Regionale alliantie gaat voor groter marktaandeel korte keten Flevoland

'We staan als Flevoland bekend als de hutspotprovincie, maar alles wat je aan voedsel nodig hebt volgens de Schijf van Vijf is hier aanwezig', waren de lovende woorden van bestuurslid Bauke van der Veen van Flevofood. Hij zei dat in juni tijdens een webinar waarin de alliantie werd gelanceerd. Flevofood is een netwerkvereniging van en voor Flevolandse voedselbedrijven.

Flevolands gedeputeerde Jan-Nico Appelman is verwachtingsvol over de nieuwe alliantie. Volgens hem staat vanuit de consument gezien de transparantie in de voedselketen hoog op de agenda. 'We moeten vanuit de landbouw en het landbouwproductiesysteem nadenken over wat de menukaart van de toekomst is.

'Invalshoeken daarbij zijn een goed inkomen voor de boer, goed georganiseerde logistiek, handelspolitiek en afspraken over wat een gezond menu is. Willen we die mondiale voedselstromen ten behoeve van ons menu nog wel zo voortzetten? Daar is niet één antwoord op. Met deze alliantie gaan we die vragen onderzoeken.'

Gevolgen corona

Appelman refereert aan de gevolgen van corona. 'Die drukken ons met de neus op de feiten dat we ook moeten werken aan een weerbaar voedselsysteem. Als je ziet hoe snel mensen in paniek raken bij lege schappen in de supermarkt, zegt dat heel veel. Dat zegt dat het misschien ook wel eens handig zou kunnen zijn om op Europees en regionaal niveau meer voedselautonomie te creëren, onafhankelijk van mondiale ketens.'

De gedeputeerde is trots op de waardevolle positie die Flevoland heeft als exporterende regio. 'Iedereen in de keten heeft een fantastische positie opgebouwd. We hebben ook producenten die produceren voor lokale en regionale markten. Hoe kun je dat nog beter en slimmer organiseren?

'Dat beginnen we nog maar net te ontdekken, maar voor boeren liggen daar goede verdienmodellen in het verschiet. Daar is meer onderzoek naar nodig, niet alleen in Flevoland.' Hij benadrukt het belang van het Europese speelveld. 'Daar wordt onze handelspolitiek bepaald.

Die handelspolitiek bepaalt wat boeren als verdienmodel kunnen hanteren en hoe besluiten uitwerken op het boerenerf.' Het is belangrijk dat ook bovenregionaal over korte ketens wordt nagedacht, vindt Appelman. 'Korte ketens kun je niet alleen organiseren.'

Bauke van der Veen van Flevofood beaamt het belang van samenwerking volledig. 'In deze alliantie werken overheid, ondernemers en onderwijs samen aan de verkrijgbaarheid van lokaal voedsel. Samenwerking is daarbij de sleutel. Hoe krijg je voedsel efficiënt van A naar B? Dat is één van de grote vraagstukken van nu.'

Verhaal uitdragen

De Flevour Box is een succesvolle uiting van het uitrollen van een korteketensamenwerking. De doos met lokale seizoensproducten ontstond tijdens de coronaperiode om lokale producten te steunen. Ook de kleurrijke bieten en wortelen van akkerbouwer Martin Topper van akkerbouwbedrijf Zonneheerdt uit Dronten maken onderdeel uit van Flevour Box.

Voor Topper, tevens voorzitter van vereniging Flevofood, is de tijd rijp om stappen te maken met het op de kaart zetten van lokale producten. De korteketenalliantie is daarom kansrijk, vindt hij. De voorzitter ziet dat meer akkerbouwers hun producten meer gevoel willen geven en consumenten laten beleven wat ze produceren.

'Veel akkerbouwers zijn gewend aan bulk, maar er zijn ook steeds meer Flevolandse boeren die hun verhaal willen uitdragen en met de consument in contact willen komen.' Andere hoeveelheden, verpakkingen en de extra arbeid drijven de prijs van de producten omhoog, weet hij.

'Gelukkig weet ik uit ervaring dat de consument bereid is een hogere prijs te betalen als ze die beleving ervaart.' Hij ziet Flevofood als de verbindende factor tussen de primaire sector, de verwerkende sector en de horeca. 'Veel Flevolandse horecaondernemers vragen al om producten uit de regio, maar dit kan nog uitgebreider.'

Verwachtingspatroon

Topper hoopt dat de consument in gaat zien dat bij korte ketens niet alle producten jaarrond en in grote getale voorradig kunnen zijn. 'Het verwachtingspatroon van de consument in de supermarkt is hoog. Producten moeten altijd jaarrond verkrijgbaar zijn. Wij exporteren de mooiste producten, omdat de Nederlandse retail geen geld over heeft voor mooie producten. Bij korte ketens is het lastiger en soms onmogelijk om altijd voorraad te hebben. Dat moeten consumenten meer in gaan zien.'

Ook akkerbouwer en pluimveehouder Karin Perdaems uit Lelystad heeft positieve ervaringen met het verkopen van producten rechtstreeks aan de consument. Vier jaar geleden begon ze op het bedrijf, dat ze samen met Marc Knipheer runt, een winkeltje aan huis.

De winkel groeide en ze investeerden in een automaat. Het bedrijf aan de Vogelweg staat inmiddels bekend om de Polderkip en Polderknoflook. 'Van onze omzet komt naar schatting 5 procent van de korte keten: verkoop aan huis en aan lokale landwinkels of restaurants. Het levert ons meer dan 5 procent op. De marge blijft meer bij ons. Dat zorgt voor veel positieve energie.'