Grotere toom kan economisch uit

Nieuws Varkens Ilona Lesscher 14 jun 2019 om 09:51uur

Grotere tomen biggen blijven economisch interessant. Een 10 tot 20 procent hogere productiviteit blijkt altijd rendabel op voorwaarde dat er voldoende biggenplaatsen zijn of worden bijgebouwd.

Bigvitaliteit houdt in Nederland de gemoederen van de varkenshouderij en samenleving bezig. Daarbij komt ook steeds de vraag naar voren of er een economisch optimale toomgrootte is. In opdracht van de stuurgroep Bigvitaliteit onderzochten econoom varkensproductie Robert Hoste van Wageningen Economic Research en Jan Pijnenburg van DLV Advies die vraag.

Hun onderzoek spitste zich toe op tien uiteenlopende bedrijfssituaties in combinatie met verschillende productieniveaus en drie oplossingsrichtingen: overtollige speenbiggen verkopen, minder zeugen houden bij een gelijk aantal biggen of biggenplaatsen bijbouwen.

Speenbiggen

Stijgt de productie naar 105 procent, dan stijgen de opbrengsten 4.000 euro per jaar, maar stijgen deze naar 120 procent en de extra biggen worden verkocht als speenbiggen, dan dalen de opbrengsten zelfs met 11.000 euro. Hoste: 'Als het restkoppeltjes zijn, is speenbiggen verkopen al snel onrendabel.'

Minder zeugen houden leidt bij de genoemde uitgangspunten tot een plus van 13.000 euro bij 105 procent en een plus van 25.000 euro bij 115 procent, waarna de meeropbrengst afvlakt naar 24.000 euro bij 120 procent productie. 'Minder zeugen houden is bij een hoge biggenprijs en hoge productiviteit eerder rendabel', vat de econoom varkensproductie samen.

Prijs doorslaggevend

Biggenplaatsen bijbouwen laat een stijgende lijn zien van plus 15.000 euro bij 105 procent en een plus van 43.000 euro bij een productieniveau van 120 procent. Biggenplaatsen bijbouwen is onder alle omstandigheden aantrekkelijk. De prijs noemt Hoste in alle scenario's doorslaggevend. 'Maar bijbouwen moet wel mogelijk zijn, zowel qua vergunning als qua financiering.'

'Los van de maatschappelijke discussie over de grootte van tomen, uit economisch oogpunt is er geen optimum', concludeert de econoom varkensproductie. Elke extra big levert geld op, maar dat stelt wel extra eisen aan het aantal biggenplaatsen, het vakmanschap van de ondernemer en de zorg voor biggen in de kraamstal. Hoste spreekt in termen van 'finetunen'.

Genetische vooruitgang

De econoom varkensproductie concludeert dat een lagere productiviteit geen vanzelfsprekendheid is. Genetische vooruitgang is een proces dat niet gemakkelijk is stil te zetten. 'Zou dat al gebeuren, dan wordt het gat tussen Nederland en concurrerende landen als Denemarken en Duitsland elk jaar groter.'