles is erop gericht om de boeren te decimeren', schrijft een van de respondenten. 'Daarmee zal onherroepelijk de boerencultuur verdwijnen.'

Een andere deelnemer laat weten: 'Wat eenmaal weg is, komt niet meer terug. We zijn een kleine groep die de nationale kop van jut is geworden.' Nog iemand schreef: 'Gezinsbedrijven verdwijnen langzaamaan en maken plaats voor nog verder gespecialiseerde bedrijven van grote omvang.'

Gevoel van verlies

Stoppende boeren geven Alkemade een gevoel van verlies. 'Op het platteland liggen zoveel taken die moeten worden uitgevoerd. Wie pakt die taken op als zij er niet meer zijn? In hun werk zit zoveel schoonheid. Kijk naar de producten die ze maken, het landschap dat ze in stand houden, de samenhang met de natuur.'

Of zijn de boerencultuur en de kenmerkende eigenschappen van boeren sterk genoeg om die taken te kunnen blijven vervullen? Zoals een van de respondenten het verwoordt: 'Boeren zijn nooit ziek, al zijn ze hondsberoerd. Ze werken altijd door en staan voor iedereen klaar. Als iemand in het dorp hulp nodig heeft, komt de boer even met z'n trekker langs. Is er een begrafenis, zijn het vaak de boeren die de kist tillen. Het is toch prachtig, dat boer zijn?'

Boeren passen zich altijd aan, stelt Weerkamp. 'Er is geen grotere aanpasser dan de boer. Maar dat zal wel met horten en stoten gaan.'


Auteurs: Tys Hallema, Martijn van Rossum, Esther de Snoo, Jacomien Voorhorst, Tienke Wouda

In de loop van de week verschijnen op nieuweoogst.nl/boerencultuur onder meer video's en portretten van boeren en tuinders die vertellen hoe zij aankijken tegen boerencultuur en de kenmerken van een 'goede' agrarisch ondernemer.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    14° / 8°
    20 %
  • Zondag
    15° / 4°
    20 %
  • Maandag
    11° / 8°
    95 %
Meer weer