Zeegaten te ruim voor gezonde delta

Voor een verbrede riviermonding met brak water ontbreekt de aanvoer van rivierwater en zijn de resterende en voormalige zeegaten te buitenproportioneel van oppervlak. Is een gezonde en integrale inrichting van de Zuidwestelijke Delta nog wel mogelijk?

Wil BormTot in de Middeleeuwen kenden de Lage Landen een vrijwel aaneengesloten kustlijn. Smalle estuaria, verbrede riviermondingen, van Maas, Schelde en Honte stroomden door het veengebied en mondden uit in zee. Enorme hoeveelheden zout water verplaatsten zich door de gehavende kustlijn en schuurden de gaten zo ver uit dat Nederland ten onder dreigde te gaan. Dat resulteerde uiteindelijk in de Afsluitdijk (1916) en in 1953 maatregelen in het zuidwesten.
Onbedoeld gaf de mens aan de zee de ruimte om de kustlijn te doorbreken, de delta uit te hollen en het estuarium terug te dringen tot de Biesbosch en achter Antwerpen. Verbazingwekkend is dat er instanties zijn die de ontstane gaten typeren als natuurlijke deltawateren en naar behoud en uitbreiding streven. Ze drukken zelfs verdere verzilting door.
Het met open armen binnenhalen van zout en getijde is naïef en tegengesteld aan wat in het verlengde van de Deltawerken moet gebeuren.
Sinds 1970 is het zuidwesten vrijwel geheel afgesneden van rivierwateraanvoer en gaat de verzilting er gestadig voort. De situatie verergert met verdieping, ontpoldering, afgraving en het verbinden van de wateren. Projecten zijn nog altijd op de verkeerde leest geschoeid. Hierdoor verliezen de overheid en de natuurbescherming aan geloofwaardigheid.
Ons land ligt lager dan de zee dan ooit en heeft dan ook een zwaar kunstmatige waterhuishouding met dijken, sloten en gemalen. Maar de relatieve bodemdaling gaat voort.
Om het ‘Waterschap Nederland’ blijvend te beschermen tegen de gevaren van de zee en de rivieren zijn respectievelijk een afsluitbare en stevige kustlijn en een maximale noodberging vereist. Alleen een preventief Deltaprogramma, dat streeft naar waterveiligheid en zoetwatervoorziening en dat de Deltawerken compleet maakt, herstelt het vertrouwen.

Zeesluizen

Het merendeel van het kostbare zoete water verliezen we via de Nieuwe Waterweg in zee. En bij vloed stroomt het zout de Maas op. Zeesluizen verhogen de waterveiligheid. De landelijke verzilting, die jaarlijks toeneemt met zo’n 10.000 hectare, wordt dan met rivierwater gekeerd.
Ook zijn de problemen met zoetwatervoorziening eenvoudig op te lossen. Het omslagpunt zee en rivieren verplaatst zich tevens van de risicovolle Drechtsteden naar het zuidwesten. Daar is aanvoer van rivierwater een randvoorwaarde voor een estuarium.
Zeesluizen zijn er de eerste decennia nog niet. Een estuarium is dan ook toekomstmuziek. Aanleg van migratierivieren is wel mogelijk. Verlenging van de stroomroute en het vergroten van de stromingsweerstand,door drempels, kribben en meanders, remmen de stroomsnelheid.
Zo ontstaat er een geleidelijke overgang van zout naar zoet, die doortrek van vis mogelijk maakt. Aan de ene zijde hebben we dan te maken met een zout tijdenmilieu en aan de andere zijde van de migratierivier is het zoet en getijloos.
Voor alle varianten van estuaria en migratierivieren, met en zonder zeesluizen in de Nieuwe Waterweg en Westerscheldekering, zijn globale waterloopkundige berekeningen nodig. Pas als haalbaarheid en maatschappelijke en ecologische kosten en baten op een rij staan, kan met zorg gekozen worden voor één integraal plan van aanpak voor de Delta.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    17° / 5°
    70 %
  • Zondag
    18° / 11°
    50 %
  • Maandag
    17° / 7°
    20 %
Meer weer