LTO: transparante handel fosfaatrecht

De fosfaatrechten moeten bedrijfsontwikkeling zo min mogelijk in de weg staan. LTO zet in op een transparante handel waarbij speculatie niet mogelijk is.

Pieter StokkermansDe melkveehouderijsector wil zeggenschap houden over de fosfaatrechtenhandel, en pleit daarvoor bij het ministerie van Economische Zaken. EZ wil een eenvoudig systeem, waarvan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland zo min mogelijk werk heeft.
LTO en NZO vinden het belangrijk dat de handel goed wordt geregeld. De overdracht van fosfaatrechten is immers mede bepalend voor de toekomst van de sector. Grofweg zijn er drie opties voor verhandelen van fosfaat: volledig vrij, via een beurs of via een fosfaatbank.
Beheer van een fosfaatrechtenbank door de overheid vinden LTO en de zuivelbranche een gevaarlijke situatie, omdat gemakkelijk extra regels worden opgelegd. ‘Je hebt twee uitersten’, verduidelijkt Kees Romijn, voorzitter van de LTO-vakgroep Melkveehouderij. ‘Aan de ene kant heb je vrijheid-blijheid en aan de andere kant de overheid die de bank beheert en gaat sturen.
‘In het eerste geval heb je kans op speculeren, bij het tweede kan de overheid aan uitgifte van fosfaat aanvullende voorwaarden hangen. Het effect van aanvullende voorwaarden zagen we bij het melkquotum in België. Boeren vroegen voor honderd koeien uitbreiding aan en kregen quotum voor twee dieren. Een sterke beperking voor bedrijfsontwikkeling’, schetst de vakgroepvoorzitter.
‘Er zijn geluiden uit de politiek en maatschappelijke organisaties om alleen bepaalde bedrijfstypes rechten toe te kennen. Voordat je het weet moet je tien weidevogels redden of volledige weidegang toepassen om extra rechten te kunnen krijgen’, waarschuwt Romijn.

Speculeren voorkomen

Aan de andere kant moet speculatie met fosfaatrechten worden voorkomen. Dat maakt de prijsvorming minder transparant en leidt tot hogere prijzen. Dat was het geval bij het melkquotum.
‘De prijs moet op een goede manier tot stand worden gebracht. De inzet van LTO is een transparant systeem, waarbij we kijken naar mogelijkheden om de prijs te drukken’, stelt Romijn.
Romijn verkiest daarom een tussenvariant, een beurssysteem, met voldoende mobiliteit van fosfaatrechten. ‘Uitgangspunt daarbij is dat die kostenverhoging zo beperkt mogelijk blijft.’
Twee systemen die elders succesvol zijn toegepast, komen hiervoor in beeld. Het eerste systeem wordt onder meer toegepast bij de aandelen van ForFarmers en de obligaties van FrieslandCampina.
Bij dit systeem wordt vraag en aanbod geanonimiseerd bij elkaar gebracht op een digitaal platform, een soort Marktplaats.
De aanbieder plaatst een aanbod op het digitale platform met daarbij een vraagprijs. De mogelijke koper komt vervolgens met een bod. Essentieel is wel dat de koper over voldoende geld beschikt om de transactie te bekrachtigen. Op deze bank zijn (aan)biedingen definitief, bij een match wordt verplicht zaken gedaan. ‘Zo is het bij ForFarmers verplicht bij een bod het geld ook op een aparte rekening te zetten’, weet Romijn.

Duits systeem

Een andere optie is het Duitse systeem. Daarbij wordt de beurs een aantal keer per jaar opengesteld. Op deze manier werd de laatste jaren ook het Duitse melkquotum verhandeld. Ondernemers kunnen inschrijven met vraag of aanbod. Na de inschrijvingen wordt de gemiddelde prijs bepaald, waarbij vervolgens met deze prijs wordt gehandeld.
Romijn maakt uit gesprekken met Duitse collega’s op dat zij hier erg over waren te spreken: ‘Je hebt vraag en aanbod en de daarbij behorende prijs goed in beeld.’
Bij beide systemen worden de extremen eruit gehaald. Ondernemers die drie keer achter elkaar meer dan 15 procent te veel of te weinig hebben gevraagd of geboden, mogen twee jaar niet bieden.
Hoe zo’n systeem is in te passen bij fosfaatrechten is nog wel een vraag. Heeft dit gevolgen voor de prijsvorming, omdat ondernemers bang zijn te afwijkend te bieden? Romijn denkt van niet: ‘Wie kijkt naar de melkquoteringen van de afgelopen dertig jaar, ziet enorme schommelingen. Dat zal voor fosfaat ook het geval zijn, het ene jaar is anders dan het andere.’
Wel heeft in beide opzetten de ondernemer geen zekerheid dat hij een deal heeft. Lastig, weet ook Romijn: ‘Ook hier geldt vraag en aanbod.
‘Bij meer vraag dan aanbod wordt een deel van de ondernemers teleurgesteld. Dat maakt het lastig, omdat ondernemers wel fosfaatrechten nodig hebben om hun koeien te mogen houden. De overheid heeft al gedreigd met forse boetes voor ondernemers die in overtreding zijn.’

Jaarovergang

Naast het wel of niet aankopen van fosfaatrechten is ook om andere redenen flexibiliteit gewenst, stelt Romijn: ‘Er wordt immers gewerkt met levende dieren, waarbij niet alles tot achter de komma in te schatten is. Je BEX of je melkproductie kan mee- of tegenvallen met aan het einde van het kalenderjaar behoorlijk rekenwerk en consequenties.’
Overigens wordt ook gewerkt aan een opzet om overdracht van rechten bij bedrijfsovernames mogelijk te maken zonder tussenkomst van de beurs.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    14° / 8°
    20 %
  • Zondag
    15° / 4°
    20 %
  • Maandag
    11° / 8°
    95 %
Meer weer