Van Dam: stalomvang is aan provincie

Dat antwoordt Van Dam op vragen van Tweede Kamerleden Eric Smaling en Henk van Gerven van de SP over berichten over 'megastallen in Gelderland'.

'De schaalgrootte van stallen hangt nauw samen met de lokale inpassing in de lokale omgeving en is onderdeel van het decentrale omgevingsbeleid. Provincies en gemeenten zijn daarvoor het bevoegd gezag. Ik zie dan ook geen aanleiding om structureel het aantal grote stallen te monitoren', schrijft Van Dam.

Lokaal

De staatssecretaris stelt verder dat 'de lokale omstandigheden, de totale belasting van een gebied en randvoorwaarden die aan de veehouderijproductie worden gesteld, bepalend zijn voor de omvang van de veehouderij en de schaalgrootte van veehouderijlocaties'.

'Het advies van de Gezondheidsraad uit 2012 en de eerste tussentijdse resultaten van het onderzoek 'Veehouderij en gezondheid van omwonenden' geven geen indicatie van een relatie tussen gezondheidsrisico's voor omwonenden en de grootte van stallen', aldus Van Dam.

Effecten

De gemeentelijke en provinciale wetgeving op het gebied van milieu en ruimtelijke ordening bieden volgens Van Dam voldoende handvatten om de effecten van veehouderijen op de leefomgeving in toom te houden.

'Het is in het kader van het gedecentraliseerde omgevingsbeleid aan provincies en gemeenten om te besluiten in hoeverre zij gebruik willen maken van de mogelijkheden om het omgevingsbeleid ten aanzien van de vergunningverlening voor grote stallen te wijzigen.'

Het aantal stallen met een Nederlandse Grootte Eenheid (NGE) van driehonderd is in Nederland tussen 2010 en 2013 toegenomen van 456 naar 618, blijkt uit cijfers van Alterra Wageningen UR.