Eigen mechanisatie of uitbesteden

Eigen+mechanisatie+of+uitbesteden
© Niels van der Boom

Niels van der BoomModerne loonbedrijven bieden steeds vaker een volledig takenpakket. Het gras komt in de kuil, de mest op het land en het voer voor het hek. Dat is kostenefficiënt. Nieuwe trekkers en machines zijn immers complex en duur. Uit cijfers van Countus blijkt dat er grote verschillen optreden. Zelf mechaniseren kan soms veel geld opleveren.
Gerrit de Lange is adviseur melkveehouderij bij Countus in Overijssel. In deze provincie organiseert hij studiegroepen. Ook wordt hij door groepen ingeschakeld. ‘Ik wil mensen prikkelen en uitdagen’, legt hij uit. ‘Er zijn studiegroepen voor groeiers, voor kleine en grote melkveehouders. In de groepen zitten ook niet-Countus klanten.’

Twee resultatenvergelijkingen

Voor dit artikel is gebruikgemaakt van twee resultatenvergelijkingen uit Countus Signaal. Eén voor de bewerkingskosten per melkkoe en één voor de bewerkingskosten per hectare. Eerstgenoemde omvat 482 bedrijven en het tweede vergelijk 476. Dat levert een betrouwbaar gemiddelde op.
Dat melkveehouders willen groeien, staat als een paal boven water. In optimalisatie, oppervlakte of melkproductie. ‘Thema’s die vaak voorbijkomen, zijn onder andere minder jongvee aanhouden en ‘harder’ voeren met meer krachtvoer’, legt De Lange uit. ‘Het verhogen van de gewasproductie staat ook in de belangstelling. Mechanisatiekosten vergelijken is lastig.’
De variatie in bruto overschot - alle kosten en baten exclusief rente, pacht, lease en afschrijving - wordt voor circa 40 procent bepaald door niet toegerekende kosten. Bewerkingskosten zijn de hoofdmoot. Dit zijn betaalde arbeid, loonwerk, onderhoud van machines en inventaris. ‘Echter, omdat melktechniek hierbij zit inbegrepen treedt vaak ‘ruis’ op. In de praktijk variëren de kosten flink’, zegt De Lange.

Emotie

Mechaniseren of uitbesteden is meer dan een kwestie van cijfers vergelijken. Vaak komt een stuk emotie om te hoek kijken, merkt de financieel adviseur. ‘Melkveehouders willen zelf maaien, zodat ze de gewasgroei kunnen beoordelen, of omdat het zo lekker ruikt. Daar is geen prijs aan te hangen.’
Daarnaast zijn er kleine teelttechnische voordelen. ‘Zelf bemesten met een lichte machine om de bodem te ontzien. Je kunt het juiste moment kiezen en de kopakkers later doen. Bij de voerkwaliteit zien we dergelijke voordelen niet terug.’
Bij arbeidsgebrek komt de loonwerker in beeld. ‘Het inkuilen wordt vaak uitbesteed. Je hebt anders minimaal drie tot vier mensen nodig, zeker wanneer er moet worden gemolken’, zegt De Lange. ‘Je ziet dat arbeid een probleem wordt. Een familiebedrijf, waarbij vader, moeder, zoon en buurjongen meehelpen, kan zo gemakkelijk zelf mechaniseren. Een ander redeneert dat hij liever fulltime in de stal bezig is.’
Voor een helder vergelijk laat De Lange resultaten in bewerkingskosten over 2014 zien. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen bedrijven met de laagste en hoogste kosten. Bij het vergelijk per melkkoe liggen beide uitersten qua jaarlijkse melkproductie dicht bij elkaar, met 944.000 kilo en 908.000 kilo. Het gemiddelde is 925.000 kilo. Per hectare voedergewas levert de eerste groep 18.600 kilo melk en de hoogste groep 16.300 kilo.
De bewerkingskosten zet beide bedrijfstypes uit elkaar. ‘We laten hier de afschrijvingen buiten beschouwing en kijken alleen naar directe uitgaven’, zegt De Lange. De lage groep besteedt gemiddeld 484 euro per koe per jaar aan betaalde arbeid, loonwerk, machines en inventaris. Bij de hoge groep is dat 851 euro. Een verschil van 366 euro.
De gemiddelde veestapel bedraagt 110 melkkoeien. Je praat dan over ruim 40.000 euro. Dit is te wijten aan hogere arbeidskosten voor ingehuurd personeel, fiks hogere loonwerkkosten en die voor inventaris, onderhoud en brandstof van eigen mechanisatie.
Wordt gekeken naar de kosten per hectare voedergewas (exclusief afschrijvingen), dan komt de laagste groep op 935 euro en de hoogste op 1.831 euro. Een verschil van 895 euro. Worden afschrijvingen meegerekend, dan is dit verschil nog groter.
Dat is te kort door de bocht. De verschillen zitten immers in zowel arbeid, loonwerk als machines. De Lange benadrukt dat de kwestie per bedrijf moet worden bekeken. Is een melkveehouder handig of besteedt hij alles uit? Daarnaast heeft hij goedkoop personeel nodig en organisatietalent. De loonwerker heeft meer machines, groter en de nieuwste techniek.

Investeringsaftrek

Investeert een ondernemer zelf in materieel, dan heeft hij de mogelijkheid om maximaal van de investeringsaftrek te profiteren. Wie alles uitbesteedt, heeft minder middelen om zijn winst flexibel te drukken.
Welke voermethode een melkveehouder kiest, kan tevens financieel verschil opleveren. Uit een rekenvoorbeeld van De Lange blijkt dat loonvoeren jaarlijks een kleine 5.000 euro meer kost dan zelf voeren. Echter, het levert 425 arbeidsuren op, die anders zijn in te vullen. Een besparing van 11,62 euro per uur. Bij de keuze voor een voerrobot is 150 uur per jaar te besparen. Het voordeel per uur is dan ruim 19 euro per uur.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    14° / 8°
    20 %
  • Zondag
    15° / 4°
    20 %
  • Maandag
    11° / 8°
    95 %
Meer weer