Boerderijwinkel wijkt uit naar stad

Steeds meer boeren en telers beginnen een boerderijwinkel in de stad en grotere dorpen. Volgens Praktijkonderzoek Plant & Omgeving (PPO) liggen er volop kansen om met een stedelijke boerderijwinkel betere marges te halen, hogere prijzen voor agrarische producten en de bekendheid van deze producten te vergroten.

Tienke WoudaDe laatste jaren zijn verschillende initiatieven van boeren ontstaan die gezamenlijk een boerderijwinkel in een stad of dorp runnen. Door de samenwerking staan de ondernemers sterker, hebben ze meer menskracht, lopen ze minder financieel risico, kunnen ze meer aan marketing doen en kunnen ze een breder assortiment aanbieden, stelt onderzoeker stad-plattelandrelaties Marcel Vijn van PPO.
‘We zien pioniers die nu bezig zijn om de regioproducten in de stad, dicht bij de klant te verkopen. Ze hebben vaak ook een eigen succesvolle winkel op het erf, maar merken dat ze daar het plafond van klanten hebben bereikt.’
Leden van de Groene Marke in het Overijsselse Vechtdal openden vorig jaar Vechtdalmarke Boerderijwinkel in het centrum van Zwolle, nadat een franchiseconstructie mislukte. Ook hebben de elf aangesloten boeren winkels in Ommen en Dalfsen.
De leden begonnen rond 2004 met een boerenkar in Ommen, nadat ze ieder 250 euro hadden ingelegd. Verkoop met de boerenkar had geen rechtsvorm, later zijn de winkels een vof geworden. De verkoopprijs is de inkoopprijs met een marge van 30 tot 25 procent.
‘Deze marge is nodig om de winkel te kunnen blijven draaien. We hoeven geen winst te maken met de winkel. Het gaat ons om een goede verkoopprijs voor onze producten, zodat we ons personeel in de winkel kunnen uitbetalen en bekendheid van onze bedrijven’, geeft melkveehouder en lid Marinus Post aan.

Flyeren met aardbeien

Waar Post met zijn eigen boerderijwinkel in Dalmsholte jaarlijks 250.000 euro omzet haalt, ligt de omzet in de boerderijwinkel in de stad veel lager. ‘Het was een moeilijk jaar. Maar de laatste maanden stijgt de omzet met 20 tot 30 procent.’ Een van de verklaringen voor de trage start is dat bekend worden tijd kost, stelt hij. ‘We flyeren nu veel op straat en laten de mensen tegelijkertijd aardbeien proeven. Dat werkt.’
Boeren hoeven niet te vrezen dat door de boerderijwinkel in de stad of het dorp de omzet in de winkel bij het agrarisch bedrijf slechter gaat lopen, is de ervaring van Vijn. ‘Integendeel. Als mensen in de stad of het dorp iets kopen, zijn ze eerder geneigd om tijdens een fietstocht ook even naar de boerderijwinkel op het erf te gaan.’
Volgens de onderzoeker zijn de boerderijwinkels wezenlijk anders dan streekmarkten, waarvan er ook enkele oprukken naar het stadscentrum. Een goed voorbeeld hiervan is de Ommelander Markt in Groningen die dit weekend een nieuwe plek krijgt op het universiteitsplein.
‘Een streekmarkt is vaak één keer per maand of één keer in de twee weken. Het kost enorm veel werk, maar gemiddeld genomen verkopen de deelnemende boeren weinig’, zegt Vijn.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    14° / 8°
    20 %
  • Zondag
    15° / 4°
    20 %
  • Maandag
    11° / 8°
    95 %
Meer weer