Stap voor stap naar een groenere lelieteelt

In het lelieonderzoek van stichting ROL wordt steeds duidelijker welke groene middelen en biostimulanten een toegevoegde waarde hebben bij het terugdringen van het gebruik van chemische middelen. Verder blijkt uit het onderzoek naar weerbare lelies dat lelietelers met de keuze van hun cultivars opnieuw een stap kunnen maken naar verdere vergroening.

Stap+voor+stap+naar+een+groenere+lelieteelt
© Haijo Dodde

Stichting Regionaal Onderzoek Lelieteelt in Noord- en Oost-Nederland (ROL) stelt zich al vele jaren tot doel om de milieubelasting in de lelieteelt te verlagen. Door gebruik van groene middelen en biostimulanten en de bestrijding van aaltjes met tagetes zijn al forse stappen gezet. Dit jaar wordt ook gekeken naar de invloed van weerbare cultivars op het middelengebruik.

Op een demoveld in het Drentse Vledder is een proef aangelegd met vijftien cultivars verdeeld over de soorten Oriëntals, OT's en LA-hybriden. Van elke leliesoort zijn één vatbare en vier weerbare cultivars aangeplant. De cultivars zijn in het seizoen behandeld met een gangbaar vuurschema, met een schema op basis van een waarschuwingssysteem en zonder vuurbestrijding. De keuze voor de cultivars is het resultaat van een enquête die in opdracht van ROL onder een groot aantal telers is uitgevoerd.


Vuurbestrijding

Tijdens de open dag van ROL vertelde Rolf Dol van onderzoeksinstelling HLB dat in Oriëntals en OT's voldoende cultivars beschikbaar zijn die een beperkte vuurbestrijding nodig hebben.

Deze proef maakt duidelijk dat lelietelers met hun assortiment de milieubelasting kunnen verlagen

Rolf Dol, onderzoeker bij HLB

'Bij de Oriëntals zijn er nauwelijks verschillen tussen wel of niet behandeld. Bij de OT's heeft de gevoeligste cultivar meer ondersteuning nodig. Het huidige assortiment LA-hybriden laat in deze proef nauwelijks ruimte om zuiniger te spuiten. Bijna van alle cultivars zijn de onbehandelde objecten voor meer dan 80 procent aangetast.'


Bij LA-hybriden is het verschil in vuuraantasting tussen behandeld en onbehandeld het grootst.
Bij LA-hybriden is het verschil in vuuraantasting tussen behandeld en onbehandeld het grootst. © Haijo Dodde


Relatie tussen cultivarkeuze en milieubelasting

Van alle proefobjecten worden de opbrengsten bepaald om een indruk te krijgen van de relatie tussen cultivarkeuze en milieubelasting. Daarna volgt een afbroei om de invloed van de vuurdruk op de bloemkwaliteit te beoordelen.

'Deze proef maakt duidelijk dat lelietelers met hun assortiment de milieubelasting kunnen verlagen. Het zou goed zijn als er een waardering komt voor vuurgevoeligheid op cultivarlijsten', meldt Dol.


Mancozeb

Voor de toepassing van biostimulanten en groene gewasbeschermingsmiddelen in lelies werkt ROL samen met het Expertisecentrum Bloembollenteelt van toeleverancier Agrifirm-GMN. Veel van de groene producten worden getest in vuurbestrijdingsschema's waarbij de onderzoekers in standaardobjecten geen mancozeb meer gebruiken.


'We anticiperen er alvast op dat we mancozeb kwijtraken', zegt teeltadviseur Arjo van den Berg van Agrifirm-GMN. 'Een conclusie is dat in minder gevoelige cultivars wel het een en ander mogelijk is, zeker als we alternatieven combineren met mangaan- en zinkmeststoffen. Maar een jaar extra zou mooi zijn voor de overbrugging naar een lelieteelt zonder mancozeb.'


Andere producten

Groenere schema's die worden getest voor de vuurbestrijding, bevatten producten als Serenade, Malvin, Mastana, Multitrel en Optycel. Verder zijn er objecten met experimentele middelen en hulpmiddelen om de werking van groene fungiciden of meststoffen te versterken.

