EU-lidstaten voor duidelijkere regels diertransport

De enquête werd gehouden omdat de Europese Commissie de Europese Transportverordening, die uit 2007 stamt, gaat herzien. Vooral over het langeafstandstransport, transport van dieren naar landen buiten de Europese Unie en het vervoer van dieren over zee zijn zorgen. De resultaten bevestigen het beeld dat tijdens het laatste overleg dat de landbouwministers naar voren kwam, in de landbouwraad.

Nederland is met enkele andere landen voor het afschaffen van langeafstandstransporten naar niet-EU-landen, zowel over de weg als via zee. Andere landen, zoals Roemenië, vinden dat dit soort transporten wel mogelijk moeten blijven. Zij denken dat dierenwelzijn er niet bij gebaat is als bijvoorbeeld landen in het Midden-Oosten hun dieren uit niet EU-landen gaan halen.

Hoge temperaturen

Bij het transport van dieren naar landen buiten de Europese Unie ontstaan de meeste moeilijkheden door hoge temperaturen, bij rustpunten voor veetransport buiten de EU, bij vertragingen aan de grens en door een slechte communicatie tussen EU-lidstaten en derde landen. Diverse landen zijn voor (striktere) tijdslimieten voor het langeafstandstransport in zijn algemeenheid, tijdens extreme weersomstandigheden, voor het transport van niet-gespeende dieren en voor het transport van dieren die naar een slachterij worden gebracht.

Bij transporten over zee zijn er volgens diverse landen diverse problemen. Zo zouden opleiding en competentie om met dieren om te gaan bij bemanning van veeschepen niet altijd op orde zijn. Dit schijnt ook moeilijk te achterhalen te zijn voor de autoriteiten. Een aanbeveling van verschillende landen is om het verplicht te maken om een dierenwelzijnsfunctionaris aan boord te hebben op de schepen, vergelijkbaar met de veeartsen die in slachterijen verplicht aanwezig zijn.