Burn-out zeugensector dreigt

De druk op zeugenhouders is enorm. Er komen steeds meer biggen die weg moeten, terwijl de export van Nederlandse biggen kampt met flinke tegenwind. Het belabberde imago en gebrek aan vertrouwen lopen exporteurs voor de voeten. Een burn-out voor de zeugenhouderij ligt op de loer.

Jos ThelosenHet is tenenkrommend om als handelaar met Nederlandse biggen op pad te gaan. Poolse vleesvarkenshouders griezelen al van het idee om ze op te leggen. Duitse vleesvarkenshouders die eenmaal met Deense Duroc-biggen hebben gewerkt, willen niet anders meer. In Hongarije en Roemenië staat de biggenafzet vanwege imago en kwaliteitsproblemen op de tocht. De druk op de Nederlandse zeugenhouderij is immens.
Ruim zestig adviseurs luisterden donderdag bij de themabijeenkomst van Agrivaknet over ‘Het Varken van Morgen’ in Erp naar verhalen over afzetproblemen van meerdere bronnen. Rode draad was het gebrek aan vertrouwen in het constant leveren van gezonde biggen die voldoen aan de afgesproken kwaliteit.

Goede prijs

Zakendoen met Duitse vleesvarkenshouders is simpel, stelt Erik Bouwmeester, internationaal vermarkter van biggen en vleesvarkens bij Tönnies Livestock. ‘Optisch moeten het goede biggen zijn als ze van de vrachtwagen lopen, maximaal 1,5 procent uitval, hooguit één keer per ronde kuren en na 17 weken moeten er weer nieuwe biggen in de stal.’
Bouwmeester vervolgt: ‘Met 1 indexpunt of 57 procent vlees. De mester moet er makkelijk mee kunnen werk, en de varkens moeten korte staarten hebben. En natuurlijk moeten de biggen netjes gevaccineerd zijn. Voor kwaliteitsbiggen betalen Duitse varkenshouders een goede prijs.’
Stuitend noemt Bouwmeester het dat menig vermeerderaar niet de mentaliteit heeft om marktgericht te werken. ‘Hij doet niet wat is afgesproken, zoals het enten. Ook hoor ik vaak genoeg dat de zeugenhouder 33 biggen speent, maar het woord ‘goede’ hoor ik er niet bij. En als iemand heel goede biggen speent, hoeft dat ook niet te betekenen dat er goede vleesbiggen afgeleverd worden.’
Er gaat nog veel mis in de opfok, zegt Bouwmeester. Met name in de voeding van de speenbiggen. ‘Management van de boer bepaalt 70 procent van het resultaat, 30 procent is genetica.’
Als het tij niet snel keert, is het voor Bouwmeester klaar: ‘Ik vraag mij zelfs af of de big van morgen in de Duitsland nog wel een Nederlandse herkomst heeft. Handelaren moeten durven zeggen dat sommige vermeerderaars niet geschikt zijn om voor de Duitse markt te produceren.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    12° / 4°
    30 %
  • Zaterdag
    17° / 7°
    70 %
  • Zondag
    18° / 11°
    50 %
Meer weer