Agrifirm: ‘Boer wordt fosfaatbewust’

Het netto-fosforvoederwaardesysteem, beter bekend als nP-systeem, draait al enkele jaren. Tot augustus gebruikten zo’n 500 melkveehouders het, in twee maanden tijd is dat opgelopen tot een paar duizend. Het nP-systeem houdt rekening met de daadwerkelijke benutbaarheid van fosfor door de koe. Door het rantsoen samen te stellen op basis van de exacte hoeveelheid benutbaar fosfor (nP) krijgt een melkveehouder minder fosfor aangevoerd.
Hendrik Arends, sectormanager Rundvee bij Agrifirm Feed, stelt dat veehouders die met nP werken zo’n 25 tot 30 procent minder fosfor via het krachtvoer aanvoeren. ‘Zonder dat dit ten koste gaat van hoge melkproducties of diergezondheid.’ Zijn advies is om nP-voeders vooral in te zetten bij melkkoeien.
Voor een gemiddelde melkveehouder met honderd koeien, levert overschakelen op nP-voeren een behoorlijk financieel voordeel op. Arends: ‘Bij 30 procent besparing op fosfaataanvoer mag deze melkveehouder 16 koeien meer melken, hoeft hij 8 hectare grond minder onder zijn bedrijf te hebben en bespaart hij 600 kuub aan mestafvoer van 10 á 20 euro per kuub. Dan laat ik het besparen op de aankoop van fosfaatrechten nog buiten beschouwing. Tel uit je winst.’

Afdeklaag over maïs

Een tweede bewijs voor de fosfaatbewustwording onder melkveehouders is de run die is ontstaan op het product Proti+, een combinatie van bierbostel, tarwegistconcentraat en pulp. Het vochtrijke mengvoer heeft een betere verhouding tussen energie en fosfor, waardoor er minder fosfaat wordt aangevoerd. ‘Het eiwitrijke Proti+ heeft een plakkende werking in het rantsoen. In een gemengd rantsoen helpt dit selectie voorkomen, waardoor ook de voerefficiëntie omhoog gaat’, zegt Arends. ‘Dit zorgt voor meer melk per kilo fosfaat’.
Agrifirm deed vorig jaar proeven met Proti+ als afdeklaag over de maïskuil met erg goede resultaten. ‘De maïs wordt beter opgenomen en het hoge soortelijk gewicht van Proti+ zorgt voor een ideale afdeklaag. Dat voorkomt broei en je realiseert een stuk arbeidsgemak bij het in- en uitkuilen van de maïs.’ Arends stelt dat er de komende weken duizenden tonnen Proti+ naar de boerenerven gaat om maïskuilen mee af te dekken. ‘De verwachting is dat we van 50.000 ton Proti+ in 2014 naar een afzet van 200.000 ton gaan.’

Management

Arends benadrukt dat voerconcepten, waartoe ook TopStart (zie kader) behoort, slechts een onderdeel van het totale fosfaatverhaal zijn. Op gebied van goed management van grasland en koeien is ook nog veel winst te halen. In de advisering naar melkveehouders hamert Agrifirm daar ook op.
‘Bij jongvee en droge koeien voer je fosfaat aan en heb je geen afvoer via de melk’, zegt Arends. ‘Zorg daarom dat er minder jongvee op je bedrijf rondloopt en beperk de droogstand. ‘We streven binnen de 100-dagenaanpak een droogstandstrategie na van minimaal dertig dagen. In de praktijk zien we dat veel veehouders op zes weken zitten. Kortom, de droogstand kan bij veel koeien circa twee weken ingekort worden. En waarom ligt de gemiddelde afkalfleeftijd in Nederland nog steeds op ruim 26 maanden, terwijl 24 maanden, en zelfs 22 maanden goed haalbaar is? Het zijn eenvoudige zaken, die niks extra kosten, maar waar melkveehouders geld laten liggen.’

Stijging gezinsinkomen

Arends refereert aan de boodschap die Agrifirm-directeur Ton Loman eind vorig jaar in de AgriVisie-bijlage van Nieuwe Oogst ventileerde. ‘Wij beloofden begin dit jaar dat we geld gaan verdienen voor onze boeren. Daar zijn we volop mee bezig.
Agrifirm constateert ‘honger naar managementtools’ die een bijdrage kunnen leveren aan een efficiëntere mineralenbenutting. ‘Wij zien onder melkveehouders honger naar informatie uit de kringloopwijzers en honger naar informatie rondom bodemvruchtbaarheid en voerefficiëntie. Er is meer behoefte aan cijfers. Agrifirm Exlan heeft meer dan 2.000 melkveehouders in de MineraalOptimaal-begeleiding. Er zijn nog heel veel melkveebedrijven in Nederland die hun fosfaatverliezen tot 30 à 40 procent kunnen terugdringen. Dat heeft een wezenlijke invloed op je gezinsinkomen.’