Twee nieuwe klonen van phytophthora gedefinieerd in Europa

Het gaat om de EU-42 en de EU-43. Dit zijn relatief nieuwe genotypen van Phytophthora infestans. Die zijn de laatste jaren teruggevonden in de monitoring, zoals die wordt uitgevoerd in het kader van het netwerk EuroBlight. In 2020 zijn ruim 1.200 monsters van phytophthoravlekken afkomstig uit in totaal 28 Europese landen geanalyseerd.

De EU-43 is vooralsnog alleen vastgesteld in Denemarken, maar afgelopen jaar was daar het aandeel van deze kloon in de monsters wel al 22,8 procent. Ook in de twee jaren daarvoor is deze betreffende kloon alleen gevonden op Deense aardappelpercelen. De EU-42 is op bescheiden schaal de laatste vier jaar aangetroffen in bladmonsters afkomstig uit Wales en Engeland.

Lage druk in 2020

In de totale populatie phytophthoraklonen zijn de verschuivingen in 2020 niet erg groot. Daarbij stelt EuroBlight vast dat in 2020 vanwege opnieuw een lange periode van droogte de druk van phytophthora in Europa relatief laag was. Dat gold ook al voor de situatie in 2019.

Het aandeel oudere klonen, zoals EU-13 (Blauw-13), EU-6 (Roze-6) en EU-1 (Oranje-1), is bij elkaar inmiddels gedaald tot minder dan 30 procent. Relatief nieuwe klonen nemen meer de overhand. Het aandeel van EU-37, EU-36 en EU-41 is meer dan 40 procent. De groep met onbekende en min of meer unieke genotypen betreft ongeveer 30 procent van de monsters.

Nederlandse aardappelpercelen

De groep onbekende genotypen is met een aandeel van 45 procent in de Nederlandse monsters relatief hoog. Verder is vooral de kloon EU-36 in phytophthoravlekken op Nederlandse aardappelpercelen terug te vinden. In mindere mate geldt dit voor de EU-37 en de EU-13.