Forse aanwas kleine levensmiddelenbedrijven

Kleine bedrijven zijn ondernemingen met minder dan tien werknemers in dienst. De FNLI (Federatie Nederlandse Levensmiddelenindustrie) Monitor Levensmiddelenindustrie van dit jaar laat zien dat het aantal kleine bedrijven sinds 2011 is toegenomen met 60 procent van 3.290 naar 5.266 bedrijven in 2019.

Verder valt op dat de foodsector in Nederland zich zeer stabiel ontwikkelt. Dat gebeurt ondanks brexit en druk uit de Verenigde Staten. De wereldwijde Nederlandse uitvoer bedroeg 39,1 miljard euro.

Politieke druk

De toekomstige uitdagingen waar de levensmiddelenindustrie voor staat worden deels veroorzaakt door politieke ontwikkelingen wereldwijd en in Europa, schetst de koepelorganisatie. Voorbeelden hiervan zijn de gewijzigde opstelling van de Verenigde Staten ten opzichte van handelsverdragen en de brexit. Na Duitsland en België is het Verenigd Koninkrijk het derde exportland voor de Nederlandse levensmiddelenindustrie.

De uitvoer naar het Verenigd Koninkrijk steeg in 2018 met 2,1 procent naar een bedrag van 4,6 miljard euro. Gegeven deze omvang zal de brexit voor de Nederlandse levensmiddelenindustrie met zekerheid grote gevolgen hebben, voorziet de FNLI.

Klimaat

Ook vormen de wereldwijde en nationale klimaatdoelstellingen grote uitdagingen voor zowel de Nederlandse bedrijven als de overheden. In de Monitor Levensmiddelenindustrie 2019 is voor het eerst de CO2-uitstoot opgenomen. 'Sinds 2011 daalt de relatieve CO2-uitstoot gemiddeld met 3 procent. De uitdaging voor de komende jaren wordt het realiseren van een absolute daling van die CO2-uitstoot', stelt FNLI-directeur Marian Geluk.

Met een totaal van 144.000 banen en een groei van 2,9 procent in 2018 draagt de levensmiddelenindustrie in Nederland substantieel bij aan de totale industriële werkgelegenheid. De werkgelegenheid stijgt het hardst in Zeeland en Noord-Brabant. In beide provincies stijgt de werkgelegenheid met circa 5 procent, terwijl in Friesland en Limburg de werkgelegenheid juist daalt met 1 procent.