Van den Berg: 'We beoordelen de objecten op aantastingen en opbrengsten en verder op eventuele gewasschade door bespuitingen.'


Producten positioneren

Bij de biostimulanten legt technisch specialist Jan Ties Malda van Cebeco Agrochemie uit dat voor lelies het kaf wel van het koren is gescheiden. 'Uit eerder onderzoek blijven geleidelijk de beste producten over. Het doel is nu om die zo goed mogelijk te positioneren.'


Naast het moment van toepassing is het volgens Malda belangrijk dat telers weten wat zij met een biostimulant willen bereiken. Hij noemt daarbij het stimuleren van beworteling of de plantweerbaarheid als voorbeelden.

'Biostimulanten beschermen planten tegen niet-levende stressfactoren als hitte, droogte, wind of wateroverlast. Als je weet welke factoren een beperkende rol spelen, dan kun je als teler gericht werken aan de algehele plantvitaliteit.'


Multitrel

Agrifirm-GMN werkt veel met de meststof Multitrel in spuitschema's voor lelies. Malda legt uit dat de meerwaarde onder meer is gebaseerd op het toedienen van mangaan en zink. Verder zijn er positieve ervaringen met producten als plantaardige aminozuren, ACP en Tonivit en Phos N voor onder meer een betere wortelvorming.


Sommige biostimulanten worden gericht ingezet om de beworteling van lelies te stimuleren.
Sommige biostimulanten worden gericht ingezet om de beworteling van lelies te stimuleren. © Haijo Dodde


'Biostimulanten behoren ontegenzeggelijk tot de puzzelstukjes die bijdragen aan een groenere teelt', vindt Malda.


Ecologische teelt

In het onderzoek dat de ecologische lelieteelt geschikt moet maken voor de praktijk, worden al vele jaren in opdracht van ROL duurzame strategieën van diverse toeleveranciers met elkaar vergeleken. Dit gaat om veldtoepassingen, eventueel in combinatie met bodembehandelingen.

Frank Kreuk van Proeftuin Zwaagdijk begeleidt dit onderzoek. Volgens hem is het gelukt om de milieubelasting ten opzichte van de oude standaard ziektebestrijding met meer dan 70 procent terug te dringen.


HLB test het effect van tussengewassen op de luizendruk.
HLB test het effect van tussengewassen op de luizendruk. © Weijnand Saathof


Veertien bespuitingen

De nieuwe standaard in de ecologische teelt betreft een schema met Multitrel en een plantversterker waarvoor fabrikant Syngenta bezig is met een toelating. 'In dit schema zijn veertien bespuitingen uitgevoerd. Daar zien we nu pas de eerste aantastingen van vuur en dat bij een hoge druk. Dat ziet er dus veelbelovend uit', stelt Kreuk.


Test met luiswerende gewassen rond lelies

'De eerste resultaten zijn nog weinig hoopgevend', zegt onderzoeker Weijnand Saathof van het HLB over het effect van luiswerende gewassen rond leliepercelen. In een proef heeft HLB tagetes, haver, een FAB-bloemenmengsel, alsem en pyrethrum ingezaaid rondom een strook lelies. Ook is in één object de omzoming braak gelaten. Bij de opzet van de proef tekent Saathof aan dat de opkomst van het gewas pyrethrum is mislukt. Het doel is volgens Saathof om te bekijken of tussengewassen de verspreiding van virusoverdragende luizen kunnen verstoren. HLB monitort de luizendruk met vangplaten en probeert ook vast te stellen in welke mate de gewassen een positieve invloed hebben op de aanwezigheid van nuttige insecten. 'We zien nog steeds weinig verschillen tussen de objecten, maar blijven de insecten tellen. Na de oogst laten we een toets uitvoeren om de aanwezigheid van virussen in de lelies vast te stellen.'

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    14° / 7°
    70 %
  • Zaterdag
    15° / 7°
    70 %
  • Zondag
    15° / 5°
    20 %
Meer weer