'Kunst van het weglaten werkt bij natuurinclusief'

Boeren willen vaak niet tot nauwelijks geloven dat niets doen of een goedkope oplossing kiezen het beste rendement geeft. Juist bij een natuurinclusieve manier van boeren werkt het vaak wel.

%27Kunst+van+het+weglaten+werkt+bij+natuurinclusief%27
© Nieuwe Oogst

Bovenstaande was een van de handvatten die Nick van Eekeren van het Louis Bolk instituut de aanwezigen meegaf bij een masterclass natuurinclusieve landbouw op de Dairy Campus, vorige week donderdag. Deze was georganiseerd door Living Lab.

Een van de aanwezigen vroeg Van Eekeren meteen bij aanvang hoe natuurinclusief nu precies moet worden gedefinieerd. 'Moeten we terug naar het beeld van de jaren vijftig of zestig van de vorige eeuw? Doen we het dan goed genoeg?'

Van Eekeren licht toe dat exacte definities lastig te geven zijn, maar dat natuurinclusief boeren gericht is op voldoende biodiversiteit. Dit is onontbeerlijk om ecosystemen goed en blijvend te laten functioneren.

Klimaatneutraal: niet intensiever dan 4.000 kilo melk per hectare

Biodiversiteit van weideperceel

'De biodiversiteit van een weideperceel doet het daarbij helemaal niet slecht', lichtte Van Eekeren toe. 'Het is gemiddeld zelfs diverser dan percelen natuurgrond. Maar veruit het meeste grasland lijkt tegenwoordig op elkaar. In het totaal ontbreekt dus de diversiteit. Met alleen al het zaaien van andere grassen kun je daar een duidelijke verandering in teweegbrengen.'

Hoe groot die bijdrage dan kan zijn richting het klimaatvraagstuk, is de vraag. Van Eekeren poneerde een ontnuchterende conclusie: CO2-opslag in de bodem leidt nog niet snel tot een CO2-neutrale bedrijfsvoering.

'Bij optimaal gebruik en bewerking van de bodem van blijvend grasland is het hoogste opslagresultaat te halen. Maar de opslagcapaciteit ligt ook dan op maximaal 3 tot 4 ton CO2 per jaar per hectare. Om klimaatneutraal te worden, mag je omgerekend niet intensiever zijn dat 4.000 kilo melk per hectare. De groep die daaraan kan voldoen is natuurlijk erg klein.'

Opbrengst- en kwaliteitsderving

Melkveehouders willen grotendeels best inzetten op meer verscheidenheid in grassen, maar vrezen opbrengst- en kwaliteitsderving van het voer en weten vaak niet wat al dan niet werkt.

'Veredelaars van grassen hebben al jaren veel data beschikbaar over eiwitverschillen tussen grassen. Ook in Engels raaigras. Dat geldt ook voor de verschillen in wortelzetting en organischestofopbouw. Met deze data wordt weinig tot niets gedaan. Als boeren kunnen jullie er ook om vragen en er zo je voordeel mee doen.'

Om het grasareaal te variëren, raadt Van Eekeren aan te kijken naar mengsels met klavers en smalle weegbree. 'Op die laatste variant zijn ze in Nieuw-Zeeland ook dol, omdat het helpt stikstofuitspoeling tegen te gaan. Smalle weegbree kan goed tegen droogte en groeit langzamer voor de eerste snede. In de latere sneden trekt de opbrengst weer bij. Tevens is het seleniumgehalte hoger. Bij Engels raaigras vormt een laag koper- en seleniumgehalte nogal eens een probleem.'

20 cent extra

Als eigenaar van het kaasmerk De Fryske vertelde Catharinus Wierda over zijn ervaringen met het vermarkten van een eigen product. Wierda betrekt de melk bij twee boeren die daarvoor 2 cent bovenop hun weidepremie krijgen. Bij 10 liter melk per kilo kaas is dat omgerekend 20 cent extra voor de melkveehouder.

Wierda vindt niet dat de marge te veel bij de tussenhandel blijft. 'Supermarkten en speciaalzaken acteren puur op marge. Als ik dan zo'n speciaalzaak binnenloop, ben ik vaak de enige klant. Het personeel daar moet ook worden betaald. Zeggen dat de marges oneerlijk zijn verdeeld, is te eenvoudig.'

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    11° / 1°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
  • Dinsdag
    10° / -1°
    20 %
Meer weer