Melkveehouder niet alert genoeg op eerste verschijnselen mastitis

Het eerste symptoom waar een melkveehouder klinische mastitis aan kan herkennen, is afwijkende melk. Dat kan een boer constateren door alle koeien voor te stralen of met behulp van een melksysteem met geleidbaarheidsmeting. Volgens de Rundveescanner krijgt 37 procent van de melkveehouders een attentie via het melksysteem.

Ongeveer de helft van de veehouders controleert de koeien niet op afwijkende melk middels bijvoorbeeld voorstralen, maar vindt de koe met klinische mastitis in een later stadium, wanneer het kwartier hard dan wel pijnlijk aanvoelt. Daarmee gaat volgens een Zoetis-woordvoerder kostbare tijd in het genezingsproces verloren.

Gericht behandelen

Een gerichte aanpak van klinische mastitis begint in de ogen van Zoetis met het bepalen van de ernst. Vervolgens is het van belang om de mastitisverwekker te bepalen, bijvoorbeeld met een boerderij sneltest. Dat om indien nodig gericht te kunnen behandelen.

In de praktijk is deze werkwijze nog lang geen gemeengoed. De aanpak bij milde mastitis, alleen vlokken in de melk, wisselt sterk. Meest genoemd is een behandeling met een niet-geregistreerde middel. Dit kan bijvoorbeeld uierzalf zijn, waar overigens geen registratie voor nodig is.

Praktische protocollen

De resultaten van het onderzoek tonen aan dat voor veel melkveehouders het selectief behandelen van klinische mastitis een aanpassing van hun manier van werken vergt. Zoetis probeert met praktische protocollen de dierenarts te ondersteunen om de overgang te realiseren.