Vliesdoek goed voor suikergehalte en tarra

Het suikergehalte blijkt bij droog bewaren op een hoger niveau te blijven. Het suikergehalte begint in januari met 16,5 procent. Bij afgedekte hopen zakt het percentage suiker niet of nauwelijks, terwijl het percentage bij niet-afgedekte hopen na een maand met bijna 0,5 procent daalt.

Het tarrapercentage gaat ondanks de gemiddelde stijging door de nattere rooiomstandigheden bij afgedekte hopen niet omhoog. Het tarrapercentage blijft tot eind januari onder de 13,5 procent. Bij niet-afgedekte loopt het percentage tarra in de loop van januari op naar 15,5 procent. Dus ook hier een voordeel bij droge bewaring.

Invertwaarde

Naast het suikergehalte en het tarrapercentage is ook de kwaliteitsparameter invertwaarde van belang. Een kleine hoeveelheid invert in de bieten is gebruikelijk en onvermijdbaar Een invertgehalte tot 4 mmol per kilo biet wordt als goed beoordeeld. Een hoge invertwaarde duidt op vermijdbaar suikerverlies.

De invertwaarden vertonen opvallende uitkomsten in verschillende hoopvormen. Uit gegevens van Unitip blijkt dat de invertwaarde bij lange bewaring in langgerekte hopen lager blijven dan in de vierkante hopen. De langgerekte hopen blijven dus waarschijnlijk lager in temperatuur. Het is belangrijk om te voorkomen dat de bieten bevriezen of te lang bij temperaturen boven 8 graden worden bewaard.

Dagtemperatuur

Op enkele kortere perioden van hogere temperaturen (boven 10 graden) bleef de dagtemperatuur in de afgelopen bewaarperiode tamelijk koel, met weinig zon. Daardoor bleven de temperaturen in de bietenhopen acceptabel (beneden 8 graden), wat de bewaring ten goede kwam.

Uit de invertwaarden van het afgelopen bewaarseizoen blijkt deze alleen na circa 80 ligdagen van de bieten boven de 4 mmol uit te komen. Het suikerverlies bleef dus beperkt, maar met een andere hoopvorm wel te verminderen.