Voederwaarde voorjaarskuil ziet er goed uit

Het heeft dit voorjaar minder geregend wat resulteert in minder uitspoeling van onder andere stikstof dan in 2016. Het gras is goed gegroeid en de vroegste kuilen hebben gemiddeld 1000 VEM. In later gekuild gras loopt dat terug naar gemiddeld 950 VEM. Het ruweiwitgehalte is hoger dan vorig jaar, met gemiddeld 178 gram per kilo.

Product manager veehouderij Robin Wolf verwacht dat de voederwaarde van de tweede snede ook goed zal uitpakken. 'Dat hebben we al gezien in de vers gras data, die bleef mooi op peil. Het gras houdt de hoge voederwaarde goed vast.'

Pittige kuilen

De vroeg-gemaaide voorjaarsnedes leveren pittige kuilen op, geeft Wolf aan. 'De kuilen zijn snel verteerbaar en hebben een hoog penseiwitgehalte, zeker als er voor 15 mei gemaaid is. Gras dat is ingekuild in de tweede helft van mei heeft een optimaal penskarakter, met gemiddeld een goed penseiwitgehalte en een optimale afbraaksnelheid.'

Ook na de eerste snede was het warm en droog. Halverwege juni was het af en toe zelfs heet, met 30 graden of meer. In de loop van dit voorjaar loopt het drogestofgehalte van de mei-kuilen al duidelijk op. De tweede snede is ingekuild met een nog hoger drogestof gehalte en zal waarschijnlijk trager verteren.

Ruweiwit

Meer ruweiwit in de eerste snede voorjaarskuilen betekent meestal ook hogere P-waarden en dat ziet Eurofins Agro dit jaar ook terug. Het fosforgehalte in de voorjaarskuilen is tot nu toe 3,9 gram P per kilo, dat is 0,1 gram/kilo meer dan in 2016. 'De beschikbaarheid van het fosfor is hoog . Dit is voor heel Nederland wel iets om rekening mee te houden', waarschuwt Wolf